Artikel 141: Kosten van provinciaal bestuur
De Staten dragen de kosten van hun bestuur voor aan den Koning, die dezelve, in gevalle van goedkeuring, op de begrooting der Staats-behoeften brengt.
Ten dien einde, zend elk Departementaal Bestuur, jaarlijks, met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene specifieke begrooting der kosten voor het volgend Jaar.
Zij dragen de kosten van hun bestuur voor aan den Souvereinen Vorst, die dezelve, ingevalle van goedkeuring, op de begrooting der staatsbehoeften brengt.
Elk besluit der Staten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van eene provinciale belasting, behoeft de goedkeuring des Konings.
De wet geeft algemeene regels ten aanzien van de provinciale belastingen.
Deze belastingen mogen den doorvoer, den uitvoer naar en den invoer uit andere provinciën niet belemmeren.
Elk besluit der Staten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een provinciale belasting, behoeft de goedkeuring des Konings.
De wet kan bepalen, dat ook andere besluiten volgens door haar te stellen regels aan de goedkeuring des Konings zijn onderworpen; de goedkeuring van deze besluiten kan niet worden geweigerd dan bij een met redenen omkleed besluit, de Raad van State gehoord.
De wet geeft algemene regels ten aanzien van de provinciale belastingen.
Deze belastingen mogen de doorvoer, de uitvoer naar en de invoer uit andere provinciën niet belemmeren.