Artikel 94: Hooger beroep

93
Artikel 94
95

Aan hetzelve valt hooger beroep van alle gewysden in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Gerechtshoven en zulke achtervolgens hetgeen de Wet bij de Algemeene wyze van Procederen dien aangaande zal hebben vastgesteld.

1.

Ontwikkeling artikel

1801

Aan hetzelve valt hooger beroep van alle gewysden in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Gerechtshoven en zulke achtervolgens hetgeen de Wet bij de Algemeene wyze van Procederen dien aangaande zal hebben vastgesteld.

1805

Aan het Nationaal Geregtshof valt hooger beroep van alle gewijsden in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Geregtehoven. De Wet bepaalt de manier van procederen ten dezen opzigte.

1806

Aan het Nationaal Geregtehof valt hooger beroep van alle gewijsde in zaken, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de Departementale Geregtshoven.

1814

Aan den Hoogen Raad valt beroep van alle gewijsden in civiele zaken, welke ter eerste instantie gediend hebben voor de Provinciale Hoven naar de bepalingen hiervan bij de wet te maken.

1815

Aan den Hoogen Raad valt beroep van alle gewijsden, welke ter eerster instantie gediend hebben voor de provinciale hoven, naar de bepalingen hiervan bij de wet te maken.

1840: art 179