Artikel III-54: Bewaking toepassing door Commissie
-
1.Onverminderd het in artikel III-53 i bepaalde, waakt de Europese Commissie voor de toepassing van de in de artikelen III-50 i en III-51 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een lidstaat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt de Commissie een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op de bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Europese Commissie een met redenen omkleed Europees besluit vast waarbij de inbreuk op de beginselen wordt geconstateerd. Zij kan haar besluit bekendmaken en de lidstaten machtigen regelingen - waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt - te treffen om de toestand te verhelpen.
-
3.De Europese Commissie kan Europese verordeningen vaststellen betreffende de groepen overeenkomsten ten aanzien waarvan de Raad van Ministers overeenkomstig artikel III-52 i, lid 2, onder b), een besluit heeft genomen.
2003
-
1.Onverminderd het in [ex artikel 84 i] bepaalde, waakt de Commissie voor de toepassing van de in de [ex artikelen 81 i en 82 i] neergelegde beginselen. Op verzoek van een lidstaat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt zij een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij passende middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Commissie een met redenen omkleed Europees besluit vast waarbij de inbreuk op de beginselen wordt geconstateerd. Zij kan haar besluit bekendmaken en de lidstaten machtigen de noodzakelijke regelingen, waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt, te treffen om de toestand te verhelpen.
2003
-
1.Onverminderd het in artikel III-53 i bepaalde, waakt de Europese Commissie voor de toepassing van de in de artikelen III-50 i en III-51 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een lidstaat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt de Commissie een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op de bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Europese Commissie een met redenen omkleed Europees besluit vast waarbij de inbreuk op de beginselen wordt geconstateerd. Zij kan haar besluit bekendmaken en de lidstaten machtigen regelingen - waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt - te treffen om de toestand te verhelpen.
-
3.De Europese Commissie kan Europese verordeningen vaststellen betreffende de groepen overeenkomsten ten aanzien waarvan de Raad van Ministers overeenkomstig artikel III-52 i, lid 2, onder b), een besluit heeft genomen.
2003
-
1.Onverminderd het in artikel III-53 i bepaalde, waakt de Commissie over de toepassing van de in de artikelen III-50 i en III-51 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een lidstaat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt de Commissie een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op de bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Commissie een met redenen omkleed Europees besluit vast waarbij de inbreuk op de beginselen wordt geconstateerd. Zij kan haar besluit bekendmaken en de lidstaten machtigen maatregelen - waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt - te treffen om de toestand te verhelpen.
-
3.De Commissie kan Europese verordeningen vaststellen betreffende de groepen overeenkomsten ten aanzien waarvan de Raad overeenkomstig artikel III-52 i, lid 2, onder b), een Europese verordening heeft vastgesteld.
2004
-
1.Onverminderd artikel III-164 i ziet de Commissie toe op de toepassing van de in de artikelen III-161 i en III-162 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een lidstaat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt de Commissie een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op die beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gemaakt, stelt zij middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan de in lid 1 bedoelde inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Commissie een met redenen omkleed Europees besluit vast waarbij de inbreuk op de beginselen wordt geconstateerd. Zij kan haar besluit bekendmaken en de lidstaten machtigen maatregelen - waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt - te nemen om de toestand te verhelpen.
-
3.De Commissie kan Europese verordeningen vaststellen betreffende groepen overeenkomsten ten aanzien waarvan de Raad overeenkomstig artikel III-163, tweede alinea, onder b) i, een Europese verordening heeft vastgesteld.