Standpuntbepaling EP in Intergouvernementele Conferentie
José GIL-ROBLES GIL-DELGADO (EVP/ED, E); Dimitrios TSATSOS (PES, GR)
Ontwerpverdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa en houdende advies van het Europees Parlement inzake de bijeenroeping van de Intergouvernementele Conferentie (IGC)
Doc.: A5-0299/2003
Procedure : Wetgevende raadpleging
Debat : 24 september 2003
Stemming : 24 september 2003
Verslag aangenomen (335-106-53)
Het Europees Parlement stemt in met de bijeenroeping van de Intergouvernementele Conferentie (IGC) op 4 oktober 2003. Het EP dringt er bij de IGC op aan de door de Conventie bereikte consensus te respecteren en onderhandelingen over de door de Conventie genomen fundamentele besluiten te vermijden. Immers, de door de Conventie opgestelde ontwerpgrondwet is het resultaat van een brede democratische consensus die de wil van de burgers tot uitdrukking brengt. Het EP steunt het Italiaanse voornemen om de IGC in december 2003 af te ronden en wenst dat het nieuwe Verdrag door alle 25 lidstaten op 9 mei 2004 (dag van Europa) wordt ondertekend. Het Parlement is van mening dat de lidstaten die referenda over de ontwerpgrondwet houden deze zo mogelijk op dezelfde dag moeten houden of de ontwerpgrondwet overeenkomstig hun grondwettelijke bepalingen op dezelfde dag dienen te ratificeren.
Wat de inhoudelijke bijdrage van het Parlement tot de IGC betreft, wijst het EP erop dat de Conventie een aantal positieve resultaten heeft bereikt:
-
-de opname van het Handvest van de Grondrechten in het Verdrag;
-
-de vereenvoudiging van de wetgeving;
-
-de afschaffing van de pijlerstructuur;
-
-een groter gebruik van de medebeslissingsprocedure en van stemming met gekwalificeerde meerderheid;
-
-de verkiezing, door het EP, van de voorzitter van de Europese Commissie;
-
-de introductie van een wetgevingsinitiatief van burgers;
-
-een grotere rol van de nationale en regionale parlementen bij de werkzaamheden van de Unie;
-
-de mogelijkheid van een structurele samenwerking in het veiligheids- en defensiebeleid onder eerbiediging van de bondgenootschapsverplichtingen;
-
-de afscheiding van het Euratomverdrag van de rechtsstructuur van de toekomstige Grondwet;
-
-het feit dat het verband tussen de weging van stemmen in de Raad en de verdeling van zetels in het Parlement, komt te vervallen.
Toch zijn er ook aspecten waar het EP minder gelukkig mee is. Zo is het EP van mening dat de rol van voorzitter van de Raad strikt beperkt moet zijn tot de taken van een voorzitter. Mogelijke conflicten met de voorzitter van de Commissie of de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie moeten worden voorkomen, de Raadsvoorzitter mag hun status niet aantasten. Het Parlement vindt bovendien dat het absoluut noodzakelijk is dat de minister van Buitenlandse Zaken bijgestaan wordt door een gezamenlijke administratie binnen de Europese Commissie. Verder wil het Parlement dat de vereiste eenparigheid van stemmen in de Raad met betrekking tot het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en sommige terreinen van sociaal beleid, moet worden afgeschaft.
Het EP roept voorts op tot een meer expliciete integratie van werkgelegenheids-, milieu- en dierenwelzijnsaspecten in alle beleidsvormen van de EU (88). Tenslotte merkt het EP op dat gebleken is dat de Conventiemethode voor democratische legitimiteit zorgt en door haar werkwijze openheid en participatie waarborgt. Het EP vindt wel dat bij toekomstige Conventies de Conventie zelf zijn presidium zou moeten kunnen kiezen.
