Artikel 159: Beëindiging ambtsvervulling en vervanging van leden
Behalve door periodieke vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.
De betrokkene wordt vervangen voor de verdere duur van het mandaat. De Raad kan met eenparigheid van stemmen vaststellen dat er geen reden voor vervanging is.
Behoudens in geval van ontslag ambtshalve als bepaald in artikel 160 i, blijven de leden van de Commissie in functie totdat in hun vervanging is voorzien.
Behalve door periodieke vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.
De betrokkene wordt vervangen voor de verdere duur van het mandaat. De Raad kan met eenparigheid van stemmen vaststellen dat er geen reden voor vervanging is.
Behoudens in geval van ontslag ambtshalve als bepaald in artikel 160 i, blijven de leden van de Commissie in functie totdat in hun vervanging is voorzien.
Behalve door regelmatige vervanging of door overlijden eindigt de ambtsvervulling van een lid van de Commissie door vrijwillig ontslag of ontslag ambtshalve.
In geval van ontslag of overlijden wordt het lid voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen door een nieuw lid dat door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt benoemd. De Raad kan met eenparigheid van stemmen vaststellen dat er geen reden voor vervanging is.
In geval van vrijwillig ontslag, ontslag ambtshalve of overlijden wordt de voorzitter voor de verdere duur van zijn ambtstermijn vervangen. De procedure van artikel 214, lid 2 i, is van toepassing voor de vervanging van de voorzitter.
Behoudens in geval van ontslag ambtshalve overeenkomstig artikel 216 i, blijven de leden van de Commissie in functie totdat in hun vervanging is voorzien of totdat de Raad overeenkomstig de tweede alinea van dit artikel besluit dat er geen reden voor vervanging is.