Besluitpunt "Verklaring van Nederland "De Nederlandse delegatie kan de richtlijn ter uitvoering van de overeenkomst van de sociale partners betreffende bepaalde aspecten van de arbeidsomstandigheden van de mobiele werk- nemers in de spoorwegsector steunen. Deze overeenkomst voorziet in de bescherming en veiligheid van spoorwegpersoneel dat voor grensoverschrijdende diensten wordt ingezet. Teneinde de interoperabele grensoverschrijdende diensten in de spoorwegbranche te bevorderen, wenst de Nederlandse delegatie dat bijzondere aandacht wordt besteed aan clausule 4 van de overeenkomst. Deze clausule voert de regel in dat een buitenshuis door- gebrachte dagelijkse rusttijd wordt gevolgd door een dagelijkse rusttijd thuis, en schept de mogelijkheid voor de sociale partners om op nationaal niveau over een tweede buitenshuis doorgebrachte rusttijd te onderhandelen. Als de nieuwe onderhandelingen hierover tot een hoger aantal opeenvolgende buitenshuis doorgebrachte rusttijden zouden leiden, gaat de Nederlandse delegatie ervan uit dat de Commissie zo spoedig mogelijk een wijziging van de richtlijn zal voorstellen, ook al worden de onderhandelingen voor de in artikel 5 van de richtlijn vermelde datum afgesloten." 5. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk "Het Verenigd Koninkrijk staat ten volle achter het recht van de sociale partners om overeen- komsten op te stellen en in voorkomend geval te verzoeken dat de richtlijnen daaraan uitvoering geven. Wanneer die overeenkomsten worden uitgebreid en bindend gemaakt voor alle markt- deelnemers, moet de Raad van ministers, die verzocht wordt de uitbreiding goed te keuren, het effect daarvan bestuderen op de ontwikkeling van de betrokken sector in zijn geheel en met name op de personen die tijdens de onderhandelingen niet rechtstreeks waren vertegen- woordigd. De richtlijn van de Raad betreffende bepaalde aspecten van de arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten in de spoorwegsector verrichten, heeft niet alleen ten doel de bescherming en veiligheid van de werknemers te garanderen, maar ook de ontwikkeling van de diensten te bevorderen. Sedert de ondertekening van deze overeenkomst zijn er nieuwe communautaire maatregelen vastgesteld die erop gericht zijn de liberalisering van het internationale vrachtvervoer per spoor tot een goed einde te brengen. Het Verenigd Koninkrijk deelt de zorg van een aantal betrokkenen in de sector die vrezen dat de uitvoering van sommige bepalingen van de richtlijn de groeikansen negatief beïnvloedt en derhalve een belemmering vormt voor de schepping van toekomstige banen. Daardoor zou de doelstelling van de Commissie om in de periode tot en met 2010 inzake vrachtverkeer opnieuw het niveau van 1998 te bereiken, in gevaar komen. Wij verzoeken de sociale partners derhalve zich bij de evaluatie van het akkoord in januari 2006 te beraden op de tot dusver geuite bezwaren."

