Artikel III-400: Vaststelling arbeidsvoorwaarden van leden Instellingen
De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende:
-
a)de bezoldigingen, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, van de voorzitter van de Commissie, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, van de leden van de Commissie, van de presidenten, de leden en de griffiers van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsmede van de secretaris-generaal van de Raad;
-
b)de arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder de bezoldigingen, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer;
-
c)alle vergoedingen welke als beloning kunnen gelden van de onder a) en b) bedoelde personen.
-
2.De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende de vergoedingen van de leden van het Economisch en Sociaal Comité.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Artikel III-400 betreffende de wedden, vergoedingen en arbeidsvoorwaarden van de Europese functionarissen neemt drie aparte bepalingen samen die reeds onder het EG-Verdrag golden (artikelen 210 i, 247, achtste lid i, en 258 i).
Het Grondwettelijk Verdrag vult het lijstje met Europese functionarissen, conform de nieuwe institutionele structuur, aan met de voorzitter van de Europese Raad en de EMBZ.
De twee aparte bepalingen uit artikel 210 en 247, achtste lid, van het EG-Verdrag, houdende dat de Raad vaststelt welke vergoedingen als beloning van de bovengenoemde functionarissen kunnen gelden, zijn eveneens samengevoegd overgenomen en uitgebreid tot het hele scala van Europese functionarissen.
Ten slotte is, overeenkomstig oud artikel 258 van het EG-Verdrag, ter completering van dit artikel over de arbeidsvoorwaarden van de verschillende Europese ambtsdragers, opgenomen dat de Raad Europese verordeningen en besluiten kan vaststellen betreffende de leden van het Economisch en Sociaal Comité.
De Raad stelt Europese besluiten vast houdende de wedden, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter en de leden van de Commissie, van de president, de rechters, de advocaten-generaal en de griffier van het Hof van Justitie, en van de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg, van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer en van de leden van het Economisch en Sociaal Comité. De Raad stelt tevens alle vergoedingen vast welke als beloning kunnen gelden.
-
1.De Raad van Ministers stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende:
-
a)de wedden, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Europese Commissie, de minister van Buitenlandse Zaken, van de Europese commissarissen en commissarissen, van de president, de leden en de griffier van het Hof van Justitie, en van de leden en de griffier van de Rechtbank van de Europese Unie;
-
b)de werkgelegenheidsvoorwaarden, en in het bijzonder de wedden, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer.
De Raad van Ministers stelt tevens alle vergoedingen vast welke als beloning kunnen gelden.
-
-
2.De Raad van Ministers stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende de vergoedingen van de leden van het Economisch en Sociaal Comité.
-
1.De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende:
-
a)de wedden, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Commissie, de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, van de Europese commissarissen, van de commissarissen, van de presidenten, de leden en de griffiers van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsmede van de secretaris-generaal van de Raad;
-
b)de werkgelegenheidsvoorwaarden, en in het bijzonder de wedden, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer;
-
c)alle vergoedingen welke als beloning kunnen gelden van de onder a) en b) bedoelde personen.
-
-
2.De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende de vergoedingen van de leden van het Economisch en Sociaal Comité.
De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende:
-
a)de bezoldigingen, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, van de voorzitter van de Commissie, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, van de leden van de Commissie, van de presidenten, de leden en de griffiers van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsmede van de secretaris-generaal van de Raad;
-
b)de arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder de bezoldigingen, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer;
-
c)alle vergoedingen welke als beloning kunnen gelden van de onder a) en b) bedoelde personen.
-
2.De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende de vergoedingen van de leden van het Economisch en Sociaal Comité.