Artikel 77: Middelen van de Gemeenschap
De geldmiddelen van de Gemeenschap komen voort:
uit eigen inkomsten, die de belastingen, leningen en verschillende opbrengsten van de Gemeenschap omvatten;
uit door de deelnemende Staten gestorte bijdragen.
1953
De geldmiddelen van de Gemeenschap komen voort:
uit eigen inkomsten, die de belastingen, leningen en verschillende opbrengsten van de Gemeenschap omvatten;
uit door de deelnemende Staten gestorte bijdragen.
1984
-
1.Bij de inwerkingtreding van dit Verdrag beschikt de Unie over ontvangsten van dezelfde aard als die waarover de Europese Gemeenschappen beschikken. De Unie ontvangt evenwel een vast percentage van de BTW-grondslag, zoals vastgesteld bij de begroting in het kader van het in artikel 74 i van dit Verdrag bedoelde programma.
-
2.De Unie kan bij organieke wet de aard of de grondslag van de bestaande, ontvangsten wijzigen of nieuwe ontvangsten scheppen. Zij machtigt de Commissie bij de wet leningen uit te schrijven, onverminderd het bepaalde in artikel 75 i, lid 2, van dit Verdrag.
-
3.De inning van de ontvangsten van de Unie geschiedt in beginsel door de autoriteiten van de Lid-Staten. Zodra zij geïnd zijn, worden deze ontvangsten overgemaakt aan de Unie. Bij de wet worden de uitvoeringsbepalingen van dit lid vastgesteld en kunnen eigen diensten van de Unie voor de inning van de ontvangsten worden opgericht.