wat/BAR/aa 7 CAB NL Wij reageren gunstig op de toezegging van de Europese Commissie om bij het opstellen van haar toekomstig rapport over de uitvoering rekening te houden met het sociale en economische effect van de richtlijn en de overeenkomst. Opdat een wetgeving effect sorteert is het evenwel van belang dat de personen die het effect van de maatregelen ondergaan vóór de aanneming ervan geraadpleegd worden en op passende wijze hun bijdrage leveren. Meer algemeen is het Verenigd Koninkrijk van mening dat het te gelegener tijd uitvoeren van grondiger voorafgaande effectstudies over de overeenkomsten van de sociale partners past in de opzet van het werkplan van de Commissie "betere regelgeving met het oog op economische groei en meer banen." * * * INFORMATIE VAN DE COMMISSIE Aan de hand van de informatie van de sociale partners heeft de Commissie de volgende punten - ter informatie - verduidelijkt: Clausule 1 Toepassingsgebied Deze overeenkomst is van toepassing op mobiel spoorwegpersoneel dat wordt ingezet voor inter- operabele grensoverschrijdende diensten. Om hieronder te vallen moet een spoorwegwerknemer per dag gedurende meer dan één uur voor dit soort dienst worden ingezet. De berekening van het aantal uren waarin dit soort dienst wordt verricht, is bijgevolg niet gebaseerd op een gemiddeld aantal uren gedurende een bepaald tijdvak, maar veeleer op een absoluut aantal uren. De overeenkomst is bij- gevolg tevens van toepassing op spoorwegwerknemers die dit soort dienst op onregelmatige basis verrichten. De sociale partners hebben het bewust aan de lidstaten overgelaten om de nadere bij- zonderheden te regelen betreffende de werknemers die op zowel nationaal als grensoverschrijdend niveau werkzaam zijn. In bepaalde gevallen is de toepassing van de overeenkomst facultatief. Het is namelijk niet de bedoeling van de sociale partners om deze overeenkomst te laten prevaleren boven de reeds bestaande overeenkomsten op lokaal niveau, zelfs niet indien zij van deze overeenkomst mochten afwijken. Deze afwijkende overeenkomsten dienen, gezien de beperktheid van het interoperabele grensoverschrijdende verkeer, van kracht te blijven. Clausule 2 Definities Het is niet de bedoeling van de sociale partners dat deze overeenkomst betrekking heeft op personeel dat werkzaam is in de reinigings- en cateringdiensten. Dit personeel wordt normaliter van buiten de spoorwegsector aangetrokken. 11293/05 ADD 1 wat/BAR/aa 8 CAB NL Clausule 3 Dagelijkse rusttijd thuis De sociale partners beklemtonen dat van een "verkorte dagelijkse rusttijd" sprake is bij iedere verkorting van het minimum van twaalf aaneengesloten uren per tijdvak van 24 uur: ongeacht of het om drie uren of om vijf minuten gaat, het gaat om verkorte dagelijkse rusttijd. De sociale partners laten het aan de nationale autoriteiten over om te bepalen wat onder "aanzienlijk verkorte dagelijkse rusttijd" moet worden verstaan, maar deze mag nooit minder bedragen dan het "minimum van negen aaneengesloten uren per tijdvak van zeven dagen". Zij hebben tevens duidelijk gesteld dat artikel 3 zo moet worden uitgelegd dat per tijdvak van zeven dagen slechts één verkorting mogelijk is, ongeacht de duur daarvan. Clausule 4 Dagelijkse rusttijd buitenshuis Deze overeenkomst voorziet in een dagelijkse rusttijd buitenshuis van ten minste acht uren per tijdvak van 24 uur. De sociale partners hebben toegelicht dat deze bepaling geen compenserende rusttijd oplegt, maar evenmin de opneming ervan uitsluit. Het is aan de nationale autoriteiten die de overeenkomst toepassen om de compenserende rusttijd al dan niet op te nemen. Dit artikel sluit evenwel meer dan twee rusttijden buitenshuis uit. De beperking tot twee rusttijden is het resultaat van uitvoerige onderhandelingen tussen de sociale partners en is een onderdeel van de algemene overeenkomst. De sociale partners hebben verklaard dat het woord "onderhandelingen" in voetnoot 15 (FR versie) zo moet worden opgevat, dat de betrokken partijen onderhandelingen openen die tot een overeen- komst leiden. Deze overeenkomst kan een collectieve overeenkomst of een bedrijfsakkoord zijn. In dezelfde voetnoot moet "compensatie" worden uitgelegd als financiële compensatie of compensatie in tijd, afhankelijk van het resultaat van de onderhandelingen. De sociale partners beklemtoonden evenwel dat de overeenkomst tot doel heeft de gezondheid en de veiligheid van de werknemers te beschermen en dat deze doelstelling van belang is voor de interpretatie van dit begrip. De sociale partners hebben duidelijk gesteld dat het niet in hun bedoeling ligt restrictiever te zijn dan de arbeidstijdenrichtlijn, en dat het begrip "sociale partners" in deze voetnoot moet worden uitgelegd in de betekenis van "two sides of industry", de in de Engelse versie van die richtlijn gehanteerde uitdrukking. Clausule 5 Pauzes Overeenkomstig deze overeenkomst kan een pauze in verschillende delen worden opgesplitst. Het aantal delen en de duur ervan zijn niet bepaald in de overeenkomst en kunnen derhalve op nationaal niveau worden vastgesteld. Uiteraard moet worden voldaan aan de doelstelling "de werknemer daadwerkelijk te laten uitrusten". 