Artikel 75: Mandaat; ontwerp reglement

74
Artikel 75
76

De werkzaamheden der Staten worden, behoudens de voorschriften daaromtrent bij deze grondwet vastgesteld, geregeld door zodanige bepalingen, als zij noodig oordeelen, en door den Souvereinen Vorst, in geval van goedkeuring, bekrachtigd worden. Zij maken hun eerste werk van het ontwerpen dezer reglementen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatscourant

Niets is gevaarlijker, dan alles nieuw te willen maken, en wij hebben er de overvloedige ondervinding van. Wat anders is, de gebreken te verbeteren, en de grondslagen te bewaren. De grondslag is in ons Land de Constitutie der provintiën, der ridderschappen en steden. Daarom wordt deze constitutie bij de Grondwet bevestigd en alles zoo gelaten als het was, behalve hetgeen uitdrukkelijk verbeterd wordt. De voornaamste verbeteringen zijn dan nog herstellingen van de aloude Constitutie, zoo als zij was vóór de tijden van de Republiek, die eene groote nieuwigheid geweest is.

Tevens is, bij de Grondwet, zorg gedragen voor het behoud van eene redelijke vrijheid, voor die regten, welke den Nederlander altijd dierbaar zijn geweest, en de Staten van de Provintiën vinden, alzoo de algemeene voorspoed op dezelve gegrond is, en zijn aanzien rijst door den welstand van het volk. Toen Leopold de Tweede op den troon geroepen werd, dien Joseph had doen wankelen, door de zucht naar nieuwigheden, verklaarde hij aan de afgevaardigden, hem op de grenzen te gemoet gekomen, dat hij de Staten der Provintiën, als de grondzuil der monarchie, beschouwde. Deze Grondwet vereenigt, in zoo ver eene onvolmaakte menschelijke instelling vermag, alle de middelen tot behoud der nationale onafhankelijkheid en der burgerlijke vrijheid.

Dringt men in den geest van de Grondwet, zoo zal men ook gewaar worden, dat alle deze onderscheiden deelen, ten einde tot een groot en heilzaam oogmerk zamen te werken, in de naauwste betrekkingen tot elkanderen gebragt zijn. De Souvereine Vorst en de Staten-Generaal kunnen weinig zonder elkanderen doen.

  • De Souvereine Vorst staat tot elke provintie in dezelfde betrekking, als voorheen de Stadhouder;
  • de Staten der provintiën benoemen de leden van de Staten-generaal; de Staten-generaal dragen de uitvoering van alle wetten, rakende het inwendig bestuur, aan de staten de provintiën op; ontvangen allerhande voordragten van dezelven, en trachten de geschillen tusschen dezelven bij te leggen;
  • alle de familiën, die tot aanzien komen, kunnen in den adel en in de ridderschappen gebragt worden.

Deze wederkeerige betrekkingen bepalen zich niet tot de vergaderingen, kollegiën en familiën alleen; zij strekken zich zelfs uit tot bijzondere personen. De leden van de Staten-generaal kunnen genomen worden uit allerlei standen, uit allerlei kollegiën, uit het huis van den Souvereinen Vorst, uit de vloot en het leger; zoodat het slechts van de Staten der provintiën die ze benoemen afhangt, om den bloem der geheele natie in de Staten-generaal te brengen, en om alle mogelijke kunde en talenten in dei vergadering te verëenigen. Hetzelve kan in het vervolg waar gemaakt worden van de Staten der provintiën; de Grondwet behelst niets strijdigs daarmede; zij laat er, in alle opzigten, de deur toe open; de Staten der provintiën, de Ridderschappen, de steden, kunnen alle zoodanige verbeteringen in hunne constitutiën brengen, als zij met den tijd zullen goedvinden.

Uit dit zamenvloeijen in de Staten-generaal en in de Staten der provintiën van menschen, uit alle standen, edellieden, stedelijke regenten, regters, militairen, kooplieden, hoflieden, spruit natuurlijk voort een gemeenzame omgang, een vriendschap, eene mededeeling van denkbeelden, die al wat, om reden van orde, van regelmatigheid, heeft moeten afscheiden worden, wederom verëenigt, met banden van onderlinge genegenheid aan elkander hecht, en eenen zin voor Vaderland, eenen public spirit door alle de klassen van ingezetenen verspreidt, en in alle de gemoederen opwekt.

2.

Ontwikkeling artikel

1798

Het Uitvoerend Bewind bedient zig, ter volbrenging zijner verschillende werkzaamheden, van de volgende agt Agenten, als:

Eén van Buitenlandsche Betrekkingen;

Eén van Marine;

Eén van Oorlog;

Eén van Financie;

Eén van Justitie;

Eén van inwendige Policie en toezigt op den staat, van Dijken, Wegen en Wateren;

Eén van Nationaale Opvoeding, waaronder begrepen is de Geneeskundige Staatsregeling, de vorming der Nationaale Zeden, en de bevordering van het openbaar Onderwijs, en van Konsten en Wetenschappen;

Eén van Nationaale Oeconomie, zig uitstrekkende tot Koophandel, Zeevaart, Visscherijen, Fabrieken, Trafieken, Landbouw, en alle andere middelen van bestaan.

1801

De Departementale Bestuuren hebbende aanstelling der Leden van derzelver Gerechtshoven, en voorts van alle Amptenaren en Bedienden tot de huishoudelyke Administratie der Departementen benodigd; zij hebben mede het toezigt over het behoorlijk onderhoud van alle Dyken, Waterwerken, Wegen, Bruggen en dergelyken, welke door onderscheidene gemeenten, Collegiën of Particulieren onderhouden of bekostigd moeten worden.

1806

De Departementale Besturen zijn belast met het doen uitoefenen der Wetten en bevelen, welke aan hun van wegens het Gouvernement worden gegeven.

1814

De werkzaamheden der Staten worden, behoudens de voorschriften daaromtrent bij deze grondwet vastgesteld, geregeld door zodanige bepalingen, als zij noodig oordeelen, en door den Souvereinen Vorst, in geval van goedkeuring, bekrachtigd worden. Zij maken hun eerste werk van het ontwerpen dezer reglementen.