Artikel 95: Voorzitter
De Voorzitter wordt door de Koning uit de leden benoemd, voor het tijdperk ener zitting.
1798
De Voorzitters, en de Secretarissen, der beide Kamers, zijn altijd in de Residentie -Plaats tegenwoordig.
1815
De Voorzitter van de Eerste Kamer wordt door den Koning benoemd, om het Voorzitterschap gedurende den tijd van het openen tot het sluiten der zitting waar te nemen.
1840: art 91
1848
De Voorzitter wordt door den Koning benoemd, voor het tijdperk eener zitting.