Opinie Clingendael: 'Commissie EU wordt nu te politiek'
DEN HAAG - De onzekerheid in de EU groeit. Dit roept existentiële vragen op over de positie van Nederland. Zijn onze belangen bij de EU-Commissie i nog in goede handen, vraagt Adriaan Schout i zich af.
De topontmoeting over het budget van de Europese Unie, eind vorige week in Brussel, legt een zwakke plek in de EU bloot: de Europese Commissie. Met krokodillentranen deed eurocommissaris Kroes i de begrotingsuitkomst af als een troosteloos compromis tussen nationale politici. Ze vergat te zeggen dat de basis hiervoor was gelegd door de Commissie. Discussies over de uitkomsten van de top gaan over symbolische, maar marginale zaken als Europese salarissen of een paar miljoen euro afdrachten minder. Het werkelijke belang van de uitkomst van de top is het bewijs voor de tweeslachtige ambities van de Europese Commissie. Dit betekent weinig goeds voor Nederland.
Van oudsher moet de Commissie de macht van het verstand symboliseren en langetermijnbelangen van de EU verdedigen tegen nationale kortetermijnaanvallen. De Commissie is apolitiek opgezet en biedt zodoende bescherming tegen de macht van grote landen. Helemaal nu de EU voor grote vragen staat, mag er geen onduidelijkheid bestaan over de opstelling van de Commissie. Anders verdampt het Nederlandse vertrouwen in de EU volledig. Komt er een bankenunie? Wie koopt dan zwakke banken uit? Wordt het economisch beleid in grote en kleine lidstaten even streng gecontroleerd? Worden burgers stapje voor stapje misleid in het doel waar de EU op afkoerst? Is dit een goede begroting voor de EU? Alle voorstellen die de Commissie presenteert om tot oplossingen te komen, moeten het gezag hebben van degelijkheid.
De deconfiture van de EU-begroting bewijst dat politiek pragmatisme de degelijkheid van de Commissie in de weg staat. De insteek van Commissievoorzitter Barroso i was sterk politiek en zette de deuren open voor invloed van grote landen. Zo trok hij op met Frankrijk in de strijd voor een hoger budget. De basis van de onderhandelingen waren de voorstellen van Barroso, die op listige wijze iedereen politieke symbolen cadeau deed. De Commissie bracht onderzoeksgelden buiten de begroting, in de hoop noordelijke landen te paaien met een ogenschijnlijk lager budget.
Tegelijkertijd kon de Commissie andere landen en het Europees Parlement blij maken met een hogere begroting, door die posten mee te wegen. Ook moest gegoochel met getallen bewijzen dat kortingen daalden in de ogen van netto-ontvangers, maar werden veiliggesteld in de ogen van Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Bovendien werden landbouwfondsen geschoven onder vergroening en innovatie. Niemand trapte erin, maar de prijs manifesteerde zich later. Critici en media concludeerden dat de Commissie rommelt en streeft naar een hoger budget, maar geen inhoudelijke sturing geeft. Met de nadruk op haar politieke rol in plaats van op het presenteren van zakelijke analyses neemt Barroso afstand van de founding father van de Commissie, Jean Monnet i.
Monnet wantrouwde politici en zocht naar functionele voorstellen voor de EU als geheel. Voor de EU was het beter geweest als de Commissie was gekomen met voorstellen op basis van haar eigen kritiek op de landbouwgelden en met een innovatiebudget zoals de Commissie dat werkelijk nodig vindt. Ook had Barroso kunnen kiezen om de EU-begroting sterk terug te schroeven, omdat deze te klein is om invloed te hebben op de eurocrisis. Hij had juist een verhoging kunnen bepleiten, omdat de euro nu eenmaal een macro-economische buffer vereist. Degelijke functionele keuzes zijn vermeden, zodat de Commissie uiteindelijk geen maatstaf voor een goede begroting heeft neergelegd. De Commissie vreesde dat een op feiten gebaseerd voorstel politieke zelfmoord zou zijn, omdat iedereen het zou verwerpen. Haar politieke aanpak blijkt evenwel riskant, omdat die haar reputatie aantast, de noordelijke lidstaten vervreemdt en de kleine lidstaten bang maakt.
Helemaal omstreden worden de politieke ambities in verband met de onafhankelijke rol van toezichthouder van de Commissie op het economisch beleid in de lidstaten. Mede op aandringen van Nederland kan eurocommissaris Rehn i controleren of nationale begrotingen stroken met de Europese regels. Rehn koestert graag zijn betrouwbaarheid. De noodzaak om de onafhankelijkheid te bewaken, botst met de wens van de Commissie om een Europese federale regering te worden.
De verwarring wordt compleet met de wens van de Commissie om onafhankelijk te willen zijn onder toezicht van het Europese Parlement i. Onafhankelijkheid vraagt juist afstand tot de politiek. Met deze ambigue opstelling is het vertrouwen in de Commissie onder ambtenaren en politici in de afgelopen jaren gedaald. Het is onhoudbaar op het ene beleidsterrein politicus te willen zijn en op het andere je onafhankelijkheid te verdedigen.
De Commissie moet terug naar haar kerntaak: onderbouwde voorstellen voorleggen aan de Europese Raad i en het Europees Parlement, met daarbij de specificaties van kosten en baten voor de EU als geheel. Waarschijnlijk moet de Commissie worden opgeknipt, zodat eurocommissarissen als Rehn geen verschillende petten op hebben. Premier Rutte zwalkte ten aanzien van samenwerking met de Commissie, maar koos uiteindelijk voor versterking van de Commissie in het beroemde sixpack. Nu is het aan de Commissie om te bewijzen dat zij de Nederlandse steun waardig is. Met twijfel aan de betrouwbaarheid van de Commissie moet Nederland oppassen bij elke stap naar verdiepte integratie.
Dit opinieartikel is gepubliceerd in de NRC op 12 februari 2013.