Lijn van troonopvolging
Het koningschap gaat over op de wettige nakomelingen van de Koning i, waarbij het oudste kind voorrang heeft. Sinds 1983 wordt er bij de volgorde geen onderscheid meer gemaakt tussen zonen en dochters. Als koning Willem-Alexander i nu zou overlijden of terugtreden als Koning, is zijn oudste dochter, prinses Catharina-Amalia i, de eerste in lijn om hem op te volgen. De tweede is prinses Alexia en de derde prinses Ariane, dochters uit zijn huwelijk met koningin Máxima i. De vermoedelijke troonopvolger draagt de titel Prins van Oranje. Sedert de grondwetswijziging van 1983 is het mogelijk behalve de titel Prins van Oranje ook de titel Prinses van Oranje te dragen.
Tot 1922 zou bij het uitsterven van het koningshuis in rechte lijn de kroon overgaan op een zijtak. De zijtak bestond uit Duitse prinsen. Bij de Grondwetsherziening van 1922 werd bepaald dat alleen de afstammelingen van koningin Wilhelmina aanspraak konden maken op de Kroon.
Inhoudsopgave van deze pagina:
De precieze regels van de erfopvolging zijn vastgelegd in de Grondwet i (artikel 24 i tot en met 31 i). In deze artikelnummers is enerzijds neergelegd dat Nederland een consitutionele monarchie kent (het erfelijke koningschap is immers in de Grondwet verankerd) en wordt anderzijds de erfopvolging geregeld.
In artikel 25 i wordt de kern van het stelsel van erfopvolging gevat. Daarin staat namelijk dat het koningschap overgaat op de wettige nakomelingen van de laatstoverleden Koning. Daarbij krijgt het oudste kind voorrang. Sinds 1983 maakt de Grondwet geen onderscheid meer in het geslacht van de wettige nakomelingen. Daarvoor gold dat zonen voorrang hadden boven dochters.
In het geval dat de Koning geen erfgenamen heeft, gaat de erfopvolging over op het oudste kind van zijn ouder. Dat wil zeggen dat de broer of zus van de huidige Koning de eerstvolgende opvolger is. Vervolgens worden zijn of haar kinderen aangemerkt als de eerstvolgende erfgenamen. Op deze manier komt familie tot in de derde graad van bloedverwantschap in aanmerking voor het koningschap. Dat betekent dat prins Maurits, oudste zoon van prinses Margriet, nadat Willem-Alexander koning werd, uitgesloten is van de troonopvolging.
Mocht de bijzondere situatie zich voordoen dat er helemaal geen erfopvolgers zijn, komen de Eerste i en Tweede Kamer i in Verenigde Vergadering i bijeen en kunnen zij, indien mogelijk op voordracht van de Koning, met een tweederdemeerderheid een nieuwe Koning benoemen.
Ook kunnen personen, in zeer uitzonderlijke omstandigheden, uitgesloten worden van de erfopvolging. Daarbij valt te denken aan iemand die vanwege lichamelijke of geestelijke gebreken ongeschikt is voor het koningschap of iemand wiens houding duidelijk in strijd is met het landsbelang.
De Koning moet in een dergelijk geval zelf een voorstel indienen bij de Staten-Generaal i. Zij besluiten vervolgens in Verenigde Vergadering en kunnen het voorstel aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Tot slot kunnen kunnen wettelijke erfgenamen ook verdwijnen uit de lijn van troonopvolging.
Tot 1922 zou bij het uitsterven van het koningshuis in rechte lijn de kroon overgaan op een zijtak. De zijtak bestond uit Duitse prinsen. Bij de Grondwetsherziening van 1922 werd bepaald dat alleen de afstammelingen van koningin Wilhelmina aanspraak konden maken op de Kroon.
-
Buitenstaatverklaring
De buitenstaatverklaring is een verklaring van de Staten-Generaal i dat de Koning niet meer in staat is het koninklijk gezag (zijn taken als Koning) uit te oefenen. Voor een buitenstaatverklaring zijn voorschriften vastgelegd in artikel 35 van de Grondwet. De procedure wordt gezien als een soort 'noodrecht' met betrekking tot de Koning.
-
Abdicatie
Een koning(in) kan afstand doen van het koninklijk gezag. Dat heet abdicatie. Abdicatie gebeurt bij Akte. De ondertekening daarvan geschiedt door de Koning i en de troonopvolger, in aanwezigheid van de ministers, van andere leden van het Koninkijk Huis i en van hoogwaardigheidsbekleders, zoals de vicepresident van de Raad van State i. Bij de abdicatie van Willem I waren ook de leden van de Raad van State aanwezig. Er is hiervoor overigens geen formele regeling. De Akte wordt voorzien van het koninklijk zegel.
-
Regentschap
Een regent is iemand die tijdelijk het koninklijk gezag uitoefent, we spreken dan van een regentschap. In welke gevallen een regent optreedt, is geregeld in de Grondwet i.
Als een prins of prinses die in aanmerking kan komen voor het koningschap wil trouwen, kan de regering i voor dat huwelijk toestemming vragen aan het parlement. Gebeurt dat niet of wordt de toestemming niet verleend, en trouwen ze toch, dan gaat het recht op de kroon verloren. Dit was het geval bij het huwelijk van prins Friso (de tweede zoon van koningin Beatrix en prins Claus) met mevrouw Mabel Wisse Smit.
In het verleden heeft de regering ook voor de huwelijken van prinses Irene en prinses Christina, kinderen van koningin Juliana i, geen toestemming gevraagd.
De lijn van troonopvolging ziet er nu als volgt uit:
-
-prinses Amalia, oudste dochter van koning Willem-Alexander en koningin Máxima
-
-prinses Alexia, tweede dochter van koning Willem-Alexander en koningin Máxima
-
-prinses Ariane, derde dochter van koning Willem-Alexander en koningin Máxima
-
-prins Constantijn (broer van koning Willem-Alexander)
-
-gravin Eloise (dochter van prins Constantijn en prinses Laurentien)*
-
-graaf Claus-Casimir (zoon van prins Constantijn en prinses Laurentien)*
-
-gravin Leonore (dochter van prins Constantijn en prinses Laurentien)*
-
-prinses Margriet (zuster van voormalig koningin Beatrix i)
-
*geen lid van het koninlijk huis op grond van de Wet lidmaatschap koninklijk huis.
Meer over