Werkgroepen en studiegroepen van de Europese Conventie

Tijdens de discussies over de concept-grondwet moest de Europese Conventie zich buigen over de inhoud en over de vorm. Om consensus te bereiken zijn Werkgroepen en Studiegroepen ingesteld, die inhoudelijk debatteerden over deelaspecten.

Daarnaast moest de concept-grondwet voldoen aan de hoogste juridische eisen. Hiervoor is een groep juristen ingeschakeld, die een groot stempel heeft gedrukt op de indeling van de artikelen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Werkgroepen

De Europese Conventie i heeft werkgroepen ingesteld, die zich richtten op specifieke vraagstukken. De werkgroepen werkten voorstellen uit voor constitutionele wijzigingen. Veel van deze wijzigingen zijn overgenomen in de concept-grondwetsartikelen, die vanaf februari 2003 zijn gepubliceerd.

Tijdens de conventievergadering van 23-24 mei 2002 werden de werkgroepen I t/m VI ingesteld, die in juni van start zijn gegaan. Tijdens de conventievergadering van 11-12 juli 2002 werd besloten tot het instellen van vier nieuwe werkgroepen (VII t/m X). Tijdens een debat over "Sociaal Europa" op 7 en 8 november 2002, werd door vele Conventieleden gepleit voor invoering van een werkgroep op dit gebied. De officiële oprichting (werkgroep XI) geschiedde tijdens de plenaire zitting van 5-6 december 2002.

Overzicht werkgroepen:

2.

Studiegroepen

Tijdens de plenaire vergadering van de Europese Conventie van 20 en 21 januari 2003, werd geconstateerd dat veel discussies niet waren afgerond. Het Praesidium kondigde aan het denkproces te willen voortzetten en nodigde de leden van de Conventie uit om schriftelijke bijdragen te blijven insturen, met name over kwesties die zij in hun bijdragen niet hebben aangeroerd.

Een punt dat naar de mening van het Praesidium niet voldoende aan de orde is gekomen, betrof de mogelijke versterking van het Europees Hof van Justitie, een vraagstuk dat cruciaal is voor de werking van de Unie in de toekomst. De voorzitter stelde derhalve voor om een kleine "studiegroep" in te stellen die moet nadenken over de werking van het Hof tegen de achtergrond van de uitbreiding. Deze studiegroep presenteerde de conclusies op 25 maart 2003.

In maart 2003 besloot het Praesidium tot instelling van twee nieuwe studiegroepen, om kwesties te bestuderen die in de conclusies van de Werkgroep IX "Vereenvoudiging" te summier waren behandeld. De studiegroep "Begrotingsprocedure" werd ingesteld op 13 maart 2003 en presenteerde de conclusies op 31 maart. De studiegroep "Eigen middelen" werd ingesteld op 31 maart en presenteerde de conclusies op 6 mei 2003.

Overzicht studiegroepen:

3.

Juridische expertise

Bij het opstellen van een nieuwe grondwet formuleerde de Europese Conventie een nieuw constitutioneel raamwerk. Binnen dit raamwerk moest een plaats komen voor zowel nieuwe artikelen als bepalingen (al dan niet gewijzigd) uit bestaande verdragen.

Het maken van een goede indeling, waarin zowel nieuwe als bestaande bepalingen zijn opgenomen, bleek een ingewikkelde juridisch-technische operatie. Om het werk van de Conventie niet te belasten met deze technische aspecten, gaf het praesidium op 29 januari 2003 opdracht tot vereenvoudiging van het raamwerk. Deze opdracht werd uitgevoerd door een groep, die was samengesteld uit zes juristen afkomstig van de Juridische Diensten van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie.

Op 13 maart 2003 presenteerde deze groep de conclusies (357 pagina's), op 18 maart aangevuld met een addendum gericht op het Economisch en Monetair beleid (42 pagina's). Deze documenten zijn beslissend geweest voor de definitieve indeling van de concept-grondwet.

Het werk van deze groep werd tijdens de Intergouvernementele Conferentie (IGC) i in oktober en november 2003 voortgezet door de speciale Werkgroep Juridische Deskundigen IGC.