Artikel IV-441: Regionale unies
Dit verdrag vormt geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen België en Luxemburg alsmede tussen België, Luxemburg en Nederland, voorzover de doelstellingen van die regionale unies niet worden bereikt door toepassing van dit verdrag.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Dit artikel is letterlijk overgenomen van artikel 306 EG-Verdrag i en bepaalt dat het Grondwettelijk Verdrag geen beletsel vormt voor de regionale samenwerking tussen onder meer België, Luxemburg en Nederland in het kader van de Benelux, voorzover de doelstellingen van die samenwerking niet al worden bestreken door het Grondwettelijk Verdrag zelf.
Op 1 november 2010 loopt het op 3 februari 1958 te 's Gravenhage totstandgekomen Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (Trb. 1958, 18) af. Het Benelux-verdrag blijft op grond van artikel 99, tweede lid, vervolgens voor achtereenvolgende tijdvakken van tien jaren van kracht, tenzij een van de partijen een jaar voor de afloop van het lopende tijdvak de andere partijen in kennis stelt van haar voornemen, het Verdrag te beëindigen.
In Nederland is, net als in België en Luxemburg, een aanzet gemaakt tot het opstarten van de discussie over de toekomst van de Benelux. Vragen die beantwoord moeten worden, zijn op welke terreinen de Benelux een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van andere bestaande structuren (met name de EU), de verhouding tussen de Benelux als politiek platform en als organisatie (de Benelux Economische Unie), en de rol van het Secretariaat-Generaal te Brussel. De Nederlandse inzet zal worden bepaald na afronding van de hiervoor genoemde oriënterende discussies.
Het constitutioneel verdrag vormt geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen België en Luxemburg alsmede tussen België, Luxemburg en Nederland, voorzover de doelstellingen van die regionale unies niet bereikt worden door toepassing van het constitutioneel verdrag.
Deze bepaling is overgenomen uit artikel 306 van het VEG. De Conventie zou de draagwijdte van dit artikel en/of het verband ervan met de bepalingen betreffende de nauwere samenwerking bij eventuele latere besprekingen over de nauwere samenwerking kunnen behandelen. Voorlopig wordt evenwel aanbevolen de tekst van het bestaande artikel te handhaven.
Het verdrag tot instelling van de Grondwet vormt geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen België en Luxemburg alsmede tussen België, Luxemburg en Nederland, voorzover de doelstellingen van die regionale unies niet bereikt zijn door toepassing van genoemd verdrag.
Het verdrag tot vaststelling van de Grondwet vormt geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen België en Luxemburg alsmede tussen België, Luxemburg en Nederland, voorzover de doelstellingen van die regionale unies niet bereikt zijn door toepassing van genoemd verdrag.
Het verdrag vormt geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen België en Luxemburg alsmede tussen België, Luxemburg en Nederland, voorzover de doelstellingen van die regionale unies niet bereikt zijn door toepassing van genoemd verdrag.
Dit verdrag vormt geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen België en Luxemburg alsmede tussen België, Luxemburg en Nederland, voorzover de doelstellingen van die regionale unies niet worden bereikt door toepassing van dit verdrag.