Einde van de bananenoorlog in zicht?

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op maandag 24 januari 2011, 11:56.

De EU i is 's werelds grootste importeur van bananen. Zelf produceert het slechts genoeg om in een tiende deel van de honger naar bananen te voorzien. Bananenexporteurs uit Afrika en het Caribisch gebied en hun concurrenten uit Latijns-Amerika strijden voor een aandeel op de Europese markt. De Europarlementsleden i gaven onlangs hun goedkeuring aan de plannen om het gemakkelijker te maken voor grote multinationals om Latijns-Amerikaanse bananen in de EU te verkopen.

De parlementaire commissie internationale handel i steunde op 17 januari de overeenkomst over de handel in bananen die in december 2009 was bereikt tussen de EU enerzijds en de VS, Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela anderzijds.

De EU zal haar importtarief op bananen uit Latijns-Amerika geleidelijk verlagen van €176 per ton tot €114 in 2017. In ruil daarvoor zullen de betrokken landen de klacht die zij tegen de EU hadden ingediend bij de WTO i wegens overtreding van de regels van de internationale handel laten vallen.

Als het Parlement i instemt met de overeenkomst, zal dit het einde inluiden van een bananenoorlog die vijftien jaar heeft geduurd.

Bananenoorlog

In 1993 heeft de EU een importregime ingevoerd ter bescherming van de relatief kleine bananenboeren uit de ACS-landen i waarbij de ACS-bananen grotendeels vrij van rechten op de EU-markt mochten worden ingevoerd. Daarnaast werden de tarieven voor bananen uit Latijns-Amerika, die voornamelijk worden geproduceerd door een handvol grote Amerikaanse multinationals (Dole, Chiquita), verhoogd.

Deze voorkeursbehandeling stelde de relatief inefficiënte ACS-producenten in staat om te concurreren met de Amerikaanse bananenproducenten. De Wereldhandelsorganisatie heeft echter herhaaldelijk aangegeven dat deze maatregelen in strijd waren met internationale handelsregels, en het stond de VS zelfs toe om wraak te nemen door de tarieven op een aantal producten afkomstig uit de EU (van Schotse kasjmier tot Franse kaas) te verhogen.

De EU heeft daarom ingestemd met het verlagen van de tarieven op Latijns-Amerikaanse bananen. Dit zal waarschijnlijk leiden tot lagere prijzen voor de Europese consument maar de ACS-landen en de Europese bananenproducenten zullen hun marktaandeel waarschijnlijk zien krimpen.

De vrees bestaat dat dit de ontwikkelingsdoelen voor de ACS-landen in gevaar zal brengen. Er zijn daarom een aantal compenserende maatregelen voorgesteld. De ACS-landen worden met 200 miljoen euro geholpen om zich aan te passen aan de zwaardere concurrentie. Daarnaast willen de leden dat de Europese producenten ook worden geholpen.

De parlementsleden van zowel De Groenen/Vrije Europese Alliantie als de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links i stemden tegen de goedkeuring van de overeenkomst. Naar hun mening zou deze de grondrechten van de kleine producenten in gevaar kunnen brengen door de versterking van de monopoliepositie van de grote Amerikaanse multinationals.

REF. : 20110121STO12285

Nadere informatie :