Debat
De Rapporteurs
José GIL-ROBLES GIL-DELGADO (EVP/ED, E) vindt dat het EP zijn delegatie in de Conventie moet ondersteunen. De Conventietekst is misschien niet perfect, maar is wel een goede tekst waarop geen amendementen mogen worden ingediend. De Conventietekst weerspiegelt een politieke consensus die voortvloeit uit de wil van de burgers van de Unie. Een oplossing die pleit voor een ander aantal Commissarissen dan vermeld in de Conventietekst, is fout. De nieuwe lidstaten mogen niet het slachtoffer worden van een nieuwe manier van beslissen. Consensus mag niet worden vervangen door een opgelegde mening.
Volgens Dimitrios TSATSOS (PES, GR) betekent geschiedenis ontwikkeling. Nu begint de grondwettelijke geschiedenis van de Unie. Het Parlement moet het middel van de Conventie nu en in de toekomst beschouwen als een door het Parlement verworven recht. De Intergouvernementele Conferentie (IGC) mag, ondanks de tekortkomingen van de Conventie, de fundamentele bereikte akkoorden niet meer opengooien. Een nieuw fiasco zoals in Nice moet worden voorkomen. De fundamentele rechten moeten in de tekst blijven staan, evenals de beginselen van meer transparantie en meerderheidsbesluitvorming.
Toch zijn de tekortkomingen in de Conventietekst reëel: de instelling van een vaste Raadsvoorzitter raakt aan het institutionele evenwicht. Een Commissie met leden die stemrecht hebben en leden die geen stemrecht hebben is als "een monstertje dat geboren wordt." Toch zegt Tsatsos ja tegen de Conventietekst. Dat is niet tegenstrijdig: grondwettelijke teksten zijn nu eenmaal niet statisch maar evolueren in de tijd. Het Parlement moet eigen meningen naar voren schuiven. Van burgers kan slechts worden gevraagd de tekst te steunen als daar voor hen bepaalde voordelen aan vastzitten. Het christelijk geloof en de Europese cultuur zijn belangrijk, maar dienen niet genoemd te worden in de Grondwet. Tenslotte hekelt Tsatsos het feit dat veel leden nog steeds opkijken naar de VS, ondanks de illegale aanval op Irak.
Namens de Raad
Roberto ANTONIONE merkt op dat de Conventie met succes bergen werk heeft verzet. Onder de bereikte successen rekent hij de versterking van de subsidiariteit, de afschaffing van de pijlerstructuur en de vereenvoudiging van de regelgeving. Het laatste woord is aan de regeringen. De IGC mag niet vergeten dat er sprake is van een unitair grondwettelijk proces dat begonnen is met de Conventie. Het tijdpad van de Top in Thessaloniki moet worden gehaald, dat wil zeggen dat de IGC op tijd voor de Europese verkiezingen moet worden afgerond. Het Italiaanse voorzitterschap wil de IGC in december 2003 afsluiten. Een verlenging van de constitutionele onderhandelingen zou enorme problemen opleveren voor de democratische legitimiteit en de transparantie, omdat er dan vóór de Europese verkiezingen geen publiek debat meer kan plaatsvinden.
Het advies van het Europees Parlement is een belangrijke steun binnen de IGC. Het is ongepast debatten te openen die in de Conventie zijn afgerond. De IGC moet in de allergrootste openheid en transparantie nog wel een aantal onduidelijke punten verbeteren. Een mislukking van de IGC zou een grote klap zijn voor de rol van Europa op het wereldtoneel. Het EP moet bij de IGC worden betrokken, dat is essentieel. Aan de IGC van Nice heeft het EP deelgenomen als lid van de groep van persoonlijke vertegenwoordigers, ditmaal moet het EP op gelijke voet staan met de ministers van Buitenlandse Zaken. De staats- en regeringsleiders moeten zich nog uitspreken over dit punt, hetgeen zal gebeuren bij de opening van de IGC. De Italiaanse positie moge nu duidelijk zijn. Het EP is de belichaming van de directe wilsbeschikking van de volkeren. Steun van het EP in de IGC is dan ook onontbeerlijk.
