Besluitpunt "Verklaring van Zweden "Zweden onderschrijft de inhoud van het zevende kaderprogramma voor onderzoek in de versie van de partiële algemene oriëntatie, met een belangrijke uitzondering. De uitzondering heeft betrekking op de rechtsgrondslag voor de Europese Onderzoeksraad (ERC). Doel van de ERC is, mondiale topkwaliteit in het Europese onderzoek in het algemeen te bevorderen. Hiervoor is vertrouwen in de wetenschappelijke samenleving nodig, die alleen kan worden bereikt door een hoge mate van autonomie ten opzichte van de Europese Commissie en de andere Europese instellingen. Het thans genomen besluit is niet voorafgegaan door een grondige analyse van alternatieve wegen om die autonomie tot stand te brengen en er heeft geen constructief debat kunnen plaatsvinden. Zweden is van mening dat artikel 171 van het Verdrag als rechtsgrondslag voor de ERC het mogelijk zou maken de ERC een juridisch onafhankelijke beslissingsbevoegdheid te verlenen, en zo de gewenste autonomie tot stand te brengen. Bij de toetsing van de werking van de ERC die in de partiële algemene oriëntatie is voorzien, dient derhalve een op artikel 171 gebaseerde structuur voor de ERC als voornaamste alter- natief voor de permanente structuur te worden beschouwd. De toetsing dient voorts zo spoedig mogelijk plaats te vinden, en uiterlijk in 2008. Derhalve dient in de Raadsnotulen te worden aangetekend dat Zweden het besluit inzake de partiële algemene oriëntatie niet kan steunen.""

Verklaring van Zweden "Zweden onderschrijft de inhoud van het zevende kaderprogramma voor onderzoek in de versie van de partiële algemene oriëntatie, met een belangrijke uitzondering. De uitzondering heeft betrekking op de rechtsgrondslag voor de Europese Onderzoeksraad (ERC). Doel van de ERC is, mondiale topkwaliteit in het Europese onderzoek in het algemeen te bevorderen. Hiervoor is vertrouwen in de wetenschappelijke samenleving nodig, die alleen kan worden bereikt door een hoge mate van autonomie ten opzichte van de Europese Commissie en de andere Europese instellingen. Het thans genomen besluit is niet voorafgegaan door een grondige analyse van alternatieve wegen om die autonomie tot stand te brengen en er heeft geen constructief debat kunnen plaatsvinden. Zweden is van mening dat artikel 171 van het Verdrag als rechtsgrondslag voor de ERC het mogelijk zou maken de ERC een juridisch onafhankelijke beslissingsbevoegdheid te verlenen, en zo de gewenste autonomie tot stand te brengen. Bij de toetsing van de werking van de ERC die in de partiële algemene oriëntatie is voorzien, dient derhalve een op artikel 171 gebaseerde structuur voor de ERC als voornaamste alter- natief voor de permanente structuur te worden beschouwd. De toetsing dient voorts zo spoedig mogelijk plaats te vinden, en uiterlijk in 2008. Derhalve dient in de Raadsnotulen te worden aangetekend dat Zweden het besluit inzake de partiële algemene oriëntatie niet kan steunen."

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

A-punt

Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.

 
 

2.

Gegevens

vergadering Vergadering Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) (COMPET)
datum 2005-11-28
puntnummer 3.
soort behandeling A-punt
oorspronkelijke titel Verklaring van Zweden "Zweden onderschrijft de inhoud van het zevende kaderprogramma voor onderzoek in de versie van de partiële algemene oriëntatie, met een belangrijke uitzondering. De uitzondering heeft betrekking op de rechtsgrondslag voor de Europese Onderzoeksraad (ERC). Doel van de ERC is, mondiale topkwaliteit in het Europese onderzoek in het algemeen te bevorderen. Hiervoor is vertrouwen in de wetenschappelijke samenleving nodig, die alleen kan worden bereikt door een hoge mate van autonomie ten opzichte van de Europese Commissie en de andere Europese instellingen. Het thans genomen besluit is niet voorafgegaan door een grondige analyse van alternatieve wegen om die autonomie tot stand te brengen en er heeft geen constructief debat kunnen plaatsvinden. Zweden is van mening dat artikel 171 van het Verdrag als rechtsgrondslag voor de ERC het mogelijk zou maken de ERC een juridisch onafhankelijke beslissingsbevoegdheid te verlenen, en zo de gewenste autonomie tot stand te brengen. Bij de toetsing van de werking van de ERC die in de partiële algemene oriëntatie is voorzien, dient derhalve een op artikel 171 gebaseerde structuur voor de ERC als voornaamste alter- natief voor de permanente structuur te worden beschouwd. De toetsing dient voorts zo spoedig mogelijk plaats te vinden, en uiterlijk in 2008. Derhalve dient in de Raadsnotulen te worden aangetekend dat Zweden het besluit inzake de partiële algemene oriëntatie niet kan steunen."