Vijfde Afdeeling. Van de Wetgevende Magt.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 104: Uitoefening wetgevende magt
- 105: Koning zendt voorstellen aan Tweede Kamer
- 106: Overweging voorstellen in afdeelingen
- 107: Regt van wijziging
- 108: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Tweede Kamer
- 109: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Eerste Kamer
- 110: Regt van voordragt
- 111: Formulier voordragten voor zending naar Eerste Kamer
- 112: Formulieren voor goed- en afkeuring voordragten door Eerste Kamer
- 113: Andere voordragten
- 114: Formulieren waarmee Koning wetsvoorstel goed- of afkeurt
- 115: Goedgekeurde wetsvoorstellen krijgen kracht van wet; afkondiging; wetten zijn onschendbaar
- 116: Formulier afkondiging der wetten
- 117: Afkondiging en inwerking treding algemeene maatregelen van inwendig bestuur
- 118: Reikwijdte Grondwet
104: Uitoefening wetgevende magt
De wetgevende magt wordt gezamenlijk door den Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend.
105: Koning zendt voorstellen aan Tweede Kamer
De Koning zendt zijne voorstellen, hetzij van wet, hetzij andere, aan de Tweede Kamer, bij eene schriftelijke boodschap, welke de redenen van het voorstel inhoudt, of door eene commissie.
106: Overweging voorstellen in afdeelingen
Over eenig ingekomen voorstel des Konings wordt door de volle Kamer niet beraadslaagd, dan nadat het is overwogen in de onderscheidene afdeelingen, waarin al de leden der Kamer zich verdeelen en welke op gezette tijden bij loting vernieuwd worden.
107: Regt van wijziging
De Tweede Kamer heeft het regt wijzigingen in een voorstel des Konings te maken.
108: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Tweede Kamer
Wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van het voorstel, hetzij onveranderd, hetzij gewijzigd, besluit, zendt zij het aan de Eerste Kamer met het volgende formulier:
"De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hier nevensgaande voorstel des Konings, en is van oordeel, dat het, zoo als het daar ligt, door de Staten-Generaal behoort te worden aangenomen."
Wanneer de Tweede Kamer tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning, met het volgende formulier:
"De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haren dank voor zijnen ijver in het bevorderen van 's Rijks belangen en verzoekt hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."
109: Formulieren bij aannemen of verwerpen wetsvoorstellen door Eerste Kamer
De Eerste Kamer overweegt, met inachtneming van art. 106, het voorstel zoodanig als het door de Tweede Kamer is aangenomen.
Wanneer zij tot aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren:
"Aan den Koning!"
"De Staten-Generaal betuigen den Koning hunnen dank voor zijnen ijver in het bevorderen van 's Rijks belangen, en vereenigen zich met het voorstel zoo als het daar ligt."
"Aan de Tweede Kamer!"
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij zich heeft vereenigd met het voorstel betrekkelijk...., op den ...., aan haar door de Tweede Kamer toegezonden."
Wanneer de Eerste Kamer tot niet-aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren :
"Aan den Koning!"
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haren dank voor zijnen ijver in het bevorderen van 's Rijks belangen, en verzoekt hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."
"Aan de Tweede Kamer!"
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal, geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij den Koning eerbiedig heeft verzocht het voorstel betrekkelijk ...., op den ...., aan haar door de Tweede Kamer toegezonden, in nadere overweging te nemen."
110: Regt van voordragt
De Staten-Generaal hebben het regt voorstellen van wet aan den Koning te doen.
111: Formulier voordragten voor zending naar Eerste Kamer
De voordragt daartoe behoort uitsluitend aan de Tweede Kamer, die het voorstel overweegt op gelijke wijze als zulks ten aanzien van 's Konings voorstellen is bepaald, en, na aanneming, aan de Eerste Kamer verzendt met het volgende formulier:
"De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevens gaande voorstel, en is van oordeel, dat de Staten-Generaal daarop s Konings bewilliging behooren te verzoeken."
112: Formulieren voor goed- en afkeuring voordragten door Eerste Kamer
Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze te hebben beraadslaagd, het voorstel goedkeurt, zendt zij het aan den Koning met het volgende formulier:
"De Staten-Generaal oordeelende, dat het nevensgaande voorstel zou kunnen strekken tot bevordering van 's Rijks belangen, verzoeken eerbiedig daarop 's Konings bewilliging."
Voorts geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier:
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis aan de Tweede Kamer, dat zij zich heeft vereenigd met het van haar op den ..... ontvangen voorstel betrekkelijk ...... en daarop namens de Staten-Generaal 's Konings bewilliging heeft verzocht."
Wanneer de Eerste Kamer het voorstel niet goedkeurt, zoo geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier:
"De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft geene genoegzame reden gevonden om op het hiernevens teruggaande voorstel 's Konings bewilliging te verzoeken."
113: Andere voordragten
Andere voordragten, dan voorstellen van wet, kunnen door elke Kamer afzonderlijk aan den Koning worden gedaan.
114: Formulieren waarmee Koning wetsvoorstel goed- of afkeurt
De Koning doet de Staten-Generaal zoo spoedig mogelijk kennis dragen of hij een voorstel van Wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren:
"De Koning bewilligt in het voorstel."
of: "De Koning houdt het voorstel in overweging."
115: Goedgekeurde wetsvoorstellen krijgen kracht van wet; afkondiging; wetten zijn onschendbaar
Alle voorstellen van wet, door den Koning en de beide kamers der Staten-Generaal aangenomen, verkrijgen kracht van wet, en worden door den Koning afgekondigd.
De wetten zijn onschendbaar.
116: Formulier afkondiging der wetten
De wijze van afkondiging der wetten, en de tijd wanneer zij verbindende zijn, worden door de wet geregeld.
Het formulier van afkondiging is het volgende:
"Wij, enz....., Koning der Nederlanden, enz....., allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:"
"Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat enz."
(De beweegredenen der wet).
"Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze, enz."
(De inhoud der Wet.)
"Gegeven, enz."
117: Afkondiging en inwerking treding algemeene maatregelen van inwendig bestuur
Ten aanzien der algemeene maatregelen van inwendig bestuur van den Staat, bepaalt de wet insgelijks de wijze van afkondiging en het tijdstip, waarna zij zullen werken.
118: Reikwijdte Grondwet
De Grondwet en andere wetten zijn alleen voor het Rijk in Europa verbindende, tenzij het tegendeel daarin wordt uitgedrukt.