Het concurrentievermogen van de industrie is cruciaal voor het economisch herstel

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 14 oktober 2011.

Brussel 14 oktober 2011 - De Europese Commissie heeft vandaag haar mededeling "Het industriebeleid: het concurrentievermogen versterken" voorgesteld, waarin dieper wordt ingegaan op het concurrentievermogen van de industrie in de lidstaten.

Het economisch herstel in de EU verloopt relatief langzaam en blijft broos, wat ook blijkt uit de stemming van de markt, die in de hele Europese economie negatiever is geworden. Er zijn bovendien duidelijke baisserisico’s die zijn ingegeven door de financiële markten, de stijgende energie- en grondstoffenprijzen en de behoefte aan begrotingsconsolidatie. De industrie in de EU verkeert echter in goede conditie en kan de Europese economie opnieuw doen groeien.

De verschillen tussen de lidstaten zijn aanzienlijk: de gemiddelde arbeidsproductiviteit in de be- en verwerkende industrie varieert van bijna 125% bruto toegevoegde waarde per werknemer in Ierland tot minder dan 20% in Bulgarije. Het percentage innovatieve bedrijven varieert van 80% in Duitsland tot 25% in Letland. Op het punt van bedrijfsvriendelijke regelgeving scoort Finland het hoogst en Italië het laagst. In het licht van deze cijfers roept de Commissie de lidstaten op snel maatregelen te nemen om te convergeren naar een concurrentievermogen dat coherent is met de deelname aan de euro en de interne markt.

De lidstaten moeten daartoe krachtdadige en gecoördineerde maatregelen nemen ten gunste van de industrie en kmo's. De Commissie is in dit verband bereid structurele verbeteringen te bevorderen en te monitoren nu de Europese economie dringend behoefte heeft aan groei.

Volgens Antonio Tajani i, vicevoorzitter van de Europese Commissie en commissaris voor Industrie en ondernemerschap, "verkeert de Europese industrie in goede conditie om de concurrentie aan te gaan. Door de vertraging van het economisch herstel moeten we concurrentievermogen en groei nog hoger op de politieke agenda plaatsen. We hebben structurele hervormingen nodig zodat onze ondernemers, die de belangrijkste motor van het herstel zijn, hun mogelijkheden volledig kunnen ontwikkelen."

De mededeling wordt vergezeld van het "European Competitiveness Report 2011" en het verslag over "Member States competitiveness performance and policies 2011". Meer informatie is te vinden via de volgende link:

Industrial Competitiveness: "An Industrial Policy for the Globalisation Era"

De belangrijkste actiegebieden

Het is van essentieel belang het concurrentievermogen van de Europese industrie wereldwijd te versterken. De be- en verwerkende industrie is immers goed voor 75% van de EU-uitvoer en 80% van O&O. In de mededeling worden de volgende belangrijke gebieden vermeld waarop het concurrentievermogen van de EU-economie verder kan worden versterkt, zodat aanzienlijke vooruitgang kan worden geboekt om de doelstellingen van Europa 2020 te verwezenlijken:

  • 1) 
    structurele economische veranderingen vergemakkelijken om over te schakelen naar meer innovatieve en op kennis gebaseerde sectoren die een hogere productiviteitsgroei hebben en minder lijden onder de wereldwijde concurrentie (bijvoorbeeld eco-industrieën, elektrische en optische instrumenten);
  • 2) 
    industriële innovatie mogelijk maken, met name door schaarse middelen te bundelen, de versnippering van systemen ter ondersteuning van innovatie te verminderen en de marktgerichtheid van onderzoeksprojecten te vergroten. Verwacht wordt bijvoorbeeld dat de markt voor belangrijke activerende technologieën (bijvoorbeeld nanotechnologieën, geavanceerde materialen, industriële biotechnologie) tegen 2015 met mogelijk 50% zal groeien, waardoor duizenden nieuwe banen met een grote meerwaarde kunnen worden gecreëerd.
  • 3) 
    duurzaamheid en een efficiënt gebruik van hulpbronnen bevorderen, met name door innovatie en het gebruik van schonere technologieën te bevorderen, een faire toegang tot en redelijke prijzen voor grondstoffen en energie te waarborgen en de energiedistributienetwerken te verbeteren en aan elkaar te koppelen;
  • 4) 
    het bedrijfsklimaat verbeteren, met name door de administratieve lasten voor bedrijven te verminderen en de concurrentie tussen dienstverleners die van breedband-, energie- en transportinfrastructuur gebruikmaken te bevorderen;
  • 5) 
    de voordelen van de interne markt vergroten door innovatieve diensten te ondersteunen en de regelgeving inzake de interne markt (en vooral de dienstenrichtlijn) volledig uit te voeren. De volledige uitvoering van de dienstenrichtlijn kan in de EU economisch 140 miljard euro opleveren oftewel een groei van 1,5% van het bbp.
  • 6) 
    kleine en middelgrote ondernemingen steunen, met name door de toegang tot financiële middelen te ondersteunen, de internationalisering en de toegang tot markten te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat overheden hun betaaltermijnen verkorten.

De belangrijkste resultaten van de verslagen

  • Arbeidsproductiviteit (per werknemer in de be- en verwerkende industrie): De productiviteit ligt boven het EU-gemiddelde in Ierland, Nederland, Oostenrijk, Finland, België, Luxemburg en Zweden en onder het gemiddelde in Slowakije, Polen, Slovenië, Cyprus, Hongarije, Tsjechië, Portugal, Estland, Litouwen, Roemenië, Letland en Bulgarije.
  • De telt minder jonge innovatieve bedrijven: In vergelijking met de VS en Japan doen EU-bedrijven het minder goed op het gebied van de toepassing en de commercialisering van onderzoek en innovatie. Het percentage innovatieve bedrijven is vooral hoog in Luxemburg, Duitsland, België en Portugal maar laag in Hongarije, Polen, Letland en Litouwen.
  • De industrie is in toenemende mate verweven met de dienstensector: Vooral kennisintensieve zakelijke diensten worden door de industrie in toenemende mate gebruikt als directe en indirecte inputs en zijn goed voor respectievelijk 9% en 18% van de uitvoer van de EU-12 en de EU-15.
  • De EU-industrie maakt efficiënter gebruik van grondstoffen: De industrie maakt steeds meer gebruik van gerecycleerd materiaal en innovatief vervangmateriaal; maar de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van niet-energetische grondstoffen zijn van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van verschillende grondstofintensieve be- en verwerkende industrietakken in de EU.
  • Industriële efficiëntie: De EU speelt op veel gebieden een voortrekkersrol. De Unie doet het doorgaans beter dan de VS en verkleint de achterstand op Japan. Er bestaan echter grote verschillen tussen lidstaten en industrietakken in de EU.
  • Bedrijfsvriendelijke regelgeving: Luxemburg, Finland, Estland, Cyprus, Denemarken en Zweden behoren tot de bedrijfsvriendelijkste landen. In België, Portugal, Griekenland, Hongarije en Italië zijn bedrijven het minst tevreden over de regelgeving. Voor nadere bijzonderheden, zie MEMO/11/702.

Achtergrond

Als onderdeel van de Europa 2020-strategie heeft de Commissie in 2010 een nieuw industriebeleid1 gelanceerd waarin aandacht wordt geschonken aan maatregelen om Europa aantrekkelijker te maken als locatie voor investeringen en productie. Bovendien verbond de Commissie zich ertoe de maatregelen van de lidstaten ter bevordering van het concurrentievermogen op gezette tijden te monitoren.

Het jaarlijkse "European Competitiveness Report" en het verslag over "Member States’ Competitiveness Performance and Policies" zullen bijdragen aan de evaluatie van de lidstaten in het bredere kader van het Europees semester en Europa 2020.


1.

Relevante EU dossiers