Vragen VVD over het bericht dat het Albeda als eerste mbo in Nederland een studentenrechtbank krijgt
Kamer | Tweede Kamer |
---|---|
Kamerleden | U. (Ulysse) Ellian i Z. (Zohair) El Yassini i |
partijen | Volkspartij voor Vrijheid en Democratie i |
beantwoord door | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap i |
vraag datum | 29 november 2021 |
antwoord datum | 7 februari 2022 |
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
Vragen van de leden Ellian en El Yassini (beiden VVD) aan de ministers voor Rechtsbescherming en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat het Albeda als eerste mbo in Nederland een studentenrechtbank krijgt (ingezonden 29 november 2021).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 7 februari 2022) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021-2022, nr. 1360.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Albeda krijgt als eerste mbo in Nederland een studentenrechtbank»?1
Antwoord 1 Ja.
Vraag 2
Wat is de wettelijke grondslag voor deze studentenrechtbank?
Antwoord 2
Het Albeda College heeft desgevraagd laten weten dat het gaat om een buitengerechtelijk en herstelgericht (preventief) traject voor het oplossen van conflicten en incidenten op het Albeda College, vallend onder de verantwoordelijkheid van de directie in het kader van schoolveiligheid. Er is bij een vermoeden van strafbare feiten altijd afstemming met de politie. De zaken die worden behandeld vallen onder het schoolreglement. Daarnaast wordt de studentenrechtbank preventief ingezet. Bijvoorbeeld in geval van pesten om verdere escalatie en strafbaar gedrag te voorkomen, de conflictvaardigheid van leerlingen te vergroten en de sfeer op school te verbeteren. Daarbij is de studentenrechtbank een leerwerkplaats voor studenten van de opleiding Juridisch Administratieve Beroepen. Voor de studenten van deze opleiding is de studentenrechtbank een plaats om te leren wat de keten van rechtspraak, OM en advocatuur in de rechtsstaat inhoudt en om hen in de gelegenheid te
1 Algemeen Dagblad, 16 november 2021, «Albeda krijgt als eerste mbo in Nederland een studentenrechtbank: «Denk bijvoorbeeld aan sexting»», https://www.ad.nl/rotterdam/albeda-krijgt-als-eerste-mbo-in-nederland-een-studentenrechtbank-denk-bijvoorbeeld-aan-sexting~a46c6ea0/
ah-tk-20212022-1583 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2022
stellen hun kennis in de praktijk te brengen. Ook leert het betrokken studenten in den brede over recht en rechtvaardigheid.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een adequate wettelijke grondslag noodzakelijk is om te experimenteren met lekenrechtspraak? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Voor lekenrechtspraak is een wettelijke grondslag noodzakelijk. Volgens de Grondwet (artikel 116, derde en vierde lid) kan alleen een wet mogelijk maken dat aan rechtspraak door de rechterlijke macht wordt deelgenomen door personen die daar niet toe behoren. Daarom is in de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging een mogelijkheid opgenomen om te experimenteren met de toevoeging van deskundige leden aan een kamer in een rechtbank of een hof, welke leden geen rechterlijk ambtenaar zijn en rechtspreken samen met een of meer rechters. Deze wet is nog niet in werking getreden en er is ook nog geen algemene maatregel van bestuur om een dergelijk experiment verder vorm te geven. Het is van belang te benadrukken dat de studentenrechtbank geen lekenrechtspraak beoefent zoals bedoeld in de Grondwet en in de Tijdelijke experimentenwet rechtspleging. Zoals aangegeven in het antwoord op de tweede vraag betreft de studentenrechtbank immers een buitengerechtelijk traject.
Vraag 4
Waarom is de Experimentenwet rechtspleging niet gebruikt voor het faciliteren van dit experiment?
Antwoord 4
De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging heeft betrekking op experimenten met civiele geschilbeslechting waarbij wordt afgeweken van onderdelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten op het gebied van het civiele procesrecht. Die wetgeving is niet van toepassing op de studentenrechtbank omdat deze studentenrechtbank buitengerechtelijke afdoening betreft, zodat ook de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging hier niet gebruikt kan worden.
Vraag 5
Hoe is bij een studentenrechtbank geregeld dat alle eisen die de wet stelt aan het stafproces, en de fundamentele rechtsbeginselen zoals het recht op een eerlijk proces, worden gewaarborgd?
Antwoord 5
Allereerst zij hier nogmaals benadrukt dat er geen sprake is van een formeel strafproces bij de studentenrechtbank. De procedure is gericht op een minnelijke oplossing voor conflicten en incidenten met een schade tot maximaal 500 euro. Strafbare feiten kunnen na afstemming met de politie ook bij de studentenrechtbank worden behandeld. Partijen kiezen (bij minderjarigheid in overleg met ouders of wettelijk vertegenwoordigers) vrijwillig voor deelname aan de procesgang bij de studentenrechtbank. Het staat partijen ook vrij om elk moment te stoppen met deelname aan de studentenrechtbank. De studentenrechtbank geeft de betrokkenen in alle vrijheid een preventieve mogelijkheid tot het herstel van de verhoudingen, c.q. schade(s). Verder richt de studentenrechtbank zich niet op waarheidsvinding, maar op het samen bepalen en uitspreken van een herstelmaatregel op basis van herstelvoorstellen van alle betrokkenen. De Stichting Jongerenrechtbanken, die ervaring heeft met soortgelijke «rechtbanken» in het voortgezet onderwijs, ondersteunt ook het Albeda College. De Stichting Jongerenrechtbanken is ter ondersteuning bij de zittingen aanwezig en ziet toe op interne kwaliteitswaarborgen. Partijen worden bijgestaan door een student van de opleiding Juridisch Administratieve Beroepen, die de advocaatrol vervult en daarbij wordt begeleid door de docenten. De projectleiders bij het Albeda College zijn beiden docent in juridische vakken en juristen met proceservaring. Indien de afdoening door de studentenrechtbank niet leidt tot een gewenste uitkomst, of de uitspraak niet wordt opgevolgd, dan blijft reguliere afdoening via de politie en het strafrecht mogelijk. Oftewel, de inzet van de studentenrechtbank biedt een extra, complementaire mogelijkheid en doet geen afbreuk aan de rechten die betrokkenen hebben.
Vraag 6
Zijn er nog meer scholen die het voornemen hebben een studentenrechtbank op te richten?
Antwoord 6
Het Albeda College is de eerste mbo-instelling met een studentenrechtbank. Voor zover het kabinet bekend is, is er op dit moment één andere mbo-instelling zich aan het oriënteren op het eventueel oprichten van een studentenrechtbank. In het voortgezet onderwijs zijn er zeventien scholen waar gebruik wordt gemaakt van een jongerenrechtbank. Een jongerenrechtbank is in feite hetzelfde als een studentenrechtbank, maar dan op een school in het voortgezet onderwijs.
Vraag 7
In hoeverre zijn het Ministerie van Justitie en Veiligheid en ook de Rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de politie, de Nederlandse Orde van Advocaten (NOva) en Slachtofferhulp Nederland intensief betrokken en hebben zij ingestemd met de totstandkoming van de studentenrechtbank?
Antwoord 7
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie, de Nederlandse Orde van Advocaten en Slachtofferhulp Nederland zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de studentenrechtbank van het Albeda College. De Nationale Politie is evenmin formeel geraadpleegd door het Albeda College. Wel is er contact met de wijkagent van het Albeda College. De Rechtspraak is formeel niet verbonden aan de studentenrechtbank, maar er werken wel diverse rechters aan mee. Zo heeft een rechter van de rechtbank Rotterdam bij de aftrap van de studentenrechtbank uitleg gegeven over hoe je rechter wordt, wat een rechter doet en wat de rol is van een advocaat en een officier van justitie. Ook heeft een rechter de studenten begeleid bij verschillende rollenspellen. Dit past binnen de algemene voorlichting die de Rechtspraak op scholen en aan studenten geeft en het sluit aan bij het karakter van de studentenrechtbank als leerwerkplaats. Tot slot heeft de rechter deze studenten «beëdigd». Dit is louter ceremonieel en heeft geen officiële basis.
Vraag 8
Hoe is gewaarborgd dat slachtoffers - uit angst te worden «berecht» door medestudenten - geen aangifte meer doen van strafbare feiten?
Antwoord 8
Vooropgesteld dient te worden dat het slachtoffer niet wordt «berecht», maar de «verdachte». Het staat partijen volledig vrij om te kiezen voor dit buitengerechtelijk traject. Slachtoffers kunnen er dus altijd voor kiezen om niet deel te nemen aan de studentenrechtbank en aangifte te doen bij de politie. Het staat alle betrokkenen ook vrij om elk moment te stoppen met deelname aan de studentenrechtbank. Wanneer minderjarige studenten betrokken zijn, dan wordt deelname altijd besproken met de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers. De inzet van de studentenrechtbank biedt dus een extra, complementaire mogelijkheid die is gericht op een minnelijke afdoening van het conflict of incident en die geen afbreuk doet aan de rechten die betrokkenen hebben.
Vraag 9
In hoeverre heeft de instelling van de studentenrechtbank geleid tot wijziging van het aangiftebeleid?
Antwoord 9
De instelling van de studentenrechtbank heeft niet geleid tot wijziging van het aangiftebeleid bij de politie.
Vraag 10
Hoe verhoudt de studentenrechtbank zich tot de maatregelen uit het actieplan wapens en jongeren?
Antwoord 10
De studentenrechtbank staat los van de maatregelen uit het Actieplan Wapens en Jongeren, maar kan bijdragen aan de door het actieplan beoogde bewustwording en ontmoediging van wapenbezit bij jongeren. Indien het gaat over wapenbezit wordt altijd contact opgenomen met de politie. Bij de studentenrechtbank is een andere focus aan de orde dan in het strafrecht, daarom kan het er ook complementair aan zijn.
Vraag 11
Deelt u de mening dat wanneer sprake is van strafbare gedragingen op scholen, de politie en het Openbaar Ministerie de aangewezen instanties zijn om op te treden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Zoals hiervoor meermalen is benadrukt, heeft de studentenrechtbank een complementair karakter en is zij bedoeld om conflicten en incidenten op minnelijke wijze en op vrijwillige basis op te lossen. Wanneer er sprake is van strafbare gedragingen, zal de weg naar de politie altijd open staan. Er wordt bij een vermoeden van een strafbaar feit ook altijd afgestemd met de politie. Het belang van de studentenrechtbank is dat deze bij kleine incidenten binnen een schoolgemeenschap een snelle, leerzame en zorgvuldige interventie kan vormen, die is gericht op emotioneel en financieel herstel. Dat kan in daarvoor geschikte gevallen te prefereren zijn boven het doen van een aangifte waarvan onzeker is of deze tot vervolging zal leiden en op welke termijn.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, Aanhangsel 4