Artikel 23: Regentschap; Meerderjarigheid
Ingeval van minderjarigheid, behoort het Regentschap van regtswege aan de Koningin.
Bij ontstentenis van Hoogstdezelve, wordt de Regent van het Koningrijk door den Keizer der Franschen, in hoedanigheid van altoosdurend Opperhoofd der Keizerlijke Famille benoemd, uit de Prinsen van den Bloede, en bij ontstentenis uit de Nationalen.
De minderjarigheid der Koningen eindigt met den vollen ouderdom van achttien jaren.
Ingeval van minderjarigheid, behoort het Regentschap van regtswege aan de Koningin.
Bij ontstentenis van Hoogstdezelve, wordt de Regent van het Koningrijk door den Keizer der Franschen, in hoedanigheid van altoosdurend Opperhoofd der Keizerlijke Famille benoemd, uit de Prinsen van den Bloede, en bij ontstentenis uit de Nationalen.
De minderjarigheid der Koningen eindigt met den vollen ouderdom van achttien jaren.
De Souvereine Vorst is meerderjarig, als Zijn achttiende jaar vervuld is.
De Koning is meerderjarig als zijn achttiende jaar vervuld is.
Hetzelfde geldt van den Prins van Oranje, ingeval deze Regent wordt.
De Koning is meerderjarig als zijn achttiende jaar vervuld is.
Hetzelfde geldt van den Prins van Oranje en van de dochter des Konings, die de vermoedelijke erfgenaam is van de Kroon, ingeval deze Regent worden.
De Koning oefent het koninklijk gezag eerst uit, nadat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.