Kabinet wil gespreide toetsing aan Grondwet
DEN HAAG (PDC i) - Het kabinet heeft een voorkeur voor de variant van constitutionele toetsing waarbij gespreide toetsing van wetten die al in werking zijn getreden aan de klassieke vrijheidsrechten in de Grondwet kan plaatsvinden. Deze constitutionele toetsing door de rechter zou moeten uitmonden in een (juridisch) bindend oordeel. Dit staat in een brief van ministers Bruins Slot i (BZK) en Weerwind i (Rechtsbescherming) aan de Eerste en Tweede Kamer.
Vragen
In hun brief zetten de ministers het kabinetsstandpunt uiteen en gaan zij in op vragen aan welke bepalingen in de grondwet getoetst zou moeten worden, door welke rechter(s), wanneer er getoetst wordt en welke gevolgen deze toetsing moet hebben.
Inpasbaar
Toetsing door een constitutioneel hof (geconcentreerde toetsing) is moeilijker inpasbaar in het rechtsbestel en in het staatsbestel dan gespreide toetsing, zo stelt het kabinet.
Democratische legitimatie
Het uitgangspunt van het kabinet is dat politieke keuzes democratische legitimatie behoeven. Daarom zegt het kabinet te streven "naar een variant die goed aansluit op het primaire doel van constitutionele toetsing, zoals dat naar zijn oordeel ook valt af te leiden uit de Kamermoties hieromtrent, namelijk verbetering van de individuele rechtsbescherming".
Noodzaak
De staatscommissie Parlementair Stelsel i adviseerde in 2018 over de noodzaak van veranderingen in het parlementaire stelsel en de parlementaire democratie. De commissie pleitte in haar rapport voor het invoeren van een rechterlijke constitutionele toets, die controleert of ingevoerde wetten in overeenstemming zijn met de grondwet.