De coördinatie van het voorzitterschap van de Raad van de EU: een echte uitdaging
Het is nu de 12de keer dat België het voorzitterschap van de Raad i van de EU i op zich neemt. We kunnen bijna zeggen dat België deze functie in de vingers heeft. Toch blijft het organiseren van een voorzitterschap een heus Titanenwerk. Deze week stellen wij u twee van de sleutelfiguren voor: de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere en Staatssecretaris voor Europese zaken Olivier Chastel i. Vandaag kunt u het relaas lezen van onze eerste ontmoeting in de coulissen van het voorzitterschap, met Staatssecretaris Olivier Chastel.
De coördinatie van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU
Als Staatssecretaris Europese zaken vervult u een essentiële coördinerende rol. Zou u ons wat meer duidelijkheid kunnen verschaffen over deze functie? Waaruit bestaat deze precies?
Sinds mijn aanstelling in maart 2008 sta ik in voor het coördineren en voorbereiden van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, zowel op logistiek vlak als wat het opstellen van het programma van het Voorzitterschap betreft. Bij een voorzitterschap zijn verschillende partijen betrokken: administraties en ministeriële kabinetten die bevoegd zijn voor de verschillende Raadsformaties, dus zowel de federale overheid als de gefedereerde entiteiten. Ook de burgers werden vanaf het begin van de voorbereidingswerken betrokken. Dat was iets nieuws, net zoals de manier waarop wij besloten om een werkprogramma te schrijven samen met onze Spaanse en Hongaarse partners.
Een goede interne coördinatie is essentieel en daarom hebben wij de nodige mechanismen ingevoerd: opvolgingsgroep, task force, werkgroepen. Nu we de actieve fase van het voorzitterschap zijn ingegaan, heeft dit coördinatiewerk vooral betrekking op het opvolgen van de voortgang van deze werkzaamheden.
Tijdens de komende maanden zal ik de Raad van de EU vertegenwoordigen bij het Europees Parlement i en zal ik dus de plenaire vergaderingen in Straatsburg en Brussel bijwonen.
Wat is de grootste uitdaging waaraan u in dit kader het hoofd moet bieden?
De grootste uitdaging ligt in het verderzetten van de contacten die we gelegd hebben met de leden van het Europees Parlement en het vertegenwoordigen van het voorzitterschap bij deze Europese instelling waarvan de bevoegdheden uitgebreid werden met het in werking treden van het Verdrag van Lissabon i. Natuurlijk zullen ook de ministers die bevoegd zijn voor de verschillende dossiers contacten hebben met het Parlement. Maar het is belangrijk een horizontaal, globaal overzicht te behouden op de voortgang van de werkzaamheden op de verschillende domeinen. Het is onze ambitie in het kader van het voorzitterschap om vooruitgang te boeken en, in de mate van het mogelijke, verschillende concrete dossiers af te handelen. En het Europees Parlement is een essentiële partner daarin. Dat houdt in dat we van dichtbij de ontwikkelingen volgen in diverse en uiteenlopende, soms erg technische dossiers.
De relaties met het Europees parlement
De bevoegdheden van het Europees parlement werden uitgebreid door het Verdrag van Lissabon. Welke contacten hebt u opgebouwd met deze instelling in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU? Welk belang hecht u aan deze instelling om van het Belgische voorzitterschap een succes te maken?
Sinds het begin van het Spaanse voorzitterschap van de Raad in januari 2010 woon ik de plenaire vergaderingen van het Europees parlement bij. Om tot een efficiënte coördinatie te komen en goede contacten te leggen, heb ik alle sleutelfiguren van deze democratische instelling ontmoet: voorzitter Jerzy Buzek i, de Voorzitters en Algemene Secretarissen van de verschillende politieke fracties, de Algemene Secretaris van het Parlement Klaus Welle, en diens kabinetschef, de Voorzitter van de conferentie van voorzitters van parlementaire commissies, … Deze contacten zijn waardevol, want deze personen oefenen invloed uit op de Europese agenda. Het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie is een collectieve oefening. Met de hulp van onze Permanente Vertegenwoordiging willen wij de relaties tussen deze instellingen (Raad - Parlement) versterken.
Talrijke ontmoetingen
Welke ontmoeting in het kader van het voorzitterschap is u het meest bijgebleven?
De ontmoetingen met de voorzitters van de belangrijkste politieke fracties van het Europees Parlement waren zeer interessant. Zo leerde ik de prioriteiten van de fracties op de Europese agenda kennen. Het is vooral de bedoeling om gemeenschappelijke raakvlakken te vinden om zo vooruit te gaan bij het uitvoeren van het Belgische programma.
Naar welke komende ontmoeting kijkt u het meest uit?
Ik kijk er al naar uit om in september naar de plenaire vergaderingen van het Europese Parlement te gaan om er het standpunt van de Raad over de actualiteitsdebatten te vertegenwoordigen en te antwoorden op de mondelinge vragen van de Europese parlementsleden. Het zal een technische en boeiende aangelegenheid worden.
"Het Europese project tastbaar en toegankelijk maken voor de burgers" via hedendaagse communicatie: de sociale media
De communicatie van het Voorzitterschap is gericht op interactiviteit tussen de burgers en de instellingen, met onder andere een logo dat alle burgers uitnodigt om zich aan te sluiten bij het Europese project, een dynamische, viertalige en interactieve website die zo breed mogelijk het nieuws van het voorzitterschap wil verspreiden, maar ook, met het oog op de internetgeneratie, het gebruik van sociale media zoals Twitter en Facebook. Wat is de rol van de (sociale) media in de communicatie van het voorzitterschap?
Ik hecht veel belang aan de sociale media (Twitter, Facebook) want dankzij deze hulpmiddelen kunnen we met heel veel burgers in contact komen. Door nagenoeg live foto’s, video’s, teksten en persberichten online te plaatsen en meer uitleg te geven over mijn werk als Staatssecretaris voor Europese zaken hoop ik het Europese project in zekere zin toch tastbaarder te hebben gemaakt.
Denkt u dat dit initiatief de belangstelling en betrokkenheid bij de burgers voor de Europese zaak zal vergroten?
Ja, want er is een grotere interactie. We mogen echter niet alleen op de sociale media mikken, we moeten de communicatie in zijn geheel bekijken en ook de aandacht proberen te trekken van personen die niet op het web surfen.
De communicatie moet verder gebaseerd zijn op concrete verwezenlijkingen die stroken met de verwachtingen van de burgers, in het bijzonder tijdens deze economische crisis.
De officiële site van het voorzitterschap is nu twee maanden online. Deze website streeft een nogal uitdagende doelstelling na: zich niet alleen richten op diplomaten en journalisten maar ook op het grote publiek. Denkt u in dit stadium dat deze uitdaging wordt waargemaakt? Hebt u daar al feedback over gekregen?
Ja, heel wat mensen zijn komen praten over EuTrio.be en zijn gewonnen voor enerzijds de ludieke kant (foto’s, video’s, Twitter, Het voorzitterschap anders bekeken), maar anderzijds ook voor de pedagogische waarde, dankzij de heldere uitleg over grote Europese dossiers.
En u? Welke rubriek raadpleegt u altijd als eerste op de site?
Ik houd vooral de nieuwsberichten in het oog om op de hoogte te blijven van de verwezenlijkingen van mijn collega-ministers.