Artikel 18:
De Unie stort op de eerste werkdag van elke maand aan de Tsjechische Republiek, Cyprus, Malta en Slovenië, uit hoofde van de uitgaven van de begroting van de Unie, één achtste in 2004 vanaf 1 mei 2004 en één twaalfde in 2005 en 2006 van de volgende bedragen bij wijze van tijdelijke begrotingscompensatie:
(miljoen euro - prijzen van 1999)
|
2004 |
2005 |
2006 |
Tsjechische Republiek |
125,4 |
178,0 |
85,1 |
Cyprus |
68,9 |
119,2 |
112,3 |
Malta |
37,8 |
65,6 |
62,9 |
Slovenië |
29,5 |
66,4 |
35,5 |