Artikel III-286: Algemene bepalingen
-
1.De niet-Europese landen en gebieden die bijzondere betrekkingen onderhouden met Denemarken, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, worden met de Unie geassocieerd. Die landen en gebieden, hierna genoemd landen en gebieden, worden opgesomd in bijlage II. [*]
Deze titel is op Groenland van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland.
-
2.Doel van de associatie is het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van deze landen en gebieden en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Unie.
De associatie schept in de eerste plaats de mogelijkheid, de belangen en de voorspoed van de inwoners van die landen en gebieden te bevorderen, om hen zodoende te brengen tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling welke zij verwachten.
Inhoudsopgave van deze pagina:
[*] Bijlage II:
LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE
waarop toepasselijk zijn de bepalingen van Titel IV van Deel III van de Grondwet:
-
-Groenland
-
-Nieuw-Caledonië en onderhorigheden
-
-Frans Polynesië
-
-de Franse Zuidelijke en Zuidpool-gebieden
-
-Wallis-archipel en Futuna-eiland
-
-Mayotte
-
-Saint Pierre en Miquelon
-
-Aruba
-
-Nederlandse Antillen i:
-
-Bonaire
-
-Curaçao
-
-Saba
-
-Sint Eustatius
-
-Sint Maarten
-
-
-Anguilla
-
-Cayman-eilanden
-
-Falkland-eilanden
-
-South Georgia en de Zuidelijke Sandwich-eilanden
-
-Montserrat
-
-Pitcairn
-
-St. Helena met onderhorigheden
-
-Brits Antarctica
-
-Brits gebied in de Indische Oceaan
-
-Turks- en Caicos-eilanden
-
-Britse Maagden-eilanden
-
-Bermuda-eilanden.
De verhouding van de Europese Unie tot de niet-Europese landen en gebieden die bijzondere betrekkingen onderhouden met Denemarken, Frankrijk, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk wordt geregeld in Titel IV (artikelen III-286 tot en met III-291) inzake de associatie van de Landen en Gebieden Overzee (LGO).
Titel IV is met uitzondering van enkele tekstuele aanpassingen niet gewijzigd. Voor het Koninkrijk der Nederlanden is deze Titel van toepassing op de Nederlandse Antillen en Aruba, ingevolge Bijlage II bij het Grondwettelijk Verdrag. In Bijlage II zijn de LGO opgenomen waarop de bepalingen van Titel IV van toepassing zijn.
In het eerste lid van artikel III-286 (artikel 182 EG-Verdrag) is de verwijzing naar de bijzondere regeling met Groenland toegevoegd, die in artikel 188 EG-Verdrag i vermeld werd.
De niet-Europese landen en gebieden die bijzondere betrekkingen onderhouden met Denemarken, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, worden met de Unie geassocieerd. Die landen en gebieden, hierna genoemd landen en gebieden, worden opgenomen in [bijlage II].
Doel van de associatie is het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling der landen en gebieden en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Unie in haar geheel.
Overeenkomstig de [...] neergelegde beginselen moet de associatie in de eerste plaats de mogelijkheid scheppen de belangen en de voorspoed van de inwoners van die landen en gebieden te bevorderen, teneinde hen te brengen tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling welke zij verwachten.
[Voetnoot: Het zou aanbeveling verdienen de beginselen in kwestie op te nemen, die momenteel te vinden zijn in de preambule van het VEG. Zij zouden in de Grondwet moeten worden opgenomen, en waar toepasselijk in deze bepaling.]
De niet-Europese landen en gebieden die bijzondere betrekkingen onderhouden met Denemarken, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, worden met de Unie geassocieerd. Die landen en gebieden, hierna genoemd landen en gebieden, worden opgenomen in bijlage II.
Doel van de associatie is het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van deze landen en gebieden en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Unie in haar geheel.
De associatie schept in de eerste plaats de mogelijkheid, de belangen en de voorspoed van de inwoners van die landen en gebieden te bevorderen, om hen zodoende tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling te brengen welke zij verwachten.
Deze bijlage, die overeenkomt met bijlage II van het EG-Verdrag, wordt nog opgesteld.
-
1.De niet-Europese landen en gebieden die bijzondere betrekkingen onderhouden met Denemarken, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, worden met de Unie geassocieerd. Die landen en gebieden, hierna genoemd landen en gebieden, worden opgesomd in bijlage II.[**]
Deze titel is op Groenland van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland. [*]
-
2.Doel van de associatie is het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van deze landen en gebieden en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Unie.
De associatie schept in de eerste plaats de mogelijkheid, de belangen en de voorspoed van de inwoners van die landen en gebieden te bevorderen, om hen zodoende tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling te brengen welke zij verwachten.
Noot [*] bij lid 1, paragraaf 2
Deze paragraaf was voorheen artikel III-192 (ontwerp-Grondwet van de Europese Conventie, d.d. 18 juli 2003).
Voetnoot [**] PDC bij lid 1, paragraaf 1
De bijlage is opgenomen in document CIG 50/03 ADD 1 (25 november 2003), en bevat de volgende tekst:
LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE
waarop toepasselijk zijn de bepalingen van Titel IV van Deel III van de Grondwet:
-
-Groenland
-
-Nieuw-Caledonië en onderhorigheden
-
-Frans Polynesië
-
-de Franse Zuidelijke en Zuidpool-gebieden
-
-Wallis-archipel en Futuna-eiland
-
-Mayotte
-
-Saint Pierre en Miquelon
-
-Aruba
-
-Nederlandse Antillen:
-
-Bonaire
-
-Curaçao
-
-Saba
-
-Sint Eustatius
-
-Sint Maarten
-
-
-Anguilla
-
-Cayman-eilanden
-
-Falkland-eilanden
-
-South Georgia en de Zuidelijke Sandwich-eilanden
-
-Montserrat
-
-Pitcairn
-
-St. Helena met onderhorigheden
-
-Brits Antarctica
-
-Brits gebied in de Indische Oceaan
-
-Turks- en Caicos-eilanden
-
-Britse Maagden-eilanden
-
-Bermuda-eilanden.
-
1.De niet-Europese landen en gebieden die bijzondere betrekkingen onderhouden met Denemarken, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, worden met de Unie geassocieerd. Die landen en gebieden, hierna genoemd landen en gebieden, worden opgesomd in bijlage II. [*]
Deze titel is op Groenland van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland.
-
2.Doel van de associatie is het bevorderen van de economische en sociale ontwikkeling van deze landen en gebieden en de totstandbrenging van nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Unie.
De associatie schept in de eerste plaats de mogelijkheid, de belangen en de voorspoed van de inwoners van die landen en gebieden te bevorderen, om hen zodoende te brengen tot de economische, sociale en culturele ontwikkeling welke zij verwachten.