Artikel 86: Intrekking wetsvoorstel
-
1.Zolang een voorstel van wet niet door de Staten-Generaal is aangenomen, kan het door of vanwege de indiener worden ingetrokken.
-
2.Zolang de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering een door haar in te dienen voorstel van wet niet heeft aangenomen, kan het door het lid of de leden door wie het aanhangig is gemaakt, worden ingetrokken.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
Zolang een wetsvoorstel niet is aangenomen kan het door de indiener worden ingetrokken. Dus tijdens de behandeling in de Tweede Kamer i en vervolgens Eerste Kamer i kan een door de regering i ingediend wetsvoorstel door de regering worden ingetrokken.
Een initiatiefvoorstel i kan tijdens de behandeling in de Tweede Kamer door de initiatiefnemers worden ingetrokken. Nadat de Tweede Kamer met het voorstel heeft ingestemd en het voorstel dus indient (zie artikel 82 i), kan alleen de Tweede Kamer het wetsvoorstel intrekken. Daar zal dus een besluit van de meerderheid van de Tweede Kamer aan ten grondslag moeten liggen.
Schema wie wetsvoorstellen mag intrekken tijdens de behandeling in
|
Tweede Kamer |
Eerste Kamer |
door regering ingediende wetsvoorstellen |
regering |
regering |
initiatiefvoorstellen |
initiatiefnemers |
Tweede Kamer |
Is er eenmaal een initiatiefwetsvoorstel, dat ter behandeling aan de Eerste Kamer is gezonden, dan kan het niet meer worden gewijzigd (artikel 85), en nog slechts worden ingetrokken door de Tweede Kamer (artikel 86, eerste lid, en artikel 85).
-
1.Zolang een voorstel voor een nieuwe wet nog niet is aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer, kan degene die het voorstel heeft gemaakt het voorstel intrekken.
-
2.Zolang de Tweede Kamer of de Eerste en Tweede Kamer samen hun eigen voorstel voor een nieuwe wet nog niet hebben aangenomen, kunnen de kamerleden die het voorstel hebben gemaakt het voorstel intrekken.
Uitleg
In dit artikel staat dat degenen die een voorstel voor een nieuwe wet hebben gemaakt, dit voorstel kunnen intrekken.
Waarom kan dit? Tijdens de vergadering van de Tweede Kamer kunnen kamerleden of de regering het voorstel veranderen. Dan kan het zijn dat degenen die het voorstel hebben bedacht, hun voorstel niet meer goed vinden. En dat zij - door de verandering - liever hebben dat hun voorstel geen wet wordt. Daarom mogen zij het voorstel intrekken
In 2008 heeft prof. dr. C.A.J.M. Kortmann een voorstel gedaan voor een "goede grondwet die inzichtelijk en bij de tijd is". Voor dit artikel deed hij de volgende suggestie:
Artikel 9.2
De leden van het parlement en de regering kunnen door hen ingediende wetsvoorstellen en de ontwerp-begroting tot de eindstemming wijzigen en intrekken.
Het is tot nu toe twee keer voorgekomen dat een door de Tweede Kamer aangenomen initiatiefwetsvoorstel werd ingetrokken.
In 1956 bleek tijdens de behandeling van het initiatief-Oud over het parlementair vacuüm (de eventuele parlementloze periode) dat er een fout stond in het voorstel. De indieners hadden namelijk verzuimd rekening te houden met de uitbreiding van het zeteltal van beide Kamers. Het voorstel werd daarom ingetrokken en vervangen door een nieuw (dat overigens door de Eerste Kamer werd verworpen).
In 1981 werd een initiatiefvoorstel-Roethof/Haas-Berger over hulpverlening aan weggelopen minderjarigen ingetrokken, nadat de Eerste Kamer op onderdelen bezwaren had gemaakt. Het voorstel werd vervangen door een nieuw iniatiefvoorstel waarin aan die bezwaren tegemoet was gekomen.
De laatste jaren is indiening van een novelle i (een wijzigingsvoorstel in de vorm van een wetsvoorstel) gebruikelijk om daarmee gebleken bezwaren van de Eerste Kamer weg te nemen.
Wetenschappelijk
-
-Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Van der Pot (bewerkt door D.J. Elzinga, R. de Lange), 15e druk, De wetgeving, blz 649 t/m 668.
De Eerste Kamer neemt, in het raadpleegen over eenig voorstel harer Leden of Commissiën, de volgende form in acht:
-
a.Bij ieder voorstel, of rapport, moet worden voorgedragen het Ontwerp van de Wet, of van het Besluit, waartoe Hetzelve strekt.
-
b.Er geschieden drie lezingen van elk zoodanig voorstel, alvoorens daarop te besluiten. De tusschenstand van de eene lezing tot de andere is, telkens, ten minsten van drie dagen.
-
c.Na de eerste of tweede lezing, kan een voorstel verworpen, of de raadpleging daarover uitgesteld worden. Het besluit kan niet eerder, dan na de derde lezing, plaats hebben.
-
d.De tweede lezing heeft geene plaats, dan wanneer in de eerste lezing, vijf Leden dezelve vorderen; wordende, in dat geval, de dag tot die tweede lezing, bepaald. Ditzelfde word, bij eene tweede lezing in acht genomen omtrend de derde lezing.
-
e.De bijvoegselen, of bepaalingen van eenig voorstel kunnen wel, bij de eerste of tweede lezing, voorgedragen, doch niet, dan na de derde lezing, in overweging worden genomen.
Twaalf uit dezelven discutiëeren de voorgedragen Wetten, en worden hier toe by meerderheid van stemmen voor den tyd van elke gewone of buitengewone Byëenkomst verkozen. De discussiën over alle voorstellen, welke in de eerste week van elke gewone Byëenkomst zyn ingekomen, moeten zyn afgelopen en de zaken tot conclusie gebracht, uiterlyk op den laatsten dag van elke Byëenkomst, dat is den 30 Mey of den 15 December respectivelyk. In buitengewone Byëenkomsten moeten de voorstellen, waarom die zyn samengeroepen, vóór het scheiden van dezelve en uiterlyk binnen den tyd van eene Maand worden afgedaan.
Tot de stemming overgegaan zynde, brengen alle vyf en dertig Leden hunne stem uit by ja en neen. Het voorstel kan altoos geduurende de discussiën terug genomen worden.
Zoolang de Eerste kamer nog niet heeft beslist, blijft de Koning bevoegd het door hem gedaan voorstel weder in te trekken.
-
1.Zolang een voorstel van wet niet door de Staten-Generaal is aangenomen, kan het door of vanwege de indiener worden ingetrokken.
-
2.Zolang de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering een door haar in te dienen voorstel van wet niet heeft aangenomen, kan het door het lid of de leden door wie het aanhangig is gemaakt, worden ingetrokken.