Artikel 103: Niemand kan tegelijk lid van beide Kamers zijn; Verkiezing op meerdere plaatsen

102
Artikel 103
104

Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.

Die te gelijk tot lid der beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.

1.

Ontwikkeling artikel

1815

Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.

1840: art 92, 1848: art 88
1887

Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.

Die te gelijk of op meer dan ééne plaats tot lid van de Eerste of van de Tweede Kamer of van beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.

1917: art 93
1922

Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.

Die te gelijk tot lid der beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.

1938: art 96, 1948: art 96, 1953: art 103, 1956: art 103, 1963: art 103, 1972: art 103