Artikel 208: Bepalingen omtrent zamenkomst Nationale Militie; Mandaat Koning
De militie komt in gewone tijden jaarlijks eenmaal te zamen, om gedurende eene maand of daaromtrent in den wapenhandel te worden geoefend: blijvende het nogtans aan den Koning voorbehouden, om, wanneer hij zulks voor 's Rijks belangen mogt geraden oordeelen, een vierde van het geheele getal te doen zamen blijven.
Geen gedeelte derzelve kan immer in werking komen, dan op schriftelijken last eener Wettige Magt, op zoodanige wijze, als bij de Wet is uitgedrukt.
De Militie komt in gewone tijden jaarlijks eenmaal te zamen, om, gedurende eene maand of daaromtrent, in den wapenhandel geoefend te worden; blijvende het nogtans aan den Souvereinen Vorst voorbehouden, om, wanneer Hij zulks voor 's Lands belangen mogt geraden oordeelen, een vierde van het geheele getal te doen zamen blijven.
Ingevalle het, bij buitengewone omstandigheden of dreigend oorlogs gevaar, noodig zijn mogt de geheele Militie bijeen te roepen en te doen zamen blijven, zal zulks, indien de Staten-Generaal niet vergaderd zijn, gepaard gaan met eene buitengewone bijeenroeping van dezelven, ten einde van het verrigtte opening te geven en de verdere daartoe betrekkelijke maatregelen met de vergadering te beramen.
De militie komt in gewone tijden jaarlijks eenmaal te zamen, om gedurende eene maand of daaromtrent in den wapenhandel te worden geoefend: blijvende het nogtans aan den Koning voorbehouden, om, wanneer hij zulks voor 's Rijks belangen mogt geraden oordeelen, een vierde van het geheele getal te doen zamen blijven.
De militie te land komt, in gewone tijden, jaarlijks eenmaal te zamen, om, gedurende niet langer dan zes weken, in den wapenhandel te worden geoefend, tenzij de Koning het raadzaam mogt oordeelen, dat zamenkomen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.
De Koning kan een deel der militie, door de wet te bepalen, doen zamenblijven. De ligting van het loopende jaar kan tot eerste oefening hoogstens twaalf maanden onder de wapenen gehouden worden.