Artikel 39: Lidmaatschap koninklijk huis
De wet regelt, wie lid is van het koninklijk huis.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
Wie lid is van het koninklijk huis wordt geregeld in de wet i. Zo gaat de Wet lidmaatschap koninklijk huis i ervan uit dat mogelijke troonopvolgers en hun echtgenoten lid zijn van het koninklijk huis. Indien sprake is van een echtgenoot moet dus wel toestemming op grond van artikel 28 i zijn verleend, omdat anders geen sprake meer is van troonopvolging.
Aan de grondwettelijke opdracht het lidmaatschap van het koninklijk huis te regelen is door de wetgever voldaan met de Wet lidmaatschap koninklijk huis. Bij deze regeling is uitgegaan van het criterium dat potentiële troonopvolgers lid van het koninklijk huis zijn.
In de wet staat wie lid is van het koninklijk huis. In de wet kan ook staan dat iemand anders dit beslist.
Uitleg
In dit artikel staat dat de regering en de Eerste en Tweede Kamer een wet moeten maken waarin staat wie lid is van het koninklijk huis. Dit is de Wet lidmaatschap koninklijk huis.
Wie zijn er lid van het koninklijk huis? In de Wet lidmaatschap koninklijk huis staat:
-
1.de Koning, ook als hij is gestopt met werken. Dus Koningin Beatrix blijft lid van het koninklijk huis, ook als ze met pensioen is gegaan;
-
2.de opvolger van de Koning en zijn vrouw of haar man. Nu zijn dat Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima;
-
3.alle andere leden van de koninklijke familie en hun mannen en vrouwen die volgens de Grondwet Koning zouden kunnen worden. (zie artikel 24 en 25)
Het koninklijk huis is iets anders dan de koninklijke familie. Van de familie ben je lid door geboorte. En dat blijf je ook. Dat is anders voor het koninklijk huis. Je bent bijvoorbeeld geen lid meer van het koninklijk huis, als je geen Nederlander meer bent. Of als de regering en de Eerste en Tweede Kamer dat hebben besloten.
Prins Friso is bijvoorbeeld lid van de koninklijke familie, maar geen lid meer van het koninklijk huis. Hij is de broer van Prins Willem-Alexander. Hij trouwde met Mabel Wisse Smit. Maar hij heeft daarvoor geen toestemming gevraagd aan de regering en de Eerste en Tweede Kamer. Van de Grondwet mag hij daarom geen lid meer zijn van het koninklijk huis
Er is een verschil met leden van het koninklijk huis en leden van de koninklijke familie. Tot de koninklijke familie behoren ook de familieleden die geen recht op de troon hebben. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat zij geen toestemming voor hun huwelijk hebben laten vragen en/of gekregen.