Vragen over ‘De verlaagde GLB-premies’
Kamer | Tweede Kamer |
---|---|
Kamerleden | W.R. (Wybren) van Haga i |
beantwoord door | Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit i |
vraag datum | 5 december 2023 |
antwoord datum | 18 december 2023 |
Vergaderjaar 2023-2024 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de verlaagde GLB premies (ingezonden 5 december 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 december 2023).
Vraag 1
Heeft uw ministerie in mei 2023 na de aanvraag Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)/het invullen van de Gecombineerde opgave een raming gemaakt van de benodigde budgetten? Was deze raming ook hoger dan de beschikbare budgetten indien dit is gebeurd? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 1
De Gecombineerde Opgave is dit jaar verlengd: boeren konden tot en met 30 juni nog aanpassingen doorvoeren in hun aanmelding voor de rechtstreekse betalingen van het GLB1. Vervolgens heeft mijn ministerie samen met RVO, op basis van de gegevens uit de Gecombineerde opgave, berekeningen gemaakt over de uitputting van de budgetten. Hieruit is het beeld naar voren gekomen dat er meer hectares zijn opgegeven voor zowel de basisinkomenssteun als de ecoregeling, en dat meer boeren op basis van hun aanmelding in aanmerking zouden komen voor de goud-premie van de ecoregeling. Als er meer hectares worden aangevraagd, moet het beschikbare budget over meer hectares worden verdeeld. Dat zou tot lagere tarieven leiden. In mijn brief van 16 november2 heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd.
Vraag 2
Wijken de definitieve aanvragen van 30 november 2023 (erg) af van de eerste aanvraag van mei 2023? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak en was dit onvoorzienbaar? Zo nee, waarom is er niet eerder over een korting gecommuniceerd?
1 Kamerstuk 28 625 i, nr. 349 i
2 Kamerstuk 28 625 i, nr. 354 i
ah-tk-20232024-637 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2023
Antwoord 2
De definitieve aanvragen, die tot en met 30 november konden worden ingediend, wijken niet zodanig af van de Gecombineerde opgave dat het tekort daarmee wezenlijk is teruggebracht. Het betekent dat boeren echt de stap hebben gezet om te werken aan de verduurzaming van de landbouw en dat veel boeren het ook hebben gepresteerd om te voldoen aan de voorwaarden voor de goud-premie in de ecoregeling. Ik ben trots op dit resultaat.
Dit is het eerste jaar dat we met de ecoregeling en met deze nieuwe procedure werken. In dit eerste uitvoeringsjaar van het nieuwe GLB was niet goed te voorzien in hoeverre de uiteindelijke aanvragen zouden afwijken van hetgeen bij de aanmelding was opgegeven. Boeren konden tot en met 30 november zowel hectares als activiteiten intrekken, maar geen nieuwe hectares of activiteiten meer toevoegen.
Vraag 3
Waarom gaat u pas nu op zoek gaat naar aanvulling van de bedragen bij de Europese Unie (EU) en heeft u dit niet eerder gedaan?
Antwoord 3
Zodra duidelijk werd dat dit probleem zich kon voordoen, heb ik de verschillende mogelijkheden geïnventariseerd hoe hiermee om te gaan. Mijn ministerie heeft daarvoor onder andere gesprekken gevoerd met de Europese Commissie.
Vraag 4
Hoe draagt de verlaging van de GLB bij aan het verdienmodel van de Nederlandse boer en wat is het effect van de verlaging op het verdienvermo-gen van een gemiddeld agrarisch gezinsbedrijf?
Antwoord 4
De bekendmaking van de voorlopige tarieven voor de basisinkomenssteun en de aanvullende herverdelende inkomenssteun hebben helaas tot de nodige onrust geleid. Ik betreur dat. Voor boeren zijn de subsidies van het GLB een onderdeel van het inkomen. Ik benadruk dat het gaat om voorlopige tarieven om alvast een gedeeltelijke uitbetaling van de basispremie in december van dit jaar mogelijk maken. Het definitieve beeld moet nog bepaald worden daarna kan pas gekeken worden wat het effect gaat zijn op het verdienvermo-gen. In de meeste gevallen volgt dus nog een nabetaling. Zoals aangegeven in mijn brief van 16 november1 en in het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 7 december zoek ik, zonder garanties te kunnen geven, voor de ecoregeling naar mogelijkheden om de boeren volledig voor de geleverde maatschappelijke diensten te belonen.
Vraag 5
Had de verlaging naar uw mening voorkomen moeten worden?
Antwoord 5
Inschattingen van de deelnamebereidheid aan de ecoregeling vooraf gaven geen indicatie van deze hoge inschrijvingen. Het feit dat er meer hectares zijn aangevraagd, maakt dat het beschikbare budget over meer hectares verdeeld moet worden. Dat leidt tot lagere tarieven. Zoals ik in mijn brief van 16 november2 aan uw Kamer heb gemeld, is het nog niet mogelijk om definitieve tarieven vast te stellen omdat er nog te veel onzekerheid bestaat over de definitieve getallen.
Vraag 6
Is er zicht op verhoging van de GLB-bedragen buiten de reeds aangekondigde verhogingen op uw eerdere verlaging?
Antwoord 6
De voorlopige tarieven zijn lager dan de later vast te stellen definitieve tarieven. In de meeste gevallen volgt dus nog een nabetaling. Zodra ik de definitieve gegevens heb, kan ik de definitieve tarieven vaststellen. In het Nationaal Strategisch Plan van het GLB is afgesproken dat we in 2023 minimaal 207 euro per hectare betalen aan basisinkomenssteun. Daarnaast zet ik voor de ecoregeling in op het maximaal belonen van de investeringen die boeren hebben gedaan om te werken aan de verduurzaming van de landbouw.
Vraag 7
Wanneer komt er hierover duidelijkheid en had dit niet vooraf gemoeten? Antwoord 7
Het definitieve beeld moet nog bepaald worden. In het voorjaar van 2024 stel ik de definitieve tarieven vast. Het feit dat er meer hectares zijn aangevraagd, maakt dat het beschikbare budget over meer hectares verdeeld moet worden. Dat leidt tot lagere tarieven. Ik zoek, zonder garanties te kunnen geven, voor de ecoregeling naar mogelijkheden om de boeren volledig voor de geleverde maatschappelijke diensten te belonen (zie ook mijn brief van 16 november3.
Vraag 8
Hoe verhoudt zich de verlaging van de GLB-bedragen ten opzichte van artikel 20 van de Grondwet met betrekking tot bestaanszekerheid?
Antwoord 8
De verlaging van de tarieven is een vervelende boodschap voor alle boeren, vooral die boeren die willen verduurzamen. Boeren hebben investeringen gedaan om te werken aan verduurzaming van de landbouw. De subsidies van het GLB, en de ecoregeling in het bijzonder, zijn er juist voor bedoeld om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw. Hierbij is er geen directe relatie met artikel 20 van de Grondwet. Dat grondwetsartikel ziet op bestaanszekerheid in relatie tot door de overheid te verstrekken bijstand om ieder een sociaal minimum te verzekeren.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, Aanhangsel 3