11293/05 ADD 1 wat/BAR/aa 9 CAB NL Het woord "devrait" in de Franse versie betekent dat, in geval van onvoorziene omstandigheden die gevolgen hebben voor de planning van de pauzes, de trein niet stopt om het personeel te laten pauzeren. Clausule 6 Wekelijkse rusttijd Uit hoofde van deze Overeenkomst dient een werknemer in een bepaald jaar van 52 werkweken gemiddeld 2 rustdagen per week te genieten (bovenop de dagelijkse rusttijd). Dit komt neer op 104 rusttijden van 24 uur. Wanneer een werknemer 4 weken vakantie heeft, zou hij 48 weken werken en derhalve recht hebben op 96 rusttijden. Over 52 werkweken dient deze rusttijd: - 12 weken per jaar te omvatten, waarin de werknemer recht heeft op 60 aaneengesloten uren rust, die het weekeinde (zaterdag en zondag) omvatten; - 12 weken per jaar te omvatten, waarin de werknemer recht heeft op nog eens 60 aaneen- gesloten uren rust, zonder de garantie dat deze in het weekend vallen. In de resterende weken zou de werknemer ten minste 36 uren aaneengesloten rust (één wekelijkse rusttijd en één dagelijkse rusttijd) moeten genieten. De gemiddelde rusttijd zou in totaal 36 + 24 uren per week moeten bedragen. Hoewel elke werknemer recht heeft op gemiddeld 2 rustdagen per week over een tijdvak van één jaar, garandeert deze overeenkomst voor een specifieke week alleen een minimumrusttijd van 24 uren en een dagelijkse rusttijd van 12 uren, samen dus 36 uren per week. In geval van een arbeidsovereenkomst van minder dan één jaar zou de overeenkomst pro rata van toepassing zijn. De bijzonderheden betreffende een werknemer die gedurende minder dan één jaar een interoperabele dienst verricht, worden op nationaal niveau geregeld. Clausule 7 Rijtijd Onder rijtijd dient in dit artikel geplande rijtijd te worden verstaan. Rijtijd kan binnen de volgens de arbeidstijd aanvaardbare grenzen met andere taken worden gecombineerd. Indien de rijtijd wegens onvoorziene omstandigheden of in geval van een combinatie van rijtijd met andere taken wordt verlengd, wordt de maximale wekelijkse arbeidstijd geregeld op basis van de arbeidstijdenrichtlijn, en niet op basis van deze overeenkomst. Clausule 8 Controle De sociale partners zijn van oordeel dat de bijgehouden diensttabellen ter beschikking van de werknemers en de nationale autoriteiten moeten worden gehouden. Het is aan de nationale autoriteiten te besluiten waar de diensttabellen worden bewaard. Deze tabellen moeten waarborgen dat alle artikelen van de overeenkomst, ook die betreffende de rijtijd, worden nageleefd. 11293/05 ADD 1 wat/BAR/aa 10 CAB NL Clausule 9 Niet-verlagingsclausule De tenuitvoerlegging van deze overeenkomst kan in geen geval een reden vormen voor het verlagen van het algemene beschermingsniveau van mobiele werknemers die interoperabele grensover- schrijdende diensten verrichten. Clausule 10 Follow-up van de overeenkomst In het kader van deze overeenkomst wordt onder "ondertekenaars" en "partijen" hetzelfde verstaan. Met deze overeenkomst hebben de sociale partners zich ertoe verbonden toe te zien op de omzetting en de toepassing van de overeenkomst in de lidstaten en ter zake informatie uit te wisselen. Deze exercitie staat los van de verplichting voor de Commissie om toe te zien op de omzetting van de Raadsrichtlijn. Clausule 11 Evaluatie Voorts verbinden de ondertekenaars zich ertoe de ontwikkeling van het interoperabele grens- overschrijdende verkeer te evalueren. Volgens de sociale partners zal de evaluatie in 2006 van start gaan, al lijkt januari 2006 wat te dichtbij. Doel van deze evaluatie is de ontwikkeling van de interoperabele grensoverschrijdende markt te bezien en de artikelen van de overeenkomst in het licht van de eerste ervaringen te evalueren. Clausule 12 Toetsing De toetsingsclausule is een standaardclausule die in soortgelijke overeenkomsten voorkomt. Punt 14. Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) doc. PE-CONS 3635/05 COMPET 131 IND 37 SOC 265 ECO 74 CODEC 498 OC 414 De Raad heeft de amendementen in het advies van het Europees Parlement goedgekeurd en heeft de voorgestelde tekst in de aldus gewijzigde vorm vastgesteld (rechtsgrondslag: artikel 157, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap). 11293/05 ADD 1 wat/BAR/aa 11 CAB NL

