Het weggeven van tanks die Nederland zelf niet bezit
Op 24 februari 2023 is het exact 1 jaar geleden dat Rusland de invasie in Oekraïne begon. Een treurig jubileum van geweld, crisis en verwoesting. In samenwerking tussen het Montesquieu Instituut en Europa-Nu.nl reflecteren 3 experts op 1 jaar oorlog. Centraal staat de vraag: hoe nu verder?
Precies een jaar geleden, in de vroege ochtend van donderdag 24 februari 2022, trokken Russische troepen de grens over naar Oekraïne. Drie dagen voor de invasie had de Russische president Vladimir Poetin i de separatistische regio’s Donetsk en Luhansk erkend. Een oproep van Poetin tot een ‘speciale militaire operatie’ volgde.
Minister van Defensie Kajsa Ollongren i noemde de invasie direct illegaal en ongerechtvaardigd. Een jaar later, op 17 februari 2023, stelt minister Ollongren in een interview met NRC dat Oekraïne nog steeds kan rekenen op de steun van Nederland. Maar in datzelfde interview stelt ze ook dat we onze eigen defensie niet mogen vergeten. Het afgelopen jaar heeft Nederland voor meer dan een miljard aan militaire steun geleverd aan Oekraïne, terwijl de Nederlandse defensie zelf over weinig materiaal beschikt. En dat valt het defensiepersoneel ook op volgens de sergeant-majoor op de Leusderheide, waar Minister Ollongren op bezoek is tijdens haar interview met NRC. Nederland kondigde bijvoorbeeld eerder deze maand aan tanks te gaan leveren aan Oekraïne, terwijl defensie geen eigen tanks meer zou bezitten. Hoe zit het precies met de Nederlandse tanks en de levering daarvan aan Oekraïne?
Vanaf het begin van de Russische invasie in Oekraïne wilde Nederland bijdragen aan de strijd tegen Poetin. Nederland ziet zichzelf als een vooruitstrevend land, een ‘gidsland’ binnen de internationale samenleving. Met andere woorden, Nederland ziet zichzelf als een normatieve kracht op het internationale speelveld. Dit blijkt uit een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uit 2010. Volgens artikel 97 uit de Nederlandse Grondwet heeft de krijgsmacht niet alleen de taak tot de bescherming en verdediging van het eigen Koninkrijk, maar ook om de internationale rechtsorde te handhaven en te bevorderen. Als klein land kan Nederland dit niet alleen. Daarom werkt Nederland op militair vlak samen met de legers van westerse landen binnen de NAVO. De slagkracht is namelijk groter wanneer er wordt samengewerkt binnen internationale organisaties.
Vanaf dag één van de invasie is Nederland actief betrokken geweest in de steun voor Oekraïne. Tegelijk is Nederland al veel langer actief in de regio van en rond Oost-Europa. Sinds 2014, op aanvraag van de NAVO, stuurde Nederland militair personeel naar de Europese oostgrens onder het mom van ‘geruststellende maatregelen’ voor de bondgenoten in Oost-Europa. Zo zaten er al Nederlandse militairen in Litouwen en Roemenië voordat de invasie was begonnen. Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne werden er nog eens 150 Nederlandse militairen naar Slowakije gestuurd. Maar Nederland steunt Oekraïne ook op materieel vlak. Aan het begin van de oorlog was Nederland eerder terughoudend wat betreft de uitgaven en het materieel dat naar Oekraïne gestuurd werd. Wat begon met een paar duizend gevechtshelmen en (veld)bedden evolueerde al snel naar grotere uitgaven en zwaarder materieel. Ondertussen is er al meer dan een miljard euro aan Nederlandse steun voor Oekraïne uitgegeven.
Sinds enkele maanden bespreekt Nederland de mogelijkheid om tanks te leveren aan Oekraïne. Samen met Denemarken en Duitsland kondigde Nederland eerder deze maand aan minstens 100 Leopard 1A5-gevechtstanks te leveren aan Oekraïne. Minister Ollongren stelde dat het sturen van deze tanks ‘Oekraïne echt helpt’. Opvallend is dat Nederland zelf al enkele jaren niet in het bezit is van haar eigen tanks. Tot het einde van de Koude Oorlog telde Nederland 486 Leopard-1 tanks maar deze werden na het vallen van de Berlijnse Muur verkocht en zelfs gratis weggeven. Nederland was ondertussen al in het bezit van de nieuwe variant van de Leopard tanks, de Leopard-2. Maar ook over deze beschikt Nederland niet meer sinds de grote defensiebezuiniging van 2011 , doorgevoerd door het Kabinet-Rutte I. De 60 2A6-Leopard tanks die Nederland had, verdwenen en de 6 pantserhouwitsers werden te koop gezet. Tot op heden is Nederland niet in het bezit van eigen tanks, enkel hebben ze een leasecontract met Duitsland voor 18 tanks.
In maart 2016 werd het Duits-Nederlandse 414 Tankbataljon opgericht waarbij er een samenwerking is tussen 350 Duitse en 100 Nederlandse militairen. Gestationeerd in het Duitse Bergen-Loheide staan de 18 tanks. Volgens luitenant-kolonel Bas Schillemans, de eerste Nederlandse tankcommandant over de Duits-Nederlandse 414 Tankbataljon, vervult de tank een essentiële rol in een gevecht. De eenheid is een onderdeel van de 43 Gemechaniseerde Brigade die totaal 48 Leopard-2A6 tanks telt. 18 daarvan zijn door Nederland in bruikleen.
Maar als Nederland dus 18 tanks in bruikleen heeft, hoe wil Nederland dan 100 tanks leveren aan Oekraïne? Het plan, in samenwerking met Duitsland en Denemarken, is om 100 1A5-Leopard tanks te leveren aan Oekraïne. Deze tanks zijn van Duitse makelaardij en staan in de voorraad van de Duitse defensie-industrie. Vooralsnog lijkt het erop dat Nederland nog geen Leopard-2 tanks zal leveren aan Oekraïne. Nederland zal vooral bijdragen in het leveren van munitie, reserve-onderdelen voor de tanks en het verzorgen van trainingen.
Inmiddels, na ruim 30 jaar bezuinigen op de Nederlandse defensie, lijkt daar nu verandering in te komen. In de Defensienota van 2022 werd aangekondigd dat het kabinet tussen 2022 en 2025 14,8 miljard euro extra zal investeren in defensie. Het doel van deze investeringen is volgens het kabinet ‘een toekomstbestendige krijgsmacht, ingebed in NAVO, EU en samenleving. Het ziet er naar uit dat Nederland de NAVO-norm van 2% gaat halen in 2024. Deze 2%-regel werd in 2014 vastgesteld door de NAVO naar aanleiding van de Russische annexatie van de Krim in 2014. De aanleiding voor deze forse investering van het kabinet is volgens de Defensienota van 2022 het gevolg van regionale ontwikkelingen. Naast de Russische invasie van Oekraïne spelen ook de instabiliteit en het extremisme aan de randen van Europa, cyberaanvallen en grootmacht China een rol.
Kortom, de oorlog in Oekraïne heeft niet alleen Nederland, maar heel de EU doen inzien hoe dichtbij oorlog kan komen. In de achtertuin van de EU is nog dagelijks strijd en zijn mensen op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Niet alleen de veiligheid van Oekraïne staat op het spel, ook die van Europa en die van Nederland. Nederland zal Oekraïne blijven steunen maar het blijft ook van belang dat Nederland zijn eigen defensie steunt.
Sanne Boekholt is als redacteur bij PDC verbonden aan het Montesquieu Instituut.