Artikel III-106: Comité voor sociale bescherming
De Raad stelt op eigen initiatief met gewone meerderheid een comité voor sociale bescherming met een adviestaak in teneinde de samenwerking tussen de lidstaten onderling en met de Commissie op het gebied van de sociale bescherming te bevorderen. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
Het comité heeft tot taak:
-
a)toe te zien op de sociale situatie en de ontwikkeling van het beleid inzake sociale bescherming in de lidstaten en de Unie;
-
b)de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen de lidstaten onderling en met de Commissie te vergemakkelijken;
-
c)onverminderd [ex artikel 207] i, verslagen op te stellen, adviezen uit te brengen of andere activiteiten te ontplooien op gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen, hetzij op verzoek van de Raad of de Commissie, hetzij op eigen initiatief.
Voor de vervulling van zijn opdracht legt het comité de nodige contacten met de sociale partners.
Iedere lidstaat en de Commissie benoemen twee leden van het comité.
De Raad stelt op eigen initiatief met gewone meerderheid een comité voor sociale bescherming met een adviestaak in teneinde de samenwerking tussen de lidstaten onderling en met de Commissie op het gebied van de sociale bescherming te bevorderen. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
Het comité heeft tot taak:
-
a)toe te zien op de sociale situatie en de ontwikkeling van het beleid inzake sociale bescherming in de lidstaten en de Unie;
-
b)de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen de lidstaten onderling en met de Commissie te vergemakkelijken;
-
c)onverminderd [ex artikel 207] i, verslagen op te stellen, adviezen uit te brengen of andere activiteiten te ontplooien op gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen, hetzij op verzoek van de Raad of de Commissie, hetzij op eigen initiatief.
Voor de vervulling van zijn opdracht legt het comité de nodige contacten met de sociale partners.
Iedere lidstaat en de Commissie benoemen twee leden van het comité.
De Raad van Ministers stelt bij gewone meerderheid een Europees besluit vast tot instelling van een comité voor sociale bescherming met een adviestaak, teneinde de samenwerking tussen de lidstaten onderling en met de Europese Commissie op het gebied van de sociale bescherming te bevorderen. De Raad van Ministers besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
Het comité heeft tot taak:
-
a)toe te zien op de sociale situatie en de ontwikkeling van het beleid inzake sociale bescherming in de lidstaten en de Unie;
-
b)de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen de lidstaten onderling en met de Europese Commissie te vergemakkelijken;
-
c)onverminderd artikel III-247 i, verslagen op te stellen, adviezen uit te brengen of andere activiteiten te ontplooien op gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen, hetzij op verzoek van de Raad van Ministers of van de Europese Commissie, hetzij op eigen initiatief.
Voor de vervulling van zijn opdracht legt het comité de nodige contacten met de sociale partners.
Iedere lidstaat en de Europese Commissie benoemen twee leden van het comité.
De Raad stelt bij gewone meerderheid een Europees besluit vast tot instelling van een comité voor sociale bescherming met een adviestaak, teneinde de samenwerking tussen de lidstaten onderling en met de Commissie op het gebied van de sociale bescherming te bevorderen. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
Het comité heeft tot taak:
-
a)toe te zien op de sociale situatie en de ontwikkeling van het beleid inzake sociale bescherming in de lidstaten en de Unie;
-
b)de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen de lidstaten onderling en met de Commissie te vergemakkelijken;
-
c)onverminderd artikel III-247 i, verslagen op te stellen, adviezen uit te brengen of andere activiteiten te ontplooien op gebieden die onder zijn bevoegdheden vallen, hetzij op verzoek van de Raad of van de Commissie, hetzij op eigen initiatief.
Voor de vervulling van zijn opdracht legt het comité de nodige contacten met de sociale partners.
Iedere lidstaat en de Commissie benoemen twee leden van het comité.
De Raad stelt bij gewone meerderheid een Europees besluit vast tot instelling van een comité voor sociale bescherming met een adviestaak, teneinde de samenwerking tussen de lidstaten onderling en met de Commissie op het gebied van de sociale bescherming te bevorderen. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
Het comité heeft tot taak:
-
a)toe te zien op de sociale toestand en de ontwikkeling van het beleid inzake sociale bescherming in de lidstaten en de Unie;
-
b)de uitwisseling van informatie, ervaringen en goede praktijken tussen de lidstaten onderling en met de Commissie te vergemakkelijken;
-
c)onverminderd artikel III-344 i, verslagen op te stellen, adviezen uit te brengen of andere activiteiten te ontplooien op gebieden die onder zijn bevoegdheden vallen, hetzij op verzoek van de Raad of van de Commissie, hetzij op eigen initiatief.
Voor de vervulling van zijn opdracht legt het comité de nodige contacten met de sociale partners.
Iedere lidstaat en de Commissie benoemen twee leden van het comité.