Besluitpunt "Verklaring van Oostenrijk, Duitsland, Italië, Malta, Polen en Slowakije "Oostenrijk, Duitsland, Italië, Malta, Polen en Slowakije zijn ingenomen met het zevende kaderprogramma voor onderzoek als een belangrijk instrument om de wetenschappelijke en technologische grondslag van de Gemeenschap te versterken en de ontwikkeling van haar concurrentievermogen op belangrijke gebieden verder te bevorderen. Zij kunnen er evenwel niet mee instemmen dat activiteiten waarbij menselijke embryo's worden gebruikt, in aanmerking kunnen komen voor financiering uit hoofde van het 7e kader- programma voor onderzoek. Deze delegaties verzoeken de Commissie derhalve af te zien van plannen betreffende de subsidiabiliteit van onderzoeksactiviteiten waarbij menselijke embryo's worden gebruikt. Zij zijn ook van mening dat het VIIe kaderprogramma voor onderzoek en de specifieke programma's niet voldoende rekening houden met het therapeutisch potentieel van menselijke adulte stamcellen en verzoeken om een consequente inzet op communautair niveau om het onderzoek naar adulte stamcellen te versterken. In dit verband zijn deze delegaties van mening dat besluiten inzake de vraag of onderzoek waarbij menselijke embryo's worden gebruikt, moet worden gefinancierd, aan de afzonderlijke lidstaten moeten worden overgelaten. Europa zou het subsidiariteitsbeginsel ten volle moeten laten gelden, en zich moeten onthouden van financiering van projectactiviteiten op het gebied van aangelegenheden die fundamentele ethische beginselen raken, die van lidstaat tot lidstaat verschillen."
das/LEP/rv 16 BIJLAGE DG C II NL Deze delegaties behouden zich voor op de inhoud van artikel 6 en de kwestie van de ethische vraagstukken terug te komen om gedetailleerde richtsnoeren inzake bio- ethische beginselen te verstrekken, waarbij naar behoren rekening zal worden gehouden met het advies van het Europees Parlement en de inmiddels met betrekking tot de specifieke programma's ondernomen werkzaamheden."
Inhoudsopgave van deze pagina:
Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.
vergadering | Vergadering Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) (COMPET) |
---|---|
datum | 2005-11-28 |
puntnummer | 6. |
soort behandeling | A-punt |
raadsdocument nummer | 15031/05 |
oorspronkelijke titel | Verklaring van Oostenrijk, Duitsland, Italië, Malta, Polen en Slowakije "Oostenrijk, Duitsland, Italië, Malta, Polen en Slowakije zijn ingenomen met het zevende kaderprogramma voor onderzoek als een belangrijk instrument om de wetenschappelijke en technologische grondslag van de Gemeenschap te versterken en de ontwikkeling van haar concurrentievermogen op belangrijke gebieden verder te bevorderen. Zij kunnen er evenwel niet mee instemmen dat activiteiten waarbij menselijke embryo's worden gebruikt, in aanmerking kunnen komen voor financiering uit hoofde van het 7e kader- programma voor onderzoek. Deze delegaties verzoeken de Commissie derhalve af te zien van plannen betreffende de subsidiabiliteit van onderzoeksactiviteiten waarbij menselijke embryo's worden gebruikt. Zij zijn ook van mening dat het VIIe kaderprogramma voor onderzoek en de specifieke programma's niet voldoende rekening houden met het therapeutisch potentieel van menselijke adulte stamcellen en verzoeken om een consequente inzet op communautair niveau om het onderzoek naar adulte stamcellen te versterken. In dit verband zijn deze delegaties van mening dat besluiten inzake de vraag of onderzoek waarbij menselijke embryo's worden gebruikt, moet worden gefinancierd, aan de afzonderlijke lidstaten moeten worden overgelaten. Europa zou het subsidiariteitsbeginsel ten volle moeten laten gelden, en zich moeten onthouden van financiering van projectactiviteiten op het gebied van aangelegenheden die fundamentele ethische beginselen raken, die van lidstaat tot lidstaat verschillen. |