Symposium begrotingspact: meer of minder Europa?
DEN HAAG (PDC) - De huidige eurocrisis is het gevolg van te veel diplomatie en te weinig federalisme. Dit oordeelde Karel Lannoo, hoofd van de Brusselse denktank CEPS, tijdens een symposium over het nieuwe begrotingspact op donderdag 9 februari. In dit symposium, georganiseerd door de Tweede Kamer, was ook ruimte voor debat. Onder de deelnemers waren de Europarlementariërs i Hans van Baalen i (VVD) en Wim van de Camp i (CDA), alsmede enkele Tweede Kamerleden. Aansluitend volgde het jaarlijkse plenaire debat tussen de Tweede Kamer en de regering over de Staat van de Europese Unie i.
Lannoo legde de nadruk op het belang van een federaal georganiseerde Unie. De huidige vorm van Europees bestuur zou een mismatch tussen federalisme en intergouvernementalisme zijn. Een kwalijke zaak, aldus de spreker. Hervormingen zoals een grotere rol voor de EU-instellingen i en een direct verkozen president, zouden de Unie verder helpen. Niet alleen om de economische crisis aan te pakken, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van energie, onderzoek en ontwikkeling. In de huidige vorm wordt de EU als het ware bestuurd door Frankrijk en Duitsland, samen goed voor 130 miljoen inwoners, tegenover de 500 miljoen die de gehele Unie telt.
Verder meent Lannoo dat de Europese Centrale Bank i de enige instelling is die ons op dit moment uit de crisis trekt, vanwege de centrale rol hiervan. Maar Duitsland ziet liever dat de ECB zich alleen bezig houdt met inflatiebestrijding. Dit terwijl landen als Spanje aangeven dat deze instelling juist meer zou moeten doen, bijvoorbeeld op het gebied van euro-obligaties.
Uit een vergelijking met de VS bleek dat Europa het op de meeste gebieden beter doet. Zo heeft de VS een hogere staatsschuld en een hoger begrotingstekort. Desondanks betaalt de VS een veel lagere rente op leningen (ruim 2%) dan de EU (meer dan 5%). Die hoge rente is het gevolg van een gebrek aan vertrouwen, veroorzaakt door het weinig daadkrachtige optreden door de EU. Lannoo zag in dat zeker niet alle landen het eens zijn met zijn ideaalbeeld omdat ze bang zijn hun nationale soevereiniteit kwijt te raken. Tijdens het debat volgend op de speech, bleken nationale soevereiniteit en federalisme ook omstreden begrippen.
De eerste stelling luidde: een stringente uitvoering van het EU-begrotingstekort verergert de crisis. Europarlementariër Van Baalen was het hier absoluut niet mee eens en zei dat sommige EU-landen i een Duitse begrotingsdiscipline nodig hebben. Anderen vonden het juist onverantwoord als Nederland nog meer zou bezuinigen, bovenop de vastgestelde 18 miljard. Maar dit zal toch moeten gebeuren, om het begrotingstekort te beperken. Van Baalen werd hierop bijgestaan door zijn partijgenoot Dijkhof i, die meende dat Keynesiaanse stimulering van de economie goed is, maar alleen als je op een tekort van 0% staat.
De tweede stelling was wat ongenuanceerd en leidde daardoor tot minder discussie: nationale parlementen hebben straks niks meer te zeggen over de eigen begroting. Hier werd tegen ingebracht dat Europa zich nergens mee bemoeit zolang Nederland zich aan de afspraken over bijvoorbeeld staatsschuld en begrotingstekort houdt. De EU bemoeit zich alleen met een land als er iets fout gaat, maar de nationale regering bepaalt zelf hoe dit gerepareerd kan worden. Of dit gedaan wordt door extra bezuinigingen, of bijvoorbeeld door de hypotheekrente af te schaffen, gaat Europa niets aan. Maar de EU moet natuurlijk wel machtsmiddelen hebben om landen die uit de pas lopen, weer in het gareel te krijgen.