Artikel 19: Rentevoet
-
1.De rentevoet voor door de Bank te verstrekken leningen alsmede de garantieprovisie dienen te worden aangepast aan de op de kapitaalmarkt geldende voorwaarden en zodanig te worden berekend dat de daaruit voortvloeiende ontvangsten de Bank in staat stellen haar verplichtingen na te komen, haar kosten te dekken en overeenkomstig artikel 24 i een reservefonds te vormen.
-
2.De Bank staat geen verlagingen toe van de rentevoet. Ingeval er, gelet op de bijzondere aard van het te financieren project, aanleiding bestaat tot verlaging van de rentevoet, kan de belanghebbende Lid-Staat of een derde instantie rentevergoedingen verlenen, voor zover dit verenigbaar is met de in artikel 92 van het Verdrag i vastgestelde regels.
Er zal door de kredietontvanger een normale rente moeten worden betaald, waarbij enerzijds rekening dient te worden gehouden met de op de kapitaalmarkt heersende rentestand en anderzijds de rente zo dient te worden vastgesteld, dat de Bank in staat is aan haar verplichtingen te voldoen en een reserve te vormen (zie artikel 24 i).
Het is derhalve niet mogelijk, dat de Bank een ander rentetarief dan het op de zo juist genoemde bancaire principes gebaseerde tarief in rekening brengt. Wel kan volgens het tweede lid door de Overheid van het land van de kredietontvanger of door een derde instantie een zekere subsidie worden verschaft, indien zulks, gezien de aard van het te financieren project, wenselijk is en niet in strijd is met de bepalingen van artikel 92 van het Verdrag i.