Artikel 103: Niemand kan tegelijk lid van beide Kamers zijn; Verkiezing op meerdere plaatsen
Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.
Die te gelijk tot lid der beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.
1815
Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.
1887
Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.
Die te gelijk of op meer dan ééne plaats tot lid van de Eerste of van de Tweede Kamer of van beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.
1917: art 93
1922
Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.
Die te gelijk tot lid der beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.