Artikel 119: Formulieren waarmee Koning voorstel goed- of afkeurt
Wanneer de Koning het voorstel van de Staten-Generaal aanneemt, wordt zulks in de volgende bewoordingen uitgedrukt:
"De Koning bewilligt in het voorstel."
Zoo de Koning het niet aanneemt, wordt zulks op deze wijze te kennen gegeven:
"De Koning houdt het voorstel in overweging."
Het Formulier, waarvan zich het Uitvoerend Bewind bedient, bij het terugzenden van eene Wet aan de Tweede Kamer ( Akte van Staatsregeling, Art. 104 i), is dit:
"Dewijl de form, bij de Staatsregeling voorgeschreven, aan deze Wet ontbreekt, vermag het Uitvoerend Bewind dezelve niet te doen afkondigen."
Wanneer de Koning het voorstel van de Staten-Generaal aanneemt, wordt zulks in de volgende bewoordingen uitgedrukt:
"De Koning bewilligt in het voorstel."
Zoo de Koning het niet aanneemt, wordt zulks op deze wijze te kennen gegeven:
"De Koning houdt het voorstel in overweging."
De Koning doet de Staten-Generaal zoo spoedig mogelijk kennis dragen of hij een voorstel van Wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren:
"De Koning bewilligt in het voorstel."
of: "De Koning houdt het voorstel in overweging."