Artikel 212: Statuut ambtenaren, regeling andere personeelsleden
De Raad stelt met eenparigheid van stemmen, in samenwerking met de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken instellingen, het statuut van de ambtenaren vast, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschap.
Na het einde van het vierde jaar, te rekenen van het tijdstip van inwerkingtreding van dit Verdrag, kunnen dat statuut en die regeling door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken instellingen, worden gewijzigd.
De Raad stelt met eenparigheid van stemmen, in samenwerking met de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken instellingen, het statuut van de ambtenaren vast, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschap.
Na het einde van het vierde jaar, te rekenen van het tijdstip van inwerkingtreding van dit Verdrag, kunnen dat statuut en die regeling door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken instellingen, worden gewijzigd.
De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de andere betrokken instellingen, het statuut vast van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, alsmede de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.