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

A-punt

Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.

 
 

2.

Gegevens

vergadering Raadsvergadering LANDBOUW/VISSERIJ, Brussel
datum 2005-07-18
puntnummer 4.
soort behandeling A-punt
raadsdocument nummer 11293/05
oorspronkelijke titel Verklaring van Nederland "De Nederlandse delegatie kan de richtlijn ter uitvoering van de overeenkomst van de sociale partners betreffende bepaalde aspecten van de arbeidsomstandigheden van de mobiele werk- nemers in de spoorwegsector steunen. Deze overeenkomst voorziet in de bescherming en veiligheid van spoorwegpersoneel dat voor grensoverschrijdende diensten wordt ingezet. Teneinde de interoperabele grensoverschrijdende diensten in de spoorwegbranche te bevorderen, wenst de Nederlandse delegatie dat bijzondere aandacht wordt besteed aan clausule 4 van de overeenkomst. Deze clausule voert de regel in dat een buitenshuis door- gebrachte dagelijkse rusttijd wordt gevolgd door een dagelijkse rusttijd thuis, en schept de mogelijkheid voor de sociale partners om op nationaal niveau over een tweede buitenshuis doorgebrachte rusttijd te onderhandelen. Als de nieuwe onderhandelingen hierover tot een hoger aantal opeenvolgende buitenshuis doorgebrachte rusttijden zouden leiden, gaat de Nederlandse delegatie ervan uit dat de Commissie zo spoedig mogelijk een wijziging van de richtlijn zal voorstellen, ook al worden de onderhandelingen voor de in artikel 5 van de richtlijn vermelde datum afgesloten." 5. Verklaring van het Verenigd Koninkrijk "Het Verenigd Koninkrijk staat ten volle achter het recht van de sociale partners om overeen- komsten op te stellen en in voorkomend geval te verzoeken dat de richtlijnen daaraan uitvoering geven. Wanneer die overeenkomsten worden uitgebreid en bindend gemaakt voor alle markt- deelnemers, moet de Raad van ministers, die verzocht wordt de uitbreiding goed te keuren, het effect daarvan bestuderen op de ontwikkeling van de betrokken sector in zijn geheel en met name op de personen die tijdens de onderhandelingen niet rechtstreeks waren vertegen- woordigd. De richtlijn van de Raad betreffende bepaalde aspecten van de arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten in de spoorwegsector verrichten, heeft niet alleen ten doel de bescherming en veiligheid van de werknemers te garanderen, maar ook de ontwikkeling van de diensten te bevorderen. Sedert de ondertekening van deze overeenkomst zijn er nieuwe communautaire maatregelen vastgesteld die erop gericht zijn de liberalisering van het internationale vrachtvervoer per spoor tot een goed einde te brengen. Het Verenigd Koninkrijk deelt de zorg van een aantal betrokkenen in de sector die vrezen dat de uitvoering van sommige bepalingen van de richtlijn de groeikansen negatief beïnvloedt en derhalve een belemmering vormt voor de schepping van toekomstige banen. Daardoor zou de doelstelling van de Commissie om in de periode tot en met 2010 inzake vrachtverkeer opnieuw het niveau van 1998 te bereiken, in gevaar komen. Wij verzoeken de sociale partners derhalve zich bij de evaluatie van het akkoord in januari 2006 te beraden op de tot dusver geuite bezwaren.