Artikel 87: Bekrachtiging van wetten
-
1.Een voorstel wordt wet, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de Koning is bekrachtigd.
-
2.De Koning en de Staten-Generaal geven elkaar kennis van hun besluit omtrent enig voorstel van wet.
Het Uitvoerend Bewind doet de Wetten, aan hetzelve door het Vertegenwoordigend Lichaam in de gewone form toegezonden, binnen drie Dagen, en, in geval van onverwijlde noodzaaklijkheid, binnen vier en twintig Uuren, na derzelver ontvangst, registreeren, parapheeren, teekenen, in de Residentie-Plaats afkondigen, en voords verzenden aan de Departementaale Bestuuren, ter verdere bekendmaking, en aan de Nationaale Commissarissen of Ambtenaaren, tot derzelver narigt.
Hun Hoog Mogenden, de voorgedragene Wet hebbende goedgekeurd, geven daarvan onmiddelijk kennis aan den Raadpensionaris, welke met de promulgatie en executie daar van belast is. Wanneer Hun Hoog Mogenden de voorgedragene Wet verwerpen, geven zij daarvan, met opgave der redenen van weigering, kennis aan den Raadpensionaris, welke als dan hetzelfde Ontwerp, nader gemotiveerd, of met eenige verandering, andermaal kan voordragen.
Hun Hoog Mogenden, de voorgedragene Wet hebbende goedgekeurd, geven daarvan onmiddelijk kennis aan den Koning, welke met de promulgatie en executie daarvan belast is, Wanneer Hun Hoog Mogenden de voorgedragene Wet verwerpen, geven zij daarvan, met opgave der redenen van weigering, kennis aan den Koning, welke alsdan hetzelfde Onderwerp, nader gemotiveerd of met eenige verandering, andermaal kan voordragen.
Alle voorstellen van wet, door den Koning en de beide kamers der Staten-Generaal aangenomen, verkrijgen kracht van wet, en worden door den Koning afgekondigd.
Alle voorstellen van wet, door den Koning en de beide kamers der Staten-Generaal aangenomen, verkrijgen kracht van wet, en worden door den Koning afgekondigd.
De wetten zijn onschendbaar.
-
1.Een voorstel wordt wet, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de Koning is bekrachtigd.
-
2.De Koning en de Staten-Generaal geven elkaar kennis van hun besluit omtrent enig voorstel van wet.