Gendergelijkheid: gelijke lonen en toegang tot de arbeidsmarkt voor vrouwen

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op woensdag 15 december 2021.

De EP i-leden willen dat de EU i en haar lidstaten concrete maatregelen voorstellen om de rechten van vrouwen te beschermen en de genderongelijkheid in de EU te verminderen

In een niet-wetgevingsverslag dat op woensdag werd goedgekeurd met 500 stemmen voor, 105 tegen en 87 onthoudingen, herhaalden de EP-leden dat gelijke beloning en gelijke behandeling een essentiële voorwaarde zijn voor de economische onafhankelijkheid, de loopbaanontplooiing en gelijke rechten van vrouwen.

De EP-leden zijn bezorgd over de loonkloof tussen mannen en vrouwen in de EU (14,1 %), de pensioenkloof (29,5 %) en de vaak onzekere arbeidssituatie van vrouwen. Zij roepen de EU-landen ertoe op praktische maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat vrouwen gelijke toegang hebben tot werk en de arbeidsmarkt, gelijk worden beloond en gelijke arbeidsrechten genieten. Om deze maatregelen te handhaven, moeten bedrijven bijvoorbeeld worden bestraft wanneer zij de arbeidswetgeving niet naleven. Daarnaast zijn de EP-leden verheugd over het voorstel van de Commissie voor bindende loontransparantiemaatregelen, maar wijzen ze erop dat loontransparantie alleen niet genoeg is om diepgewortelde genderongelijkheden aan te pakken.

Evenwicht tussen werk en privéleven

De EP-leden verzoeken de EU en haar lidstaten om de rechten op het gebied van het moeder- en vaderschap verder te ondersteunen door de verlofperioden te verlengen en ervoor te zorgen dat ouders tijdens hun verlof gelijk en volledig loon doorbetaald krijgen. Dat moet ervoor zorgen dat alle Europeanen, ongeacht hun geslacht, het recht hebben te werken en hun beroeps- en privéleven met elkaar in evenwicht te brengen. De EP-leden vragen om flexibele werkregelingen na zwangerschaps-, vaderschaps- en ouderschapsverlof en om meer investeringen in hoogwaardige en lokale kinderopvang.

Uitbanning van geweld tegen vrouwen

De EP-leden merken op dat de pandemie en de lockdowns hebben geleid tot meer geweld tegen vrouwen. Daarom roepen zij de EU-landen ertoe op alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de politie de daders identificeert en vervolgt. De EP-leden benadrukken dat er specifieke programma’s nodig zijn voor de bescherming van en de begeleiding van slachtoffers van huiselijk geweld. Daarnaast moeten er maatregelen genomen worden om de toegang tot de rechter en tot opvangcentra te verbeteren.

Volgens de EP-leden moeten Bulgarije, Hongarije, Letland, Litouwen, Slowakije en Tsjechië het Verdrag van Istanbul ratificeren en is er brede EU-wetgeving nodig om gendergerelateerd geweld aan te pakken.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten waarborgen

In het ontwerpverslag wordt herhaald dat de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten een grondrecht is dat op geen enkele wijze mag worden ingeperkt of geschrapt. De EP-leden benadrukken dat de schending van dit grondrecht, bijvoorbeeld door hulpverlening voor veilige en legale abortus te weigeren, een vorm van geweld is tegen vrouwen en meisjes. De EP-leden verzoeken de Commissie en de EU-landen om meer steun te bieden aan mensenrechtenverdedigers, en zorgverleners en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

Citaat

Rapporteur Sandra Pereira (The Left, PT) zei: "We hebben verandering van het beleid nodig om vrouwenrechten te versterken en na te leven. Om ongelijkheid aan te pakken moeten we de lonen verhogen, publieke diensten van hoge kwaliteit verdedigen en bevorderen, zoals gratis toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, maar ook toegankelijkheid van huisvesting en rechtsspraak. Het tegengaan van alle vormen van geweld tegen vrouwen moet een prioriteit worden. Dit is de enige manier waarop we gelijkheid tussen mannen en vrouwen kunnen bereiken".

Achtergrondinformatie

Volgens de gendergelijkheidsindex van het Europees Instituut voor gendergelijkheid zal het nog minstens zestig jaar duren voordat de EU volledige gelijkheid tussen man en vrouw bereikt. De score van de EU op dit vlak is sinds 2010 met slechts 4,9 punten gestegen. In 2021 behaalden de EU-landen een gemiddelde score van 68 op 100 en scoorde ruim een derde minder dan 60 punten.