Artikel 214: Omvang en inrigting der militie en schutterijen
De bepalingen, welke door den Koning, zoo omtrent het getal en de inrigting der militie, als opzigtelijk hetgeen de Schutterijen en den Landstorm betreft, noodig geoordeeld worden, zijn het voorwerp eener door Hem voor te dragen wet.
1814
De bepalingen, welke door den Souvereinen Vorst, zoo omtrent het getal en de inrigting der Militie, als opzigtelijk het geen den Landstorm betreft, noodig geoordeeld worden, zullen het voorwerp eener, door Denzelven voortedragen, wet uitmaken.
1848
De sterkte en inrigting der militie en der schutterijen worden geregeld door de wet.