Kamer verdeeld over initiatiefnota constitutionele toetsing

dinsdag 25 maart 2025

DEN HAAG (PDC) - De Tweede Kamer lijkt het eens over het feit dat het toetsingsverbod van artikel 120 van de Grondwet (deels) moet worden opgeheven. De exacte uitwerking hiervan - met of zonder constitutioneel hof en de mogelijkheid om te toetsen aan sociale grondrechten - blijft een punt van discussie. Tijdens het debat werden daarom ook de zorgen geuit dat vasthouden aan het gehele initiatief kan zorgen voor verwerping van het belangrijkste aspect: opheffing van het toestingsverbod.

Dit alles werd besproken op 24 maart, toen de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid overleg voerde met Judith Uitermark i (NSC i), minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), en Teun Struycken i (NSC), staatssecretaris rechtsbescherming. Tijdens dit overleg werd de initiatiefnota van Pieter Omtzigt i over voorstellen ter verbetering van constitutionele toetsing besproken.

De sociale grondrechten bleken een hoofdthema van het debat. Het kabinet wil deze rechten, in tegenstelling tot de klassieke grondrechten, niet toetsbaar maken. Verder werd de noodzaak van een constitutioneel hof bevraagd. Volgens meerdere sprekers is zo een hof niet noodzakelijk als het simpelweg het toetsingsverbod komt te vervallen.

Hierom diende Joost Sneller i (D66 i) ook twee moties in. De eerste vraagt de mogelijkheid om aan de sociale grondrechten te toetsen open te houden. Deze mogelijkheid moet dan parallel worden onderzocht aan opheffing van het toetsingsverbod van klassieke grondrechten, zodat deze mogelijkheden niet in één voorstel terecht komen – en dus gezamenlijk kunnen worden weggestemd. De tweede motie verzoekt de regering om “het voorstel voor het aanpassen van artikel 120 van de Grondwet zo spoedig mogelijk naar de Kamer te zenden en hierbij niet te wachten op de uitwerking van het voorstel voor een constitutioneel hof”. De noodzaak van een constitutioneel hof is volgens Sneller namelijk niet zo groot als de noodzaak van de schrapping van het toetsingsverbod.

Pieter Omtzigt gaf aan dat zijn partij nog terughoudend is over de mogelijkheid om te toetsen aan sociale grondrechten. Deze zouden eerst verder moeten worden geconcretiseerd om ze toetsbaar te maken. Wel zei hij erg tevreden te zijn dat er, na herhaaldelijke aanbevelingen van verschillende staatscommissies, eindelijk serieus over constitutionele toetsing wordt gesproken. Volgens Omtzigt is een constitutioneel hof nodig omdat het meer gezag en deskundigheid heeft dan een kantonrechter.

Minister Uitermark gaf later aan om haast te willen maken. Het streven is om de internetconsultatie over de wet in juni of juli te starten. Staatssecretaris Struycken voegde nog toe dat een constitutioneel hof bij kan dragen aan een ‘grondwettelijke cultuur’ en het streven om ‘de Grondwet uit de ivoren toren te halen’.

Bron: Tweede Kamer