Namens de Commissie
"Nostalgie is geen goede raadgever, zeker niet voor diegenen die aan politiek doen," aldus Michel BARNIER. Het Parlement en de Commissie moeten aan het eind van de IGC, die moet leiden tot een nieuw Verdrag van Rome, zij aan zij staan. Barnier pleit voor een Europese ratificatiedag waarvoor een Europees debat plaatsvindt over de resultaten van de IGC, in plaats van 25 nationale debatten. "Het zal een andere IGC worden dan die van Amsterdam en Nice, die wel hebben geleid tot enige vooruitgang, maar vooral tot veel spijt." Het broze evenwicht tussen de instellingen mag niet worden verstoord. Er komt echte vooruitgang aan: de pijlerstructuur wordt afgeschaft, de bevoegdheden van de Unie worden beter afgebakend, de instelling van een justitiële ruimte wordt werkelijkheid, de meerderheidsbesluitvorming wordt uitgebreid en er komt vooruitgang op het gebied van defensie. Joegoslavië en Irak hebben laten zien dat Europa een gezamenlijke defensiestrategie moet opstellen.
Niet alles is rozengeur en maneschijn: het ontwerpverdrag beperkt onvoldoende de terreinen waarop besluitvorming bij unanimiteit blijft bestaan. Verder heeft de Commissie zich afgevraagd hoe het zit met de bepalingen over de samenstelling van de Commissie zelf. De Commissie heeft een betere oplossing gevonden dan de Conventie. Misschien zijn niet alle Europese burgers bereikt, maar de Conventie heeft besprekingen in achterkamertjes gemeden. Op een beperkt aantal punten kan het resultaat van de Conventie worden verduidelijkt, zonder het evenwicht te verstoren.
Fractiewoordvoerders
Volgens Elmar BROK (EVP/ED, D) is het Parlement met veel zaken niet tevreden, maar het moet omwille van het evenwicht akkoord gaan. Brok gelooft dat een goede samenwerking met het Italiaanse voorzitterschap mogelijk is. De Unie gaat er met het Conventieresultaat duidelijk op vooruit. Het democratische principe is versterkt, het medebeslissingsrecht dat in het Verdrag van Amsterdam tot wasdom is gekomen, wordt vervolmaakt, de pijlerstructuur wordt afgeschaft. De burger moet het kunnen afstraffen als hij het niet eens is met het resultaat. Als de bevoegdheden van de Unie duidelijk zijn, kunnen er voor die gebieden ook betere besluitvormingsprocedures worden opgesteld. Het punt van de subsidiariteit is verbeterd. De burger krijgt de mogelijkheid te reclameren als dat beginsel geschonden wordt. De burger zal via het Parlement ook de voorzitter van de Commissie kunnen kiezen. Verder is het evenwicht tussen de grote en de kleine landen gegarandeerd. De Grondwet is wellicht de laatste kans om een Europa met gelijke rechten te scheppen. Het zou goed zijn het woord christelijk in de Constitutie op te nemen.
Enrique BARON CRESPO (PES, E) begrijpt nog steeds niet hoe de verdeling van de spreektijd precies werkt. De heer Napolitano, voorzitter van de constitutionele commissie, is helemaal niet in de sprekerslijst opgenomen. Barón Crespo ziet veel overeenkomsten tussen de positie van het Parlement en van de Commissie. Hij stelt een amendement voor op het verslag van Gil Robles, want het kan "kan niet zo zijn dat na het eten de grote mensen zeggen: nu moeten de kinderen zwijgen." Het Parlement wordt waarnemer bij de IGC, maar had wat meer verwacht. Artikel 37 van het rapport van Gil Robles en Tsatsos moet daarom gewijzigd worden: het Parlement is niet tevreden met zijn positie in de IGC, maar is juist bezorgd. Dat moet gezegd worden, want "de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens."
Andrew DUFF (ELD, VK) zegt dat de meeste leden van de Raad, ondanks de oorspronkelijke problemen, vandaag het resultaat van de Conventie lijken te accepteren. Ze zien dat als ze te veel van de Conventie afwijken, ze met lege handen staan, ze hebben geen alternatief. Het Verenigd Koninkrijk bleek vorige week op de ontmoeting in Berlijn voor het eerst bereid om de Europese defensiepolitiek te steunen. De werkzaamheden van de IGC dienen de geest van de Conventie te ademen.
Armando COSSUTTA (EVL/NGL, I) gelooft dat de resultaten van de Conventie zullen bijdragen aan de toekomst van de Unie. Men kan niet zeggen dat niets meer mag worden veranderd. Cossutta steunt Commissievoorzitter Prodi die de waarde van de Conventietekst erkent, maar tegelijkertijd mogelijkheden ziet om deze te verbeteren. De Conventie is voorgezeten door een zeer gewaardeerde, maar toch ook zeer gematigde Giscard d'Estaing. Eenparigheid van stemmen moet op elk beleidsterrein worden afgeschaft. Er moet een buitenlands beleid komen met een militaire strijdkracht die een tegenwicht kan bieden aan de enige supermacht in de wereld.
Johannes VOGGENHUBER (GROENEN/EVA, A) zegt dat het beste aan de Conventie was, dat het geen IGC was, maar een dialoog met de burgers en het maatschappelijke middenveld. Het slechtste was, dat de Conventie uiteindelijk toch eindigde als een regeringsconferentie. Toen de Conventie onder druk van de regeringen terugplooide, was het over met de successen. Er was geen ruimte voor meer meerderheidsbesluiten. En zoals iedereen weet is plus maal min min. De IGC zal leiden tot een Nice II. Men zal uitkomen bij het kleinst mogelijke gemeenschappelijke resultaat. Is de Commissie bereid de historische verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het wijzigen van de Conventietekst? De plaats van Barnier moet aan de zijde van het Parlement zijn. De IGC moet de Conventietekst accepteren en die zaken waar de Conventie geen consensus over heeft bereikt moet de IGC in de geest van de Conventie oplossen. Wie in deel één pleit voor een sociaal Europa en in deel drie voor een volledig vrije markt, liegt. Als de IGC mislukt, staat Europa met lege handen.
José RIBEIRO E CASTRO (UEN, P) citeert Robert Schuman: "Europa zal niet in één keer ontstaan, maar op grond van feitelijke constructies en gemeenschappelijke solidariteit." In de Conventie is geen enkele keer gestemd. De Conventie was niet democratisch. De regeringen willen Europa nu voor eens en voor altijd vastleggen. Dat gaat in tegen wat Schuman heeft gezegd. De kritiek van de Duitse minister Fischer over de financiële positie, sluit solidariteit uit. De IGC moet de Schumanbeginselen volgen.
Jens-Peter BONDE (EDD, DK) waarschuwt het Italiaanse voorzitterschap. Er zijn maar twaalf vergaderdagen gepland voor een grondwet waar niemand van gehoord heeft. Niemand weet wat de plannen van de elite in Europa zijn om macht over te dragen aan Brussel. Het volk kan pas beslissen als het op de hoogte is. Bonde heeft 200 handtekeningen verzameld om de procedure om te gooien. Elk land moet een eigen Eurocommissaris hebben. De kern van de Grondwet zou zijn dat er meer bevoegdheden naar de ambtenaren in Brussel gaan. Binnenkort zullen verkiezingen besluiten niet langer kunnen terugdraaien. Als Europa de democratie wil terugschroeven, dan moet dat op een democratische wijze gebeuren, dus door een referendum.
Overige sprekers
Rijk VAN DAM (EDD, NL) zegt dat voor een aanzienlijk aantal regio's de toeristische sector een belangrijke of zelfs de belangrijkste vorm van inkomsten is. Veel ondernemingen in de toeristische sector behoren tot het midden- en kleinbedrijf en kunnen al gebruik maken van Europese regelingen. Europese steun zal de welvaart van de betreffende regio's doen toenemen, hetgeen de sociale cohesie ten goede komt. De commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme pleit voor een rechtsbasis voor toerisme in het nieuwe Verdrag.
Nelly MAES (GROENEN/EVA, B) spreekt namens hen die dromen van een echt verenigd Europa. De nieuwe Grondwet biedt dat niet, maar zorgt wel voor aanzienlijke vooruitgang. Maes wijst er wel op dat de soevereiniteit enkel bij de lidstaten rust. Het zijn ook de lidstaten die beslissen over de diversiteit van talen en culturen. Sommige van de toetredende landen zijn kleiner dan bestaande autonome regio's in de Unie. Maes ziet de kleine staten als bondgenoten en roept hen op het resultaat van de Conventie samen met het EP te verdedigen. Het Conventieresultaat is evenwichtig.
Hanja MAIJ-WEGGEN (EVP/ED, NL) vindt haar werk in de Conventie het belangrijkste wat ze in twintig jaar EP heeft gedaan. Wie de gewelddadige geschiedenis van Europa kent, begrijpt het belang van een Europese grondwet. De Conventie heeft meer bereikt dan de verdagswijzigingen van Amsterdam en Nice samen. Het Conventiemodel moet behouden blijven nu gebleken is dat een Conventie meer presteert dan IGC's. Maij-Weggen looft de resultaten van de Conventie: de grondrechten zijn vastgelegd, voortaan staat transparantie in de procedures voorop en het EP krijgt sluitende bevoegdheden in de medebeslissingsprocedure. De werkzaamheden van de Raad worden meer openbaar waardoor de Raad het karakter van een senaat krijgt. Het resultaat is niet volmaakt. Gekwalificeerde meerderheidsbesluiten ontbreken in de buitenlandse politiek en in handelszaken. Iedere lidstaat zou een eigen Commissaris moeten houden. Dat is echter onvoldoende reden om het resultaat van de Conventie te verwerpen.
De VOORZITTER bedankt Hanja Maij-Weggen voor haar vele werk. Dit was haar laatste interventie in het Parlement.
Max VAN DEN BERG (PES, NL) zegt dat men er ondanks de aanvankelijke scepsis in is geslaagd een bewonderenswaardig compromis te bereiken. Hoewel er zeker dingen in de ontwerpgrondwet staan die het Parlement anders gewild had, is dit toch een resultaat dat gesteund moet worden. Van den Berg is verbaasd dat sommigen, onder wie de Nederlandse regering, ervoor pleiten om God en het christendom op te nemen in de Europese grondwet. Waar is dan de scheiding van kerk en staat waar de moderne democratie op gebaseerd is? Staat God niet boven de wet, voorzitter?
In de resolutie geeft het EP aan dat alle lidstaten waar dat volgens de grondwet mogelijk is, een referendum moeten houden over de grondwet op dezelfde dag als de Europese verkiezingen. Van den Berg is een groot voorstander van een referendum. Belangrijke beslissingen als de invoering van een Europese grondwet mogen niet slechts aan regeringsleiders overgelaten worden. In Nederland komt er waarschijnlijk een referendum. Helaas blijkt de Nederlandse regering zeer verdeeld over het referendum. Het ontbreekt het Nederlandse kabinet aan een duidelijk Europees profiel.
De burger die toch al steeds vaker het gevoel heeft geen enkele invloed uit te oefenen op Europese besluitvormingsprocessen, zal alleen nog maar sceptischer worden. Van den Berg roept de regeringsleiders, en dan zeker ook de Nederlandse premier, op nu niet de ontwerp-grondwet in achterkamertjes te gaan ontrafelen. Basiswaarden, sociale grondrechten en meer democratie mogen niet afgezwakt worden door nationale belangen. Van den Berg is tegen een terugkeer naar die vermaledijde achterkamertjes in Nice waar de regeringen een muis baarden.
Nogmaals de Raad
Roberto ANTONIONE gelooft niet dat het aan het voorzitterschap is om de verschillende punten uit het debat apart te behandelen. Hij neemt nota van de suggesties met betrekking tot de transparantie. Het fundamentele punt voor het EP is de rechtstreekse betrokkenheid bij de werkzaamheden van de IGC. Antonione bevestigt dat het voorzitterschap een dergelijke betrokkenheid steunt. Het is echter niet het voorzitterschap dat hierover beslist.