Kamervoorzitter Van der Linden prijst rol Duitsland in Europese samenwerking
De Bondsrepubliek Duitsland heeft een beslissende rol gespeeld bij de totstandkoming van de Europese Unie i, en zal ook in de toekomst een essentiële bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de Europese samenwerking. "Wij rekenen er op dat Duitsland deze functie blijft vervullen, en dat ook ons land actief zal bijdragen aan de voortgang van de Europese Unie." Met deze wens opende Voorzitter René van der Linden i van de Eerste Kamer i dinsdag 9 mei een bijeenkomst ter gelegenheid van 'Europadag'.
Deze dag wordt sinds 1985 in de EU-landen i gevierd om stil te staan bij het feit dat op op 9 mei 1950 de Franse minister Robert Schuman i in een ambitieuze verklaring aangaf dat er een supranationale Europese organisatie moest worden opgericht, die later zou uitgroeien tot de Europese Unie. De bijeenkomst in de plenaire Zaal van de Eerste Kamer was belegd door het Duitsland Instituut.
Voornaamste gast op deze bijeenkomst was de voormalige president van de Bondsrepubliek Roman Herzog, die een lezing hield over de oorsprong van de Europese samenwerking, haar voornaamste doelen en haar toekomst. Voorafgaand aan de bijeenkomst hesen Kamervoorzitter Van der Linden en oud-president Herzog gezamenlijk de Europese vlag voor het gebouw van de Eerste Kamer.
Mondiale invloed EU
Na de lezing van Herzog sprak ook Frits Bolkestein i, voormalig Europees Commissaris i voor de Interne Markt i en oud-fractievoorzitter van de VVD i in de Tweede Kamer i. Beide inleiders toonden zich kritisch over de wijze waarop de Europese Unie zich ontwikkelt, en uitten hun zorg over de afnemende steun voor het gemeenschappelijk beleid van de 27 lidstaten onder de bevolking. Ook Kamervoorzitter Van der Linden ziet een toenemend scepsis onder burgers over het functioneren van de Unie en de Europese Commissie i, maar gelooft dat deze twijfel kan worden overwonnen. "Een werkzaam en effectief Europees Beleid biedt de beste overtuiging. Daarom moeten we laten zien dat een verenigd Europa invloed heeft op de mondiale ontwikkelingen", aldus Van der Linden. Hij prees Roman Herzog, die van 1994 tot 1999 het ambt van Bondspresident vervulde, voor zijn bijdrage aan eensgezindheid in Europa.
In zijn lezing benadrukte Herzog de juistheid van de overwegingen die in april 1951 zes Europese landen inspireerden tot de ondertekening van het Verdrag van Parijs. Dit verdrag leidde in 1952 tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal i (EGKS). Deze overwegingen hebben nog steeds actuele waarde, al moet kritisch worden gekeken naar de vormgeving van het huidige beleid van de Europese organen i, aldus Roman Herzog.
Kamervoorzitter Van der Linden onderstreepte eveneens de betekenis van de oorspronkelijke waarden van de Europese samenwerking. Volgens hem moeten burgers in Europa tot het inzicht worden gebracht dat verdergaande Europese samenwerking niet betekent dat landen hun regionale identiteit moeten prijsgeven. "Maar het is een misverstand om te denken dat landen hun problemen nog binnen hun nationale context kunnen oplossen. De lidstaten van de Unie moeten niet op elk terrein willen vasthouden aan hun nationale soevereiniteit. Nu en in de toekomst zijn sterke Europese instituties nodig. In veel opzichten hebben wij niet de behoefte aan minder Europa, maar juist aan meer", aldus Van der Linden op de bijeenkomst van het Duitsland Instituut ter gelegenheid van Europadag.