De rechtsstaat: in tijden van crises
Het afgelopen jaar stond in het teken van (de gevolgen van) de toeslagenaffaire, de informatievoorziening aan het parlement, de sms’jes van Rutte, de verhouding tussen regering en parlement, grote uitdagingen (‘crises?) op het gebied van milieu, de veiligheid in Europa, de stikstofproblematiek, hoge gasprijzen en gaswinning, de bestaanszekerheid van mensen met lagere inkomens, de nieuwe Europese normen terzake van het minimumloon, de stijgende rentes, de woningschaarste, de gemeenteraadsverkiezingen en trage coalitievormingen, de strijd tegen de georganiseerde misdaad, de algehele schaarste op de arbeidsmarkt en ga zo maar door.
Uit het oog verloren
Op de een of andere manier lijkt het alsof de burgers en hun bestaan uit het oog zijn verloren. Rechtstreeks door overheidsoptreden zoals bij de toeslagenaffaire, het discriminatoir handelen door de Belastingdienst en ook door de stroperigheid bij de afhandeling van schade door aardbevingen in Groningen. Daarnaast gebeurt het ook op indirecte wijze, omdat grote bedreigingen voor de veiligheid van de burger zich eerder kenmerken door uitstel van de bestrijding dan door ingrijpen. De overheid overschat soms haar eigen rol en functie (en wij overschatten soms wat de overheid vermag).
Zo weet de agrarische sector al jaren niet wat het stikstofbeleid is of gaat worden, verstikt de natuur onder stikstofdeposities en lijkt de strijd tegen klimaatverandering nu te leiden tot het stoken van steenkool, het boren naar gas en de bouw van LNG-terminals. Ondertussen loopt ook het elektriciteitsnet al jaren tegen zijn grenzen aan. En dat terwijl de basistaak van de overheid in een rechtsstaat het zorgen voor veiligheid en bestaanszekerheid is. En dat niet alleen op korte termijn, maar ook voor de generaties die nog geen stemrecht hebben en niet gehoord worden.
Weinig sprankelende bestuurscultuur
De bestuurscultuur die zo centraal stond het afgelopen jaar, als we al weten wat daar precies mee werd en wordt bedoeld, lijkt weinig sprankelend en laat staan verbeterd. Daar doet het parlement overigens volop aan mee. Debatten waarin gekibbel, persoonlijke aanvallen, dreigementen met tribunalen en media-aandacht belangrijker lijkt dan de inhoud, beheersen het nieuws. Een permanente staat van opwinding lijkt standaard. Terwijl de grote kwesties afhankelijk zijn van goed beleid, effectieve uitvoering en aandacht voor de burgers daarin.
Vertrouwen in de overheid is niet gebaat bij een overheid die ons als klanten en stemvee naar de mond praat, maar juist bij het verwoorden van existentiële problemen en het werken aan passende oplossingen. Een betrouwbare overheid is geen overheid waarin coalitie- en oppositiepartijen louter met een schuine blik naar de aanstaande verkiezingen kijken, om daadkracht roepen en deze beloftes vervolgens meteen weer met omfloerste beweringen gebroken worden. Een rechtsstatelijke overheid heeft ook oog voor de langere termijn en dus voor het mitigeren van klimaatverandering en tegen de afbraak van natuur.
Effectief, betrouwbaar en met oog op de toekomst
Rechtsstaat omvat mede dat de staat effectief kan optreden, de burgerbedreigende problemen aanpakt en de lasten en disproportionele effecten over burgers en samenleving spreidt. Bovendien moet de overheid betrouwbaar zijn, problemen niet op hun beloop laten en de grenzen en beperkingen van overheidshandelen aangeven.
Populisten willen ons wel doen geloven dat het allemaal neerkomt op de stem van het volk zoals zij die zien en verwoorden, maar dat is uiteraard onzin. Een staat heeft baat bij effectiviteit van handelen: qua planning, wetgeving en uitvoering van cruciale kwesties. Daarnaast is de overheid onderworpen aan democratische besluitvorming, aan bescherming van fundamentele rechten van huidige én toekomstige generaties, aan het naleven van de eigen regels over bescherming (en verbetering) van natuur en ook aan het gelijkelijk toepassen van het beginsel dat de vervuiler betaalt (voor verkeer, vliegen, landbouw en veeteelt en grootgebruikers van fossiele energie).
In een rechtsstaat moeten ook de wetgever en het bestuur zich aan het recht houden. Beide horen geen oplossingen te bedenken waarmee regels ontdoken worden waardoor het aan de rechter is om grenzen te stellen, zoals in het stikstofdossier is gebeurd. De rechtsstaat omvat ook en misschien juist wel fundamentele kwesties als bestaanszekerheid, veiligheid, en een leefbare omgeving. Niet te vergeten het beschermen van de toekomstige generaties die er in een democratie vaak wat karig afkomen.
Prof.Mr. Aalt Willem Heringa is emeritus hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit van Maastricht.