Artikel 149: Koning schorst besluiten die strijdig zijn met algemeene wetten
De Koning heeft het vermogen de besluiten der Staten, die met de algemeene wetten of het algemeen belang strijdig mogten zijn, te schorsen en buiten effect te stellen.
Het heeft toezigt over de handelingen der Departementaale en Gemeente-Bestuuren, gelijk mede der Geregtshoven en Regtbanken. Het kan derzelver Acten, zo die met de Wetten strijdig zijn, in haare werking, gelijk ook derzelver Leden in hunne bedieningen, schorsen, en de laatsten daadlijk afzetten, mids zoodanig besluit met redenen bekleed zij, blijvende aan de voornoemde Bestuuren, Geregtshoven en Regtbanken, of aan de bijzondere Leden van dien, ten allen tijde, onverlet hunne bijzondere verändwoording of aanklagt bij het Vertegenwoordigend Lichaam.
Zij mogen geene besluiten nemen strijdig met de algemeene wetten of het algemeen belang der Vereenigde Nederlanden. In geval zulks mogt gebeuren, heeft de Souvereine Vorst het vermogen die besluiten te schorsen en buiten effect te stellen.
De Koning heeft het vermogen de besluiten der Staten, die met de wetten of het algemeen belang strijdig zijn, te schorsen of te vernietigen.
De wet regelt de gevolgen.
De magt des Konings om de besluiten van Provinciale Staten of van Gedeputeerde Staten, die met de wet of het algemeen belang strijdig zijn, te schorsen en te vernietigen, wordt bij de wet geregeld.