Artikel XIII: Overgangsbepaling omtrent zittingsduur leden Eerste Kamer (art. 52)
De leden van de Eerste Kamer, die zitting hebben bij de inwerkingtreding van artikel 52 i, treden af met ingang van het tijdstip waarop de zittingsduur van de volgens artikel 55 i gekozen kamer aanvangt, behoudens ingeval de kamer eerder wordt ontbonden. Bij tussentijds aftreden of overlijden van een lid treedt de in zijn plaats benoemde eveneens met ingang van genoemd tijdstip af.
De leden van de Eerste Kamer, die zitting hebben bij de inwerkingtreding van artikel 52 i, treden af met ingang van het tijdstip waarop de zittingsduur van de volgens artikel 55 i gekozen kamer aanvangt, behoudens ingeval de kamer eerder wordt ontbonden. Bij tussentijds aftreden of overlijden van een lid treedt de in zijn plaats benoemde eveneens met ingang van genoemd tijdstip af.
Vervallen