Studie naar voorzitters Europese Commissie
Biografen bundelen krachten voor studie naar voorzitters Europese Commissie
Het ontstaan van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, ligt in de Verdragen van Rome in 1957. In de loop der tijd groeide het belang van dit supranationale orgaan, enerzijds door de fusie in 1967 van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de Commissie van de Europese Atoomenergie Gemeenschap (Euratom) en de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), anderzijds doordat zijn bevoegdheden gaandeweg aanzienlijk werden uitgebreid.
Naast het toegenomen institutionele belang van de Commissie was ook de persoon van haar voorzitter van invloed op de positie die dit orgaan innam in het proces van Europese integratie. Onder sterke voorzittters als Hallstein en Delors wist de de Commissie impulsen te geven aan de Europese eenwording; zwakkere als Malfatti en Thorn droegen bij aan de impasse van de Europese integratie, of wisten die althans niet te doorbreken.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Over de voorzitters van de Commissie en hun bijdrage aan de Europese integratie is tot op heden geen comparatief overzichtswerk verschenen. Wel zijn er van de eerste vier voorzitters korte schetsen verschenen in de door Belgische historicus Michel Dumoulin geredigeerde bundel De Europese Commissie 1958–1972. Geschiedenis en herinneringen van een instelling (z.pl., 2007). Deze bundel wil in deze historiografische leemte voorzien. Invalshoek van de biografische schetsen is de rol die deze personen als voorzitter van de Europese Commissie hebben gespeeld en hun betekenis voor de Europese integratie.
Het boek is verkrijgbaar via uitgever John Harper Publishing.
For most of its history, the public figurehead of what is now the European Union has been the President of the European Commission. In this volume, the editors have for the first time assembled a complete collection of specially written concise political biographies of all eleven of the Presidents from Walter Hallstein (1958-1967) to José Manuel Barroso (2004-2014), exploring their successes, failures, impact and legacy. This portfolio of mini-biographies makes fascinating reading in its own right, and to this the editors have added a thematic overview, drawing out the many similarities and contrasts between the Presidents and providing some general conclusions about what one President, Roy Jenkins, termed ‘an impossible job’.
This is a book of relevance to all who are interested in the history of the EU and its institutions and wish to understand how it got to where it is today. And, as the EU confronts immense challenges under the new Commission presidency of Jean-Claude Juncker, it also provides many signposts and pertinent historical analogies for the future.
Commissie |
Land van herkomst voorzitter |
Periode |
W. Hallstein |
Duitsland |
1958-1967 |
J. Rey |
België |
1967-1970 |
F. Malfatti |
Italië |
1970-1972 |
S. Mansholt |
Nederland |
1972-1973 |
F.-X. Ortoli |
Frankrijk |
1973-1977 |
R. Jenkins |
Verenigd Koninkrijk |
1977-1981 |
G. Thorn |
Luxemburg |
1981-1985 |
J. Delors |
Frankrijk |
1985-1995 |
J. Santer |
Luxemburg |
1995-1999 |
R. Prodi |
Italië |
1999-2004 |
J.M. Barroso |
Portugal |
2004-2014 |
J.C. Juncker |
Luxemburg |
2014- |
N.B.: periodisering Commissies gebaseerd op de website van de Europese Commissie (ec.europa.eu/commission_barroso/president/history)