Vragen en antwoorden over een noodinterventie om de hoge energieprijzen aan te pakken

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 14 september 2022.
  • 1. 
    Waarom heeft de Commissie besloten nu op de markt in te grijpen?

De gas- en elektriciteitsprijzen bereikten in 2021 recordniveaus en raakten in 2022 weer recordhoogten, met name na de Russische invasie van Oekraïne. De hoge elektriciteitsprijzen in heel Europa zijn onlosmakelijk verbonden met de hoge gasprijs, die de elektriciteitsprijs verhoogt als gevolg van de rol van gasgestookte energiecentrales bij het dekken van de vraag en het vaststellen van de prijs. De prijzen begonnen vorige zomer te stijgen, toen de wereldeconomie zich herstelde nadat de COVID-19-beperkingen waren versoepeld. De Russische invasie van Oekraïne en het gebruik van de gasvoorziening als wapen hebben deze situatie vervolgens nog verergerd: de detailhandelsprijzen voor elektriciteit zijn ten opzichte van juli 2021 op jaarbasis met bijna 50 % gestegen.

De energieprijzen zullen naar verwachting hoog blijven als gevolg van de onzekerheid op de markt die wordt aangewakkerd door het risico van verdere verstoringen van de Russische gasleveringen aan de EU. Tegelijkertijd lag de elektriciteitsopwekking in de EU de afgelopen maanden onder het gebruikelijke niveau als gevolg van de toegenomen onderhoudswerkzaamheden aan elektriciteitscentrales, de lagere output van waterkrachtcentrales als gevolg van extreme weersomstandigheden in de zomer en de sluiting van een aantal oudere centrales. Dit heeft bijgedragen tot de energieschaarste en de hoge energieprijzen, die een last vormen voor de consumenten en de industrie en het economisch herstel afremmen.

Deze dramatische stijging van de elektriciteitsprijzen zet de huishoudens in de EU, kleine en middelgrote ondernemingen en de industrie in het algemeen onder druk. Kwetsbare afnemers en mensen in energiearmoede worden het hardst getroffen, maar ook huishoudens met een middeninkomen en kmo's lopen steeds meer het risico hun energierekening niet te kunnen betalen. De vandaag voorgestelde reeks noodmaatregelen is een reactie op de dringende prioriteit om de consumenten in de EU deze winter te beschermen tegen hogere energieprijzen. De voorgestelde noodinterventie is een volgende stap in de werkzaamheden van de Commissie op het gebied van prijsbeperkingsinstrumenten, die in oktober jongstleden van start zijn gegaan en het afgelopen jaar zijn voortgezet.

  • 2. 
    Wanneer treden deze voorstellen in werking en hoe lang zullen zij van kracht blijven?

De voorgestelde verordening van de Raad inzake een noodinstrument voor elektriciteit en een solidariteitsbijdrage van de fossiele sector is gebaseerd op artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Daarom moet het voorstel in de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden goedgekeurd en zal de aanneming ervan afhangen van de interne procedures van de Raad. Gezien de noodsituatie hebben de lidstaten reeds te kennen gegeven snel te willen werken aan de verwachte voorstellen van de Commissie.

De voorgestelde maatregelen zijn buitengewoon van aard en moeten daarom in de tijd worden beperkt. Het noodinstrument voor elektriciteit moet uiterlijk op 1 december 2022 en tot en met 31 maart 2023 van toepassing zijn. De Commissie heeft toegezegd het noodinstrument voor elektriciteit uiterlijk op 28 februari 2023 te evalueren, rekening houdend met de situatie van de elektriciteitsvoorziening en de elektriciteitsprijzen in de EU, en een verslag over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie aan de Raad voor te leggen.

De solidariteitsbijdragen van de fossiele sector zullen vanaf de inwerkingtreding één jaar worden toegepast. De Commissie zal uiterlijk op 15 oktober 2023 een evaluatie uitvoeren in het licht van de algemene situatie in de sector fossiele brandstoffen en de gegenereerde overwinsten, en een verslag over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie voorleggen aan de Raad.

De voorgestelde verordening van de Raad bevat verplichtingen om regelmatig te rapporteren, te beginnen op 1 december 2022, aan de hand waarvan de Commissie toezicht zal houden op de vaststelling en handhaving van maatregelen door de lidstaten. Dit regelmatig toezicht is belangrijk om de werking en integriteit van de interne markt van de EU te vrijwaren, aangezien functionerende grensoverschrijdende energiemarkten van cruciaal belang zijn om de voorzieningszekerheid in een situatie van schaarste te waarborgen.

  • 3. 
    Hoeveel zullen burgers en bedrijven dankzij deze maatregelen besparen op hun energierekeningen?

De Commissie schat dat de lidstaten op jaarbasis tot 117 miljard EUR zouden kunnen innen dankzij het voorgestelde tijdelijke inkomstenplafond voor “inframarginale” elektriciteitsproducenten. De extra inkomsten die worden geïnd, moeten door de lidstaten worden doorgesluisd naar zowel particuliere als commerciële eindverbruikers van elektriciteit, die aan hoge prijzen worden blootgesteld. Deze inkomsten kunnen worden gebruikt voor inkomenssteun, kortingen, investeringen in hernieuwbare energie, energie-efficiëntie of decarbonisatietechnologieën. De verleende steun moet nog steeds een stimulans voor het terugdringen van de vraag bevatten. Besluiten over de precieze verdeling zullen op nationaal niveau worden genomen overeenkomstig de beginselen van de verordening.

Het exacte bedrag van de inkomsten per lidstaat zal afhangen van de hoeveelheid elektriciteit die in het land met inframarginale technologieën wordt opgewekt en het niveau van de elektriciteitsprijzen tijdens de toepassing van deze maatregelen. Het hangt af van de energiemix en de opzet van steunregelingen voor hernieuwbare energie in elke lidstaat.

De tijdelijke solidariteitsbijdrage op basis van belastbare overwinsten die in het boekjaar 2022 zijn behaald door energiebedrijven in de olie-, gas-, steenkool- en raffinaderijsectoren in de Unie zou naar schatting 25 miljard EUR aan overheidsinkomsten kunnen opleveren, die door de lidstaten moeten worden herverdeeld met inachtneming van het Unierecht. In de voorstellen van vandaag staat dat deze winsten naar huishoudens en bedrijven, met inbegrip van energie-intensieve industrieën, moeten gaan om de gevolgen van de aanhoudende hoge energieprijzen te verzachten, het energieverbruik te verminderen en de autonomie van de EU op het gebied van energie te vergroten.

Naast de inkomsten die voor de lidstaten worden gegenereerd, kan de vermindering van de vraag in de elektriciteitssector ook bijdragen tot een verlaging van de prijzen door de behoefte aan dure gascentrales om aan de vraag te voldoen, te verminderen.

  • 4. 
    Hoe moeten de lidstaten hun vraag naar elektriciteit verminderen?

Het voorgestelde noodinstrument voor elektriciteit combineert een algemene vermindering van de vraag naar elektriciteit van alle consumenten met de nadruk op terugdringing van de vraag tijdens piekuren. Volgens de voorgestelde verordening van de Raad moeten de lidstaten ernaar streven maatregelen ten uitvoer te leggen om het totale elektriciteitsverbruik tegen 31 maart 2023 met ten minste 10 % te verminderen. Alle consumenten kunnen een bijdrage leveren, met inbegrip van consumenten die nog niet zijn uitgerust met slimme metersystemen of apparaten die hen in staat stellen hun verbruik in de loop van de dag aan te passen. Om zich specifiek te richten op de duurste uren van elektriciteitsverbruik wanneer gas doorgaans de marginale prijs bepaalt, stelt de Commissie bovendien een verplichte vermindering van het bruto-elektriciteitsverbruik voor met ten minste 5 % tijdens bepaalde piekprijsuren, die ten minste 10 % uitmaken van de uren van elke maand waarin de prijzen naar verwachting het hoogst zullen zijn. Deze verplichting zou ertoe leiden dat gemiddeld drie tot vier uur per weekdag wordt gekozen, wat normaal gesproken overeenkomt met piekbelastingsuren, maar ook uren kan omvatten waarin de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen naar verwachting laag zal zijn en de opwekking uit marginale centrales noodzakelijk is om aan de vraag te voldoen.

Over het geheel genomen kan deze gerichte vermindering leiden tot een vermindering van het gasverbruik met naar schatting 1,2 miljard m³ op vier maanden tijd. Dit komt overeen met een vermindering met ongeveer 4 % van het gasgebruik voor het opwekken van elektriciteit in de EU in de winter. Het is aan de lidstaten om de piekuren van de vraag op hun markt vast te stellen. Het staat de lidstaten ook vrij passende maatregelen te kiezen om de verwachte vermindering van de vraag te verwezenlijken, als zij maar in overeenstemming zijn met de relevante mededingings- en elektriciteitsmarktregels van de EU.

  • 5. 
    Hoe zal het inkomstenplafond voor inframarginale technologieën werken en hoe werd het niveau van het plafond gekozen?

Het voorgestelde plafond is bedoeld om de extra inkomsten van elektriciteitsproducenten met lagere marginale kosten, de zogenaamde “inframarginale technologieën”, af te toppen. Het gaat onder meer om hernieuwbare energiebronnen, kernenergie en bruinkool. Dergelijke elektriciteitsproducenten hebben de afgelopen maanden onverwacht grote financiële winsten geboekt. Door voor de hele EU een plafond van 180 EUR vast te stellen op de gerealiseerde marktinkomsten per MWh geproduceerde elektriciteit, wil de Commissie het effect dat dure marginale prijsbepalende bronnen, zoals steenkool of gas, momenteel hebben op de uiteindelijke elektriciteitsprijs, tot een minimum beperken en tegelijkertijd voor de betrokken technologieën een redelijk rendement op investeringen blijven waarborgen.

Het voorgestelde inkomstenplafond, dat van toepassing is tot en met 31 maart 2023, is bedoeld om de meeste inframarginale producenten in de EU te omvatten en om te voorkomen dat de beschikbaarheid en winstgevendheid van bestaande installaties en toekomstige investeringsbeslissingen voor nieuwe inframarginale opwekking in overeenstemming met de beleidsdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 niet in gevaar worden gebracht. Om een noodzakelijke veiligheidsmarge te behouden, werd het niveau van het plafond aanzienlijk boven de gemiddelde marktprijsverwachtingen van marktdeelnemers voor piekuren vóór de Russische invasie van Oekraïne gekalibreerd.

Een uniform plafond voor inkomsten in de hele Unie is noodzakelijk om de werking van de interne elektriciteitsmarkt te vrijwaren, aangezien dit de handhaving van op prijzen gebaseerde concurrentie tussen elektriciteitsproducenten mogelijk maakt. Om een gelijk speelveld te waarborgen, zou het marktinkomstenplafond van toepassing zijn op inkomsten uit de opwekking van elektriciteit voor alle inframarginale producenten, zoals gedefinieerd in de verordening, en alle markttijdsbestekken bestrijken, ongeacht of de handel in elektriciteit bilateraal (“over-the-counter”) of op georganiseerde markten plaatsvindt.

Inkomsten boven het plafond zullen door de regeringen van de lidstaten worden geïnd op het moment dat de transacties worden afgewikkeld of daarna, en zullen moeten worden doorgesluisd naar huishoudens, bedrijven en de industrie in het algemeen, die allemaal aan hoge elektriciteitsprijzen zijn blootgesteld. De voorgestelde verordening voorziet ook in de mogelijkheid om extra inkomsten te verdelen tussen lidstaten die elektriciteit verhandelen, waarbij de producerende lidstaat een deel van de geïnde inkomsten kan delen ten behoeve van de eindverbruikers in de invoerende lidstaat. De lidstaten worden aangemoedigd om bilaterale solidariteitsovereenkomsten te sluiten om een deel van de door de producerende lidstaat geïnde inframarginale inkomsten te delen ten behoeve van eindgebruikers in de lidstaat met een lage elektriciteitsproductie. De verordening vereist dat dergelijke overeenkomsten uiterlijk op 1 december 2022 worden gesloten in situaties waarin de netto-invoer van elektriciteit door een lidstaat 100 % of meer bedraagt in vergelijking met het belangrijkste land van uitvoer.

  • 6. 
    Hoe zal de solidariteitsbijdrage van bedrijven die fossiele brandstoffen produceren werken en hoe is het niveau ervan gekozen?

De Commissie heeft een uitzonderlijke solidariteitsbijdrage van bedrijven in de olie-, gas-, steenkool- en raffinaderijsectoren voorgesteld om ervoor te zorgen dat de hele energiesector in deze voor velen moeilijke tijden een billijk aandeel betaalt om de buitengewone energiecrisis als gevolg van het gebruik van de energievoorziening als wapen door Rusland aan te pakken.

Deze solidariteitsbijdrage vormt een aanvulling op het inkomstenplafond voor inframarginale technologieën en is gericht op de overwinsten die de fossielebrandstoffenindustrie als gevolg van de energiecrisis heeft geboekt. Zij zal door de lidstaten worden geïnd op de winst van 2022 die meer dan 20 % hoger ligt dan de gemiddelde winst van de voorgaande drie jaar, aan een tarief van ten minste 33 %. Deze aanpak waarbij een minimumpercentage wordt vastgesteld, zorgt ervoor dat de solidariteitsbijdragen eerlijk en evenredig zijn.

Door deze solidariteitsbijdrage op Europees niveau in te stellen, wordt ervoor gezorgd dat negatieve overloopeffecten binnen de interne energiemarkt als gevolg van ongecoördineerde nationale maatregelen kunnen worden voorkomen en de risico's van geschillen tussen bedrijven en overheden aanzienlijk kunnen worden verminderd. Bovendien zal een gecoördineerde aanpak ook zorgen voor samenhang met de doelstellingen van REPowerEU.

De lidstaten zijn belast met de inning van de solidariteitsbijdrage en de herverdeling van de winsten, met inachtneming van het recht van de Unie. De inkomsten uit de solidariteitsbijdrage moeten worden gebruikt om financiële steun te verstrekken aan huishoudens, met name kwetsbare huishoudens, en zwaar getroffen ondernemingen om de gevolgen van de hoge energieprijzen te verzachten, om het energieverbruik te verminderen, energie-intensieve industrieën te ondersteunen en investeringen van eindafnemers in hernieuwbare energie, energie-efficiëntie of andere decarbonisatietechnologieën te bevorderen. Tevens moeten grensoverschrijdende projecten worden ondersteund in overeenstemming met de REPowerEU-doelstellingen.

De solidariteitsbijdrage wordt voorgesteld als een uitzonderlijke maatregel om de gevolgen van de energiecrisis voor huishoudens en bedrijven in de hele EU te verzachten. Het aanpakken van energiearmoede en de sociale gevolgen van de crisis, met name om werknemers in blootgestelde industrieën te beschermen, is ook een kwestie van Europese solidariteit. De lidstaten moeten zich met name richten op degenen die het meest te lijden hebben onder de scherpe stijging van de energieprijzen. Dit omvat kwetsbare huishoudens en energie-intensieve bedrijven of ondernemingen die onder druk staan om hun groene transitie te versnellen.

Om het effect van de solidariteitsbijdrage te maximaliseren en het risico van versnippering van de eengemaakte markt te voorkomen, moeten de lidstaten in een geest van solidariteit handelen en een deel van de inkomsten besteden aan de gemeenschappelijke financiering van maatregelen om de schadelijke gevolgen van de energiecrisis te beperken of investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie te bevorderen.

  • 7. 
    Zullen bestaande nationale maatregelen verenigbaar zijn met dit nieuwe EU-kader?

Om de stijgende elektriciteitsprijzen en de gevolgen daarvan voor huishoudens, bedrijven en de industrie aan te pakken, is een gezamenlijke EU-brede respons nodig. Een gecoördineerde aanpak via een vermindering van de vraag naar elektriciteit in de hele Unie, in een geest van solidariteit, is noodzakelijk om het risico op mogelijke ernstige verstoringen tijdens de wintermaanden, wanneer het elektriciteitsverbruik en de elektriciteitsproductie op basis van gas hoger zullen liggen, tot een minimum te beperken. Het moet de lidstaten vrij staan passende maatregelen te kiezen om de doelstellingen inzake terugdringing van de vraag te bereiken, met inbegrip van uitbreiding van bestaande regelingen of nationale stimulansen om vraagrespons te ontwikkelen.

Om de werking van het elektriciteitssysteem en de grensoverschrijdende handel en investeringen in stand te houden, is ook een gemeenschappelijke aanpak van inkomstenbeperkingen voor inframarginale technologieën noodzakelijk. Die zal ervoor zorgen dat elektriciteit over heel Europa blijft stromen om te voorkomen dat een crisis van hoge prijzen een crisis van voorzieningszekerheid wordt.

Tegelijkertijd behouden de lidstaten het recht om ambitieuzere maatregelen in te voeren, zowel wat betreft terugdringing van de vraag als beperking van de inkomsten van elektriciteitsproducenten, mits deze evenredig zijn, de werking van de groothandelsmarkten voor elektriciteit niet verstoren, investeringssignalen niet in gevaar brengen en in overeenstemming zijn met het Unierecht.

Wat de solidariteitsbijdrage betreft, heeft de Commissie een minimumpercentage voorgesteld dat zowel billijk als evenredig wordt geacht. De lidstaten kunnen besluiten om boven dit minimum te gaan en een hoger percentage toe te passen, of kunnen de nieuwe bijdrage combineren met bestaande soortgelijke maatregelen die reeds op nationaal niveau zijn ingevoerd. Zij kunnen er ook voor kiezen de solidariteitsbijdrage toe te passen op een ruimere groep ondernemingen, mits dit verenigbaar blijft met de voorgestelde verordening.

  • 8. 
    Wat is de situatie op de termijnmarkten voor elektriciteit?

De huidige druk op de elektriciteitsmarkten is voornamelijk te wijten aan de agressie van Rusland tegen Oekraïne en de Russische manipulatie van de gasvoorziening. Dit is een uitzonderlijke situatie voor de energiemarkten, met een aantal secundaire effecten op de derivatenmarkten. Onze focus is erop toe te zien dat de risico's in het financiële stelsel worden ingeperkt en op passende wijze worden gemitigeerd. Termijnmarkten voor elektriciteit spelen hierbij een rol. Zij stellen energiebedrijven in staat hun risico's af te dekken, bijvoorbeeld de groothandelsprijs die zij voor hun leveringen moeten betalen of de verwachte outputprijs waartegen zij gas of elektriciteit kunnen verkopen.

Het grootste deel van de handel in energiederivaten vindt plaats op gereglementeerde (termijn)markten en wordt centraal gecleard via centrale clearingtegenpartijen (CTP's). Op dergelijke markten biedt het huidige regelgevingskader de nodige waarborgen, zoals margevereisten voor clearing tussen kopers en verkopers: indien een partij in gebreke blijft, worden de andere marktdeelnemers tegen dit risico beschermd.

De zekerheidsvereisten waarborgen de financiële stabiliteit en dragen bij tot de geruststelling van de financiële markten. Tegen de achtergrond van de scherpe stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen in het afgelopen jaar hebben energiebedrijven dienovereenkomstig hogere bedragen aan zekerheden in de vorm van contanten moeten stellen aan CTP's, aangezien margestortingen in overeenstemming met de prijzen zijn gestegen. Dit heeft geleid tot liquiditeitsproblemen voor energiebedrijven en tot oproepen tot wijzigingen van de regels inzake de zekerheidsvereisten voor margestortingen.

Op 9 september heeft de Raad Energie de Commissie verzocht noodliquiditeitsinstrumenten te ontwerpen om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers over voldoende zekerheden beschikken om aan margestortingen te voldoen en om de toegenomen volatiliteit op de termijnmarkten aan te pakken, en te overwegen de relevante richtsnoeren te herzien teneinde de regels inzake waarborgen erin op te nemen. De Commissie werkt samen met de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en de Europese Bankautoriteit (EBA) reeds aan het bovenstaande, zoals gevraagd door de Raad, en aan een reeks opties om ervoor te zorgen dat het financiële stelsel maatregelen ondersteunt om de huidige situatie te verlichten en tegelijkertijd de financiële stabiliteit te vrijwaren.

Meer informatie

Persbericht

Factsheet