Artikel 127: Leden stemmen zonder ruggespraak
De leden der Staten stemmen, elk volgens eed en geweten, zonder last van of ruggespraak met hen die benoemen.
1798
Hij mag geen belang hebben in eenige Pagt, of Collecte van Lands belastingen, of in Leverantiën of in Aannemingen, ten behoeve der Republiek, of van derzelver Gedeelten. Hij mag niet kopen eenige Ordonnantiën, Actiën of Credieten, ten haaren laste.
1815
De leden der Staten stemmen ieder voor zich zelven en zonder ruggespraak met de vergadering die hen benoemd heeft.
1840: art 138
1848
De leden der Staten stemmen, elk volgens eed en geweten, zonder last van of ruggespraak met hen die benoemen.