Artikel 130: Frequentie vergaderingen; openbaarheid
De Staten vergaderen zoo dikwerf in het jaar als de wet bepaalt, en bovendien wanneer zij door den Koning buitengewoon worden bijeengeroepen.
De vergaderingen zijn openbaar, met hetzelfde voorbehoud als ten aanzien van de vergadering der Kamers van de Staten-Generaal is bepaald in artikel 101 i.
Elk derzelven doet de gehouden Registers van deszelfs handelingen, iedere zes maanden, veertien dagen lang, op eene vertrouwde plaats, openlijk, ter lezing der Ingezetenen voorleggen.
De Staten der Provinciën of Landschappen vergaderen ten minste eens in het jaar, en vervolgens zoo dikwijls als zij door den Souvereinen Vorst worden bijeen geroepen.
De Staten vergaderen zoo dikwerf in het jaar als de wet bepaalt, en bovendien wanneer zij door den Koning buitengewoon worden bijeengeroepen.
De vergaderingen zijn openbaar, met hetzelfde voorbehoud als ten aanzien van de vergadering der Kamers van de Staten-Generaal is bepaald in art. 96 i.
De vergaderingen der Staten zijn openbaar, met hetzelfde voorbehoud als ten aanzien van de vergadering der Kamers van de Staten-Generaal is bepaald in artikel 111 i.