Artikel 154: Staten oordelen over plaatselijke begrootingen
De Plaatselijke Besturen zijn gehouden en verpligt de begrooting hunner inkomsten en uitgaven aan de Staten over te leggen, en gedragen zich naar het geen dienaangaande door gemelde Staten noodig geoordeeld wordt.
Het zend, jaarlijks, met den aanvang der Maand Augustus, aan dat Departementaal Bestuur, waaronder deszelfs Gemeente behoort, specifieke Memoriën van Ontvang en Uitgave voor Nationaale Reekening.
Het regelen der plaatselijke belangen, ingevolge het voorgaande artikel aan de gemelde plaatselijke besturen zijnde overgelaten, blijven deze nogtans gehouden en verpligt de begrooting hunner inkomsten en uitgaven aan de Staten overteleggen, en gedragen zich naar het geen dienaangaande door gemelde Staten zal worden noodig geoordeeld.
De wet regelt ook het opmaken der begrootingen en het opnemen en sluiten der plaatselijke rekeningen.