‘Nieuw elan?’ Reacties vanuit het Montesquieu Instituut op het coalitieakkoord
DEN HAAG (PDC i) - De langste kabinetsformatie uit de parlementaire geschiedenis heeft dan eindelijk een akkoord opgeleverd. In het akkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst presenteren VVD, D66, CDA en ChristenUnie hun plannen voor de komende kabinetsperiode. Maar is er daadwerkelijk sprake van ‘nieuw elan’ dat zo gewenst is? Is er draagvlak voor de kabinetsplannen? En wat wil het kabinet nu eigenlijk met ‘Europa’?
Het Montesquieu Instituut verzamelde van verschillende partners de eerste reactie op het regeerakkoord. Hun indrukken zijn wisselend. Bert van den Braak, hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel, ziet vooral de zoektocht naar maatschappelijk draagvlak: ‘De positie van de Eerste Kamer lijkt daardoor nog crucialer te worden dan in de afgelopen tien jaar. Daar kan het nieuwe kabinet ‘gebroken’ worden’, stelt hij. Anne Bos, onderzoeker bij het CPG in Nijmegen, valt vooral het voorgenomen dualisme op: ‘komt er een einde aan het beroemde Torentjesoverleg’?
Marijn van der Sluis, universitair docent staatsrecht, valt vooral de Europese paragraaf op: ‘Onduidelijkheden staan niet in de weg aan de conclusie dat op het gebied van Europese integratie sprake is van een trendbreuk: Europa, best leuk!’
Jan Schinkelshoek, hoofdredacteur van de Hofvijver van het Montesquieu Instituut, is minder hoopvol gestemd: ‘De meeste kabinetten vallen na verloop van tijd tegen. Dit kabinet kan eigenlijk alleen maar meevallen’, is zijn opvatting. Aalt Willem Heringa, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Maastricht, richt zich vooral op drie aspecten die minder in het nieuws komen: de uitvoerbaarheid, bestuurlijke vernieuwing en de positie van de rechter.
Bert van den Braak - Op zoek naar politiek en maatschappelijk draagvlak
Het nieuwe kabinet gaat door debat en via het overbruggen van tegenstellingen op zoek naar politiek en maatschappelijk draagvlak. Dat lijkt de ‘nieuwe’ bestuurscultuur van Rutte IV te worden. Of dat zo heel nieuw is, is de vraag. Deels kan het nieuwe kabinet ook niet anders, omdat het immers niet kan rekenen op een meerderheid in de Eerste Kamer. Die houding was er echter ook al onder Rutte II en Rutte III, die een deel van hun regeerperiode evenmin over een meerderheid in de Eerste Kamer beschikten.
Anne Bos - Veel potjes geld & vernieuwend dualisme?
‘Zo veel geld! Gaat het kabinet-Rutte IV het vertrouwen soms kópen?’ Het was een terechte en ook een tikkeltje gemene vraag die NOS-verslaggever Niels Geerts kort na de presentatie van het regeerakkoord aan VVD-onderhandelaar Mark Rutte stelde. Het budget is inderdaad ongekend. Geen enkel kabinet (-in wording) uit het verleden presenteerde een regeerakkoord waarin zo veel werd gespendeerd. De potten en fondsen dienen snel te worden gevuld nu de rente zo laag is, maar met een snel oplopende inflatie kan daarin snel verandering komen. Het nieuwe regeerakkoord is ook nog niet doorgerekend door het CPB.
Marijn van der Sluis - Europa in het coalitieakkoord
Op het eerste gezicht heeft de Europese Unie geen belangrijke plaats in het gisteren gepresenteerde coalitieakkoord. In de inhoudsopgave is geen verwijzing naar “Europa” opgenomen. Er is een hoofdstuk “internationaal” met daarin een sectie “buitenlands beleid” en daarin komen we dan pas de paragraaf “Europese Unie” tegen. Als de Europese Unie gepresenteerd wordt als onderdeel van buitenlands beleid, is dat meestal een aanwijzing dat Europese integratie niet zo serieus genomen wordt. Maar schijn bedriegt.
Jan Schinkelshoek - Nieuw elan?
Nieuw elan? Zelden zal een nieuw kabinet in Den Haag met zoveel scepsis zijn ontvangen als het nieuwe, vierde kabinet onder leiding van premier Mark Rutte i.
Aalt Willem Heringa - Uitvoerbaarheid, nieuwe bestuurscultuur en de rechter
Het coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie is gepresenteerd. Ik wil hier graag drie opmerkingen over drie onderwerpen die nog wat minder in het nieuws zijn gekomen in de discussies over het nieuwe coalitieakkoord onder de aandacht brengen: uitvoerbaarheid, nieuwe bestuurscultuur